TANTE
MIEKE
Onze Bibii
1001
AVONTUREN
met de
soetil
Kleine pioniers
Beste jongens en meisjes.
Jullie weten zeker allemaal wel van je vader
en moeder, dat augustus voor ons ouderen een
herdenkingsmaand is? In deze maand geden
ken we, dat het al weer 17 jaar geleden is, dat
wij van de Japanse overheersers bevrijd wer
den. Jullie, die allemaal na die tijd geboren
werden, zullen je niet eens kunnen voorstellen,
wat het precies inhoudt, die bevrijding. Voor
jullie is het gewoon een jaartal uit je geschie
denisboekje. Misschien heb je meer belang
stelling voor de tachtigjarige oorlog.
Maar wat weet je van de historie in de tijd
van de Japanse bezetting in Nederlands Indie?
Welke namen heb je daarbij geleerd? Hoogs
tens van G. G. Tjarda van Starkenborg
Stachouwer en Karei Doorman, en verder weet
je misschien niets over die tijd. Maar die paar
jaren oorlog met Japan kunnen genoeg stof
opleveren om aparte geschiedenisboeken mee
te vullen. Als jullie ouders, Oma's, Opa's en
allen, die de jaren '41 tot en met '45 in het
vroegere Indië doorbrachten, eens hun eigen
ervaringen en belevenissen zouden opschrijven,
dan zouden er heel wat boekwerken met inte
ressante inhoud verkregen kunnen worden.
Jammer, dat dit in de praktijk onmogelijk
lijkt te zijn. Misschien wil men ook liever niet
graag meer aan de ellende van die jaren herin
nerd worden, want er is ongelooflijk veel ver
driet geleden. Maar er was toch ook zoveel
goeds in die jaren. En het is erg jammer, dat
al de voorvallen uit die tijd nu voor iedereen
onbekend blijven. Het zou mogelijk moeten
zijn, dat er, net als over de Zuid Afrikaanse
Boerenoorlog, boeken voor de jeugd over
uitgegeven kunnen worden. Dat je op de hoog
te kwam met wat de jongeren van die tijd door
maakten. Hoe kleine kinderen in de interne
ringskampen zich hielden. Hoe ze tijdens de
vele kampverhuizingen mee moesten sjouwen
om hun schamele boeltje verhuisd te krijgen.
Hoe ze, zelfs als hun moeder hen aanraadde
om wat van de lasten die ze droegen van zich
af te gooien, koppig doorzetten, al sneden de
riemen van de rugzakken hen diep in de schou
ders. Omdat ze wisten, dat ze, wat ze neer
legden, onherroepelijk kwijt zouden zijn. Er
gebeurden misschien geen grote dingen in de
kampen, maar is het niet goed, te weten hoe
een jongen in een van de mannenkampen een
radio-ontvanger in een veldfles had ingebouwd,
waarmee hij het kamp al die jaren op de
hoogte kon houden van wat buiten gebeurde,
zonder dat het ooit ontdekt werd En is het
niet bewonderenswaardig, hoe een klein kerel
tje, dat met honger opstond en met honger
naar bed ging (en dan niet zo maar trek
hebben, maar échte honger, die je maar pijn
doet) een list bedacht om niet van de suiker
te snoepen, toen er eindelijk na maanden
weer eens suiker- en zoutrantsoenen uitgedeeld
zouden worden? Hij liet zijn zusje de suiker-
voorraad halen en nam zelf het zout voor zijn
rekening. Daar zou hij niet voor bezwijken.
Dappere kleine David.
En wat zeg je van dat parmantige broertje en
zusje, van wie een Japans soldaat in het kamp
wilde, dat ze zijn schoenen poetsten en al zulk
soort karweitjes voor hem opknapten tegen
een extra bordje rijst, en die even zo vrolijk
riepen, dat ie om kon vallen, maar dat ze dat
niet deden. En dat, terwijl ook bij hen de
honger knaagde. Letterlijk knaagde. En wat
denk je van dat Ambonnese meisje, dat spon
taan en vanzelfsprekend de zorg op zich nam
van een moederloos doktersgezin Al die
moeilijke jaren door heeft zij naar beste weten
en kunnen en met veel liefde deze kinderen
verzorgd, en hen na de bevrijding weer gezond
en naar omstandigheden wel aan de vader
teruggegeven. En zoals deze Cor Rikumahu
zijn er vele jonge vrouwen en meisjes geweest,
die de taak van een gestorven moeder bij de
kinderen innamen.
En dan is er nog zo'n doodeenvoudig ver
haaltje van drie regels: Zuster Mol en haar
padvinders, die een matras verbrandden, waar
op een besmettelijk zieke vrouw gestorven
was, en die daarmee waarschijnlijk het kamp
redden van een cholera-epidemie. Zie je, er
was genoeg narigheid en droefheid, en juist
daarom betekende de bevrijding zoveel voor
ons allen. Maar het typische is, dat, wanneer
er nu een reünie gehouden wordt van ex-
kampbewoonsters, er allemaal humoristische
en grappige herinneringen worden opgehaald.
Want er zijn met elkaar toch ook heel wat
goede momenten en situaties beleefd in die
oorlogsjaren. Er zijn warme en onverbrekelijke
vriendschappen ontstaan, juist in de kampen.
Want in zo'n beproevingstijd kun je beter zien
wat je aan elkaar hebt, dan in een tijd van
voorspoed en welvaart.
Zo, dat was deze keer een wat ernstige toon.
Intussen zitten we nu middenin de grote va
kantie. Voor sommigen van jullie is die bijna
afgelopen. Wat hebben jullie allemaal gedaan?
Vertel me daar eens over. Hebben jullie ge
kampeerd, heb je buiten spelletjes gedaan en
heb je binnenshuis allerlei leuke karweitjes
opgeknapt? Ik ben erg benieuwd naar jullie
brieven
Dag allemaal, de hartelijke groeten van
TANTE MIEKE
Is het niet vreemd om in Amerika te zitten,
aan kooksters in Holland te schrijven over
Indische gerechten? Niet zo gek als U bedenkt
dat we hier zoveel kunnen krijgen dat aan
Indië herinnert: katjang pandjang, sawi kem-
bang, paré, djagoeng, oebi, kleine groene
ketimoen, mangga, advokaat, meloen. Ik bega
de fout veel te veel te kopen, het lijkt wel of
ik de schade moet inhalen van al die Hollandse
jaren. Naar de Europese groenten kijk ik
amper, hoewel ze het aankijken toch waard
zijn. De prijs zeker! De zoetste pruimen, aard
beien zo groot als tomaten, kersen als pruimen,
pisangs 12 ct per pond. Je mag zelf pilih,
afwegen, inpakken. Nu, na 2 weken ben ik
zo ver, dat ik eerst doodkalm zonder te kopen
loop te genieten van al die overdaad. Want
de groentela van onze frigidaire is al een
paar keer uit z'n voegen geraakt, te zwaar en
te veel volgestopt!
Dus is het niet raar als ik gewoon doorga
met de Indische recepten. Ik ontdek nog een
heel aardige brief van „Ritja Rodo" (waarom
hoor ik de laatste tijd niets meer?) met een
paar heerlijke Menadonese recepten. Het is
zo'n gezellige praatbrief geworden dat ik hem
in zijn geheel overneem.
RITJA RODO
Stukjes spek uithakken, niet bruin laten wor
den; daarin een paar gesneden rijpe of half
rijpe tomaten, uien, lombok idjo even laten
sudderen. Water erin. Dan de gesneden
Kinderen in pioniersgezinnen hebben een heel
ander leven dan kinderen in de grote stad in
Holland. Hier zijn alle gemakken die een mens
zich maar kan indenken, maar b.v. op de boer
derij van de Buttelings in Suriname heb je
letterlijk niets. Zo zien we hier dus Jany en
Conny aan het klerenwassen (buiten in de zon,
op blote voeten en met een oud verschoten
jurkje aan) en op de achtergrond zie je Nancy
bezig met water putten voor de vaat. En dat
gebeurt alle dagen. Verder: zorgen voor de
koeien, de kippen, onkruid wieden in de tuin,
planten en oogsten. Allemaal naast het school
werk, want ze gaan ook nog naar school! Met
mooie kleren aan naar de bi of de Pier gaan
is er nooit bij. Maar ze zijn kerngezond en
worden later heel nuttige mensen.
sperciebonen, jonge djagong, aubergine (in 't
menadonees foki-foki) laten koken. De ritja
rodo is smeuig, dus neem niet te veel water.
RITJA-RITJA
Is heel iets anders; deze sambal waarmee
geroosterde kip, vis of vlees wordt overgoten
of ingewreven bestaat uit fijngestampte (ge-
toemboe) rode lombok, zout, djeroek, schijfje
djeroekschil; even in olie fruiten.
,,Als jong meisje mocht ik nooit in de keuken"
schreef Ritja Rodo verder, „je krijgt toch
alleen maar tranen van de rook"zei mijn
moeder. We kookten in Menado veel op
houtvuur, dus niet zoals op java op arang.
Midden in de keuken stond meestal een grote
stenen oj houten bak, gevuld met zand (dodi-
ka) en daarop een paar ijzeren staven oj stenen,
waarop de pannen geplaatst werden. Je hoefde
(Lees verder volgende pag.)
De ruzie tussen Nederland en
Indonesië is misschien voorbij
en iedereen is daarom erg blij,
Alle ellende is nu vergeven
en vergeten, en op de confe
rentie wordt natuurlijk
KOKKIES rijst met sambel
gegeten.
Kokkies Rijstwinkels:
Witte de Wlthstraat 1 28
Telefoon 89438
Slotermeerlaan 1 25
Telefoon 130362
AMSTERDAM-W
13