Journalistieke Totems en Bonzen
„INGET MATI" „AD PATRES"
Fa. Johs. Ouwejan Zn.
VERZORGINGS-FLATS
Vervolg van pag. 9-
„Luister eens", zei ik. „Ik vind dat absoluut
verkeerd. Ik begrijp, dat je weigert om met
hem te sterven. Maar je moet de moed hebben
zou kunnen delgen, was de eerste daad van
de nieuwe eigenaar geweest: G.W. gedaan te
geven als redacteur-correspondent in Europa.
De tweede was: de oudste zoon van de over
ledene, die eveneens Karei Wybrands heette,
te roepen en te benoemen tot hoofdredacteur.
Maar de bank bleef de boeken controleren.
Met een afscheidsgeschenk van 6 maanden
salaris, stond Gerrit in Bochum op de keien.
Van de aanzienlijke bedragen, waarmee hij
meermalen zijn broer geholpen had, werd
niet meer gerept.
Zijn tweede vrouw wist hem over te halen,
een café te kopen. Dat was niet onverstandig,
ja, vrijwel het enige wat ze met 'n paar
duizend gulden konden proberen.
Ze kochten een klein volkskoffiehuis tegen
over de gevangenis in Bochum. In navolging
van een bistro in Parijs tegenover de doden
akker Père Lachaise. ,,On est mieux ici qu'en
face" (Beter hier te zitten dan te liggen aan
de overkant). De commissionair die het hun
verkocht had, had zich echter smadelijk ver
gist, dank zij de getrukeerde boekhouding.
In minder dan twee jaar zat Gerrit tot over
de oren in de beren.
Toen ze geen uitkomst meer zagen, zei hij
tot zijn vrouw:
„Weet je wat we gaan doen? Ik heb nog
vijfhonderd Hollandse guldens. Dat is ons
enige bezit. De zaak is geen cent waard. Geen
gek, die daar geld in steekt. Als we moeten
wachten op een koper, zijn we failliet eer er
een komt. Nee, we sluiten de boel en geven
de sleutels aan je vader. En wij smeren 'm naar
Parijs. Parijs is altijd mijn lievelingsstad ge
weest. C'est la que je voudrais vivre... et
mourirl We leven nog één keer de illusie van
onze jonge jaren, daar, in de weelde aan de
Seine. We stappen af, als vroeger, in het
HOTEL DU LOUVRE, 't Is vandaag donder
dag. Zondagmiddag gaan we naar het CON
CERT COLONNE, in het Chatelet. We gaan
als in onze goede dagen, naar Versailles, naar
St. Germain-en-Laye. We gaan, 'n avond, naar
„L'AUBERGE DU CHEVAL BLANC", in
het Théatre Mogador. Voor jou. Eén keer naar
de Opera of de Opéra Comique, dat hangt
van het programma af. Voor mij... En als ons
geld op is, dan schiet ik jou voor je kop en
daarna mezelf... Vindt je dat goed?"
Dat alles vertelde onze bezoekster.
En ze voegde er aan toe:
,,]etzt sind icir soiveit. Het geld is op, en
vanavond moet het gebeuren. Gerrit heeft met
het hotel al afgerekend. Maar... nu ik ervoor'
sta, nu wil ik niet meer. Ik heb het beloofd.
Maar ik ben bang. Vreselijk bang. Hij ver
moordt me als hij dat doet. Ik weiger. Ik kan
nog iets maken van mijn leven. Zelfs zou ik
kunnen werken voor ons beiden. Maar hij is in
een gemoedstoestand, waarmee geen praten
meer mogelijk is. Een die grenst aan de waan
zin. Hij heeft er genoeg van; hij wil van geen
andere oplossing meer horen. Ik ga naar mijn
moeder terug".
„Weet hij dat?" vroeg ik.
„Nee, ik ben zomaar weggelopen. Ik ben bang
van hem".
Begrafenis- en Crematie-Onderneming
Opgericht 1924
ROUWKAMERS en
ONTVANGKAMERS
AIRCONDITIONED
Kantoren: Fred. Hendriklaan 7,
Den Haag, Tel. 070-556427 (2 lijnen)
het hem te zeggen. Je moet hoor je... Weet hij,
dat je bij ons bent?"
„Hij weet van niets.. Ik ben weggegaan zonder
iets te zeggen. Hij denkt, dat ik straks terug
kom. O, als hij wist, dat ik u nu dit alles zit
te verteller.
„Je MOET teruggaan... Beloof me zweer
me, dat je nu naar het hotel teruggaat en
hem zegt, dat jij baas bent over je eigen
leven. Dat je het verdeit en dat je hem niet
meer tot last zal zijn; dat je teruggaat naar je
ouwelui. Beloof je het mij
„Ja. Als u dat nu wilt. U is altijd een goede
vriend voor ons geweest. En u weet alles beter
dan ik..."
„Het is eenvoudig je plicht. Een man in doods
nood laat men niet zomaar aan zijn lot over.
Stel je eens voor wat er in hem zal omgaan,
als je niet meer thuiskomt... Hij hééft je be
lofte, en hij kan alles onderstellen, zolang je
je erewoord niet teruggenomen hebt. Alles..."
„Nu dan ga ik maar even terug".
„Zal ik met je meegaan?"
,,Um Gotteswillen nicht!! Als hij weet dat ik
u dit alles verteld heb, is hij in staat om ons
allebei dood te schieten".
„Ga dan nu. Het zal niet alleen jou redden,
maar misschien ook hem. Een eerlijke verkla
ring, ronduit, positief..."
Ze ging, nogmaals het mij belovend.
Vier uren later werd ik opgebeld uit Bochum.
Zij was het. Huilend bekende ze mij, dat ze
niet naar het hotel was teruggegaan en dat ze
daar nu vreselijk spijt van had. Onderweg, in
de bus naar het Louvre-hotel, was de moed
haar weer ontzonken. En nu was het te laat
Ten slotte smeekte ze mij, naar haar man te
gaan en trachten hem te redden. Als hij nog
in leven was.
Maar dat kon ik toch niet doen? Zelf had
ze immers gezegd: „Als hij wist, dat ik u
alles verteld heb...Hij zou in staat zijn, naar
Bochum te komen
Een oplossing schoot mij tebinnen.
„Is hij, met of zonder jou, vanochtend uit
gegaan?"
„Hij is sigaretten gaan halen. Alleen
„Hoe laat?"
„Het zal tegen 10 uur geweest zijn".
„Goed. Bel me morgenavond weer op. Ik
'hoop je dan iets goeds te kunnen vertellen".
Toen de verbinding met Bochum verbroken
was, belde ik het HOTEL DU LOUVRE op.
„Is mijnheer Wybrands in het hotel?"
„Met wie spreek ik?"
„Een goede vriend van hem: Leo Faust
Enkele seconden, die een eeuwigheid leken.
En Gerrit was aan de lijn.
„Maar Gerrit", zei ik, „Dat is nu toch niet
aardig van je! Als ik niet door een toeval
erachter was gekomen, dat jullie in Parijs
zijn... Vanochtend kwam ik, op het achter
balkon van een bus, langs het HOTEL DU
LOUVRE. En wie zie ik daar naarbinnen
gaan?... Onze ouwe, beste Gerrit! Ik geloofde
mijn ogen niet, maar er was geen twijfel aan.
Helaas had ik een belangrijke afspraak om
10 uur, in de rue Pigalle. Ik was toch al over
mijn tijd. Als dat niet het geval was geweest,
was ik zeker van de bus gesprongen, om je
aan je oren te trekken. Enfin, ik heb je nu.
En ik kom naar jullie toe. Binnen een kwartier
ben ik bij je".
„Doe dat niet. Ik kom naar de rue Pigalle.
Ik heb je heel wat te vertellen".
„Dat zal wel. In hoeveel jaren hebben we
elkaar niet gezien! Zijn jullie al lang in
Parijs?"
„Net acht dagen. Maar ik kom. Ik ben alleen".
Er zijn plannen om voor Tong-Tongers die
daarvoor geinteresseerd zijn tot de oprich
ting en bouw van een verzorgings-flat-complex
te komen.
Misschien is hierbij een kleine nadere toelich
ting op haar plaats. Voor diegenen, die niet
bekend zijn met verzorgings-flats dient er n.l.
op gewezen te worden, dat deze niet moeten
worden verward met z.g. Tehuizen voor Ouden
van Dagen.
In een verzorgings-flat worden de zwaarste
van de dagelijkse taken van de schouders der
huisvrouw afgenomen, terwijl ook het bereiden
van de warme maaltijd door aan de flat ver
bonden keuken-personeel geschiedt.
De flat zelf, gewoonlijk bestaande uit: zitka
mer, 1 of 2 slaapkamers, keuken, badkamer,
W.C. dient te worden gekocht, terwijl voor
onderhoudskosten, personeelskosten enz. be
nevens voor de dagelijkse warme maaltijd per
maand een bedrag (voor twee personen vari
eert dat tegenwoordig van 180.tot
230.moet worden betaald.
In Holland zijn de laatste jaren reeds meerde
re van deze verzorgings-flats verrezen en
ofschoon de prijzen ieder jaar hoger zijn ge
worden vinden deze altijd vlot kopers.
Indien in onze Tong-Tong-kring (eventueel
ook vrienden of familieleden) voldoende be
langstelling bestaat voor deelname aan deze
flatbouw zouden omdat wij geen winst
beoogen de koopprijzen van de flats veel
gunstiger kunnen liggen.
De bedoeling is om te trachten vergunning te
verkrijgen tot bouw in de bosstreek in het
Centrum van het land.
Ten einde een idee te kunnen vormen omtrent
de prijs zij vermeld, dat bij ruime bouw in een
fraaie omgeving gedurende het laatste half
jaar een koopsom van pl.m. 35.000.tot
42.000.per flat was gemoeid. Zoals ge
zegd zou bij coöperatieve bouw deze prijs
aanzienlijk lager kunnen liggen.
Willen diegenen, die iets voor dit plan voelen
hun naam en adres aan de administratie Tong-
Tong opgeven, liefst met vermelding van sa
menstelling van het gezin. Op de envelop s.v.p.
vermelden: FLATBOUW.
„Stiekemerd!... Enfin... Neem een taxi".
Hij kwam. En met tranen in de ogen deed
hij mij het hele verhaal, dat ik die middag
ook al gehoord had.
„En zij is er vandoor..."
„Gerrit", zei ik tenslotte. „Ik wil niet veel
van je vragen, maar beloof me dit ene: stel
het nog 24 uur uit. Ik moet dit alles nogeens
rustig overdenken. Zelfmoord is geen oplos
sing. Het is een laffe vlucht. Je vrouw is ver
standiger dan jij. Maar ook voor jou, voor
jullie beiden, moet er een betere oplossing
zijn. Die is er altijd. Geef me 24 uur tijd.
Dit alles overvalt me zozeer. Vierentwintig
uur, kan ik er op rekenen? Je poot?"
Hij stak me een bevende hand toe.
We aten met ons drieën. Hij had me gevraagd,
het voorlopig niet aan mijn vrouw te vertellen.
En hoewel ze, na het bezoek van die middag,
natuurlijk al alles wist, aten we rustig, pra
tend over koetjes en kalfjes.
Doodmoe, ging hij vroeg naar huis.
Toen hij weg was, snelde ik naar de telefoon:
„Een dringend telegram, juffrouw!"
Ik telegrafeerde aan Berretty, die ik in Den
Haag wist:
G.W. hier stop geruïneerd zelfmoordplannen
zie je mogelijkheid mij te helpen? Leo.
In minder dan een uur had ik het antwoord:
Ben morgenochtend 11 uur bij je zorg dat
GW er dan ook is. Berretty.
Niet vergeefs had ik een beroep gedaan op de
edelmoedigste mijner vrienden. Ik had me niet
in hem bedrogen! LBO FAUST
(Wordt vervolgd)
16