Tong Tong Voor Kandjeng Besars en Kandjeng Ketjils CHRISTELIJK? Ik moet al mijn moed bij mekaar rapen om deze brief te schrijven ik heb het altijd verschrik kelijk gevonden en zal het altijd blijven doen, anderen lastig te vallen met mijn moeilijkheden en U krijgt toch al te veel ian te horen om nog te kunnen helpen, maar ,k meet werkelijk niemand anders tot wie ik mij wenden moet... Zoudt U mii kunnen zeggen of door de Tong-Tong-„club" wel eens de mogelijkheid is over wogen om een verzorgingsflat te stichten (laten bouwen) in Ned eiland.' Ik bedoel geen tehuis voor oude mannen of vrouwen, maar een flat waarbij karweitjes uit handen worden genomen een dagelijkse warme maaltijd wordt verstrekt.'" Noodbrieven komen bij Tong-Tong binnen met de regelmaat van een klok. Mensen die in ernstige geldelijke zorgen zijn gekomen, die alleen zijn en zonder hulp, die iets willen beginnen maar geen kapitaal hebben en geen kontakt, die gewoon zoeken naar een passende job, naar een mogelijkheid van emigratie, enz. enz. enz. Daarnaast brieven met suggesties en verzoe ken. Zou Tong-Tong niet dit of dat willen entameren Wij kunnen rustig en zonder enige zelfver heerlijking vertellen (en onze jaargangen be wijzen dat), dat geen Indisch kontaktlichaam zoveel geprobeerd heeft, zoveel plannen ont worpen en begonnen, zoveel opwekkingen doen horen, als wij. GEEN ANDER. Wij hebben erg veel kunnen helpen. Grote werkgevers onder onze abonnees. Kamerleden, instantiehoofden bij ministeries weten hoe vaak en hoe schaamteloos Tjalie aan de telefoon gehangen heeft en brieven geschreven. Ik ben kampioen bedelaar. En een verdrietig kam pioen daarbij: want hoe vaak is er niet ge holpen kunnen worden. Wat mij verbijstert is de onmacht en onwil van deze tienduizend lezerskernen van Tong- Tong om gezamenlijk iets te beginnen. Ieder is overtuigd van zijn eigen heils-idee en heeft maar weinig tijd en hulp over voor anderen... tot voor hem (haar) ook het noodlot aan komt kloppen. En hoe sterk kunnen wij nü zijn en hoe ver kunnen wij ons indekken in de toekomst, als wij de handen maar in elkaar slaan. Een rijksdaalder per maand per gezin is wér kelijk niet veel. Tienduizend lezers is tienduizend rik sen per maand is 25.000. In één jaar DRIE TON. In twee jaar ZES TON. Daarvoor kunnen wij een college van goede werkers in dienst nemen, dat snel leningen in noodgevallen in orde brengt, aanvragen voor credieten voor ondernemingen met kennis van zaken behandelt, bemiddeling verleent bij emigratiemogelijkheden, de eerste down-payment voor een eigen huis op tafel legt, enz. enz. U heeft het niet nodig? NU niet, bedoelt U. Bent U machtiger dan God en het Lot? En als U dat inderdaad bent, wilt U dan niet wat afschuiven per maand om zwakke broe ders en zusters te helpen? Nu of morgen? Is 30per jaar zo'n krankzinnig verlies? Aan allerlei onvoorziene en domme uitgaven geeft ieder mens per jaar tachtigmaal zoveel uit. En krijgt er NOOIT wat voor terug. Mooi idee? Moet Tjalie zich er weer voor spannen? Of Tong-Tong met zijn te kleine en onderbetaalde en overwerkte staf Waarom is niet meer medewerking en persoonlijke inzet mogelijk? En dacht U werkelijk dat ik met mijn oproep succes zal hebben? Kijk naar het aak zeer treurig resultaat van zoeveei acties ran die Don Quichote Tjalie. Kijk naar het resultaat van de inschrijving voor onze N.V. O nee er is niet te weinig. We hebben ons minium gehaald en starten er moedig mee. Tong-Tong heeft zich nog nooit en door nie mand op zijn kop laten zitten. Maar het kon allemaal beter, sneller, solider, als we maar allemaal wakker en waakzaam waren. Voor onszelf en voor elkander. Wat een prachtige naam voor een zo grote groep als de onze: TONG-TONG EIELPT ELKANDER. Wat een prachtig fonds zou het zijn: het NOOD-, ONDERNEMINGS- en BOUWFONDS TONG-TONG. En ach men glimlacht alleen... Onze groep sterft uit... daarom eten we alles maar zelf op: onze galgenmaaltijd... en niemand heeft idee van en trek in het stichten van een Zaak, die nog honderd geslachten na ons een weldaad kan zijn voor vele verdrukten en hulpbehoevenden, GESTICHT DOOR 1N- DISCHGASTEN. „Een aandeeltje van de N.V. Tong-Tong? Nou goed, eentje dan 'omdat jij „so'n goeie fèn" bent. Maar je begrijpt dat ik voorzichtig zijn moet en dat ik mijn geld elders veel nuttiger besteden kan". Ja, ik begrijp, ik be grijp, ik begrijp. U ook. Ook U begrijpt alles heel goed. Maar waarom kunnen wij niets MAKEN? T. R. P.S. Weet U, dat als wij allen samen maar iets willen, wij in onze gelederen genoeg „kandjeng besars" zullen vinden, die direct zorgen voor goede opzet en efficiente leiding? Toen we voor ons N.V.-tje (een paar tiendui zendjes gestort) zochten naar competente fi guren voor de Raad van Commissarissen, belde ik (boleh tjoba toch? Voor onze N.V. moet je alles proberen) een abonnee op, ex- president van één van de grootste handels lichamen in Indië. „Wilt LL.. enz. enz. „Het antwoord kwam zó eenvoudig en direct „Ja zeker Tjalie!" dat ik bijna door de grond zonk van verbazing. Er kwam natuurlijk een uitnodiging bij: „Kom eens vertellen, wat de plannen zijn". Adoeh! Bij een man die ge wend was met millioenen om te gaan, aan komen draven met zo'n „gepatolde pritil als Op een dag werd ik in een winkel in Den Haag staande gehouden door een onbekende dame. Ze zei: „U kent mij niet, maar ik U wel. Ik wil U zeggen dat ik veel houd van Tong-Tong omdat U diep Christelijk denkt". Vóór ik verbouwereerd wat zeggen kon, was ze alweer verdwenen. Ik weet niet wie dat ook denkt en in welke termen erover gedacht wordt. Daarom zal ik U iets vertellen. Op mijn achttiende jaar „met een wolfshonger naar lectuur" stond ik eens bij een boekhan del allerlei boeken door .te snuffelen, toen de Koran onder mijn handen kwam. Ik sloeg het boek open op een willekeurige plaats en las het eerste het beste vers: „Zij die gelovig zijn en zij die het oden- dom belijden, en de Christenen en de Sabiërs, wie geloven aan Allah en de laatste dag, en heilzame werken bedrijven, voor hen is geen vrees en niet zijn zij bedroefd" Ik was stomverbaasd. Ik dacht dat de Islam een onverdraagzame en kafir-hatende gods dienst was. En ik r ond genade en waardering op gelijke voet. Ik sloeg het boek peinzend dicht maar niet helemaal. Ik las op de openliggende bladzij: „Bij de dageraad, En tien nachten, En het evene en onevene, En de nacht wanneer hij aankomt. Is daarin niet een eed voor de bezonneue?" Opnieuw was ik getroffen. Door de prachtige poëtische vorm van een zoveel omvattende eed. Ik kocht het boek terstond en heb er immer sindsdien in gelezen. Daarom kan ik U ver tellen dat het eerste citaat is uit de tweede Sura (Al Bakara) en het tweede uit de 89-ste (Al Fadjr), en dat de Koran evenals de Bijbel wemelt van onzegbaar mooie spreuken en onovertroffen poezie. Nochtans weet ik niets af van de Islamitische dienst en heb geen verlangen Mohammedaan te worden. Maar is misschien mijn „Christelijk denken" verkeerd beinvloed? Wil de onbe kende dame mij dat schrijven? Ik zou het niet prettig vinden als zij een verkeerde op vatting had van mijn gedachten. T. R. Tong-Tong? Om kort te zijn: alles uitgelegd; „bèrès!" Tong-Tong heeft véél van zulke vrienden. Maar waar blijven de tienduizend? Eens maakte een leger van tienduizend een ontzaglijke zwerftocht door West-Azië. Xeno- phon heeft die tocht onsterfelijk gemaakt. Nu zijn er wederom tienduizend op een zwerf tocht. En zij zeggen: „Wij gaan dood Minta ampoen U kunt nu voor al Uw drukorders ook terecht bij Wij nemen de grootste en ook de allerkleinste (visite kaartjes, briefpapier, etc.) orders aan. "Ar Bestellingen en informaties te richten aan: De Redactie Visitekaartjes per 100 f 8,30 per 50 f 5,30 Briefpapier kwarto, bedrukt met naam en adres per 100 t 10,— per 50 t 7,50 U betaalt niets meer dan waar ook Er wordt aparte aandacht aan Uw werk besteed U helpt Tong Tong opbouwen Prijzen voor ander drukwerk en bestellingen bij redactie Tong-Tong DE REDACTIE.

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1962 | | pagina 3