^Pte 3/merican
Pidgin, een verloren taal, een verloren Ziel Grote Tong'T°|^^®"
OP WEG NAAR SUCCES a
Yoor Kandjengbesars uit de Handel
U kunt al schrijft U niet op een
aparte en ook uiterst nuttige wijze tóch
wat doen voor uw blad. BRENG EEN
ADVERTENTIE AAN! Wij hebben
een heel kleine staf en we kunnen
onmogelijk overal op bezoek, maar voor
U kan het zo gemakkelijk zijn: bel even
uw publicity chef op en vraag hem een
contractje in orde te maken voor Tong-
Tong.
Klein maar. Want wij zijn maar een
klein groepje. Maar wij vertegenwoor
digen de grote groep van 1/3 millioen
nieuwe burgers in Nederland, die voor
vele millioenen maandelijks consumeert
en U dus ook helpt. Mogen wij een
beetje op uw hulp rekenen?
Men heeft me vaak gevraagd wie mijn lieve
lingsschrijvers en dichters zijn. Moeilijk te
zeggen. Ik zal een paar namen noemen, die me
direct te binnen schieten: Shakespeare, Rim
baud, Conrad, Chairul Saleh, Cervantes, Imr-
Ul-Kais, Akugawata, Omar Khayam, maar
zeker ook duizenden fragmenten uit Bijbel,
Koran, Pantsjatantra, Gita Govinda, Ortega y
Gasset, 1001 Nacht; de „schrijvers met penseel"
Goya, Gauguin, van Gogh, de dichters van
de soldatenliedjes in Atjeh, veel fragmenten uit
stamboel en bangsawan, oude en moderne
Chinese poezie. Tsk-tsk-tsk, there is no end.
Maar wat mij persoonlijk het liefst is? De
Pidgin poezie, verzameld in voor zover ik
weet maar één boek: „Pidgin English Sing-
Song", een boek dat uitgestorven is, maar dat
Rini Carpentier Alting toch voor me heeft
kunnen laten overtikken in Hongkong. (Vrou
wen zijn rare wezens. Ze kunnen geen bruggen
bouwen en geen schakelaar repareren, maar
als ie zegt: „Ik zoek een boek dat helemaal
verdwenen is", dan kunnen ze zeggen: „Ik
vind het voor jou". En ze doen het!)
Maar goed: ik heb die bundel nu weer (las
hem het laatst dertig jaar geleden en was als
„Indo-student" toen al getroffen door de heel
bijzondere bij geen enkele cultuur behorende
filosofie en poezie, geschreven in een taal die
nergens officieel bestaat (net als het petjo
dus, zaliger gedachtenis). Voor mij heeft die
poezie iets paradijsvogelachtigs: uiterst zeld
zaam en (daardoor) uitstervend.
Pidgin Engels, een taal die groeide in de
„contact-zóne" van Chinezen, Britten en
Maleiers, heeft een eeuw lang in alle havens
in de Pacific „geboeid" als enige taal waar
iedereen het verst mee kwam. Voor wie petjo
kent, is de kennis van Pidgin verrassend ge
makkelijk, omdat we er typische taalgebruiken
en taalmoeilijkheden in terugvinden, die in
Krembangan en Kemajoran ook bestonden.
Eén typisch voorbeeld: petjo-sprekers gebruik
ten graag het woord „stuks": één stuks tafel;
ik siet mliwis één stuks. In Pidgin hebben ze
het woord „pe-sze" (piece) en zegt men niet
„one knife" (één mes), maar „one pe-sze-nai-
fo". En b.v. „That piecee man no hab catchee
dlinko" die man heeft niets te drinken.
Men denke niet dat gebruikers en kenners van
deze taal botterikken zijn en ordinaire mensen.
De man, die Pidgin heeft onderzocht en
ge-herintroduceerd, Charles G. Leiand, is een
zeer begaafd gentleman. Wie Pidgin poezie
leest, merkt tot zijn verbazing dat het wemelt
van citaten van Confucius en Lao Tse, dat er
een heel andere schat in bestaat van spreek
woorden en wijsheden, vaak op een humoris
tische wijze tot stand gekomen (vergelijk het
Indische „spreekwoord": Na rehen kom mod
der", dat een heel andere (maar niet minder
leerrijke) inhoud heeft dan „Na regen komt
zonneschijn". Zo hebben ook in „petjo-buur-
ten" heel wat kleine boengs en grote boewaja's
hun eigen spreekwoorden en moraliteiten
gemaakt. Want leven maakt wijsheid, niet
lezen. Luister:
Who man swim best, t'hat man most
gettee dlown;
Who lidee best, he most catch tumble
down.
One piecee blind man healee best, maskee;
One piecee deaf man makee best look-see.
One-tim in taushan wise man no talk light,
One-tim in taushan foolo shinee blight.
Supposey you no make look-see for
mollow,
You velly soon-to-day make catchee sollow
(En dit laatste mag iedere onverschillige voor
het BON-Fonds wel goed in de oren knopen!
Wie niet vooruit wil zien (kom treh, Tjalie!)
wordt vroeger of later getroffen door verdriet!)
In de Pidgin poezie is het best en het hartver-
warmendst en begrijpendst geschreven over al
die wonderlijke blanda's, rare halfbloedjes en
gekke Sineesjes van het Oosten. Over Cap
tain Brown, over Mary Coe en Slang Whang.
En hoe in-droevig is het dat we in Indië (óók
Pacific) met onze klein-burgerlijke correctie-
zucht en glad fatsoen ons petjo hebben gebat-
jokt en uitgeroeid. We zijn er een stuk su
blieme poezie en sociologische kennis mee
kwijtgeraakt. En het onvervalst Indisch „that
will stand forever in history" is het overbe
kende: „Hetwelk is doende met verschuldigde
eerbied namens dezen... namens dezen... w.g.
Onleesbaar". T. R.
v 'f
Verscheidene plaatselijke Tong-Tong clubs,
vooral in het buitenland, verzochten ons de
prijs op te geven van een grote Tong-Tong
vlag. Onze eerste, originele Tong-Tong vlag
is geheel met de hand geborduurd en zou voor
de plaatselijke clubs of landelijke kantoren te
duur worden. Wij hebben daarom prijsopgave
gevraagd van gedrukte vlaggen. Bij een afname
van twintig stuks, komt zo'n vlag op 35,
per stuk. Indien er voldoende belangstelling
bestaat (dus tenminste 20 gegadigden), kunnen
wij de vlaggen tegen genoemde prijs leveren,
exclusief verzendkosten. De vlaggen zijn uitge
voerd in „wolletta"; de afmetingen zijn 100 x
150 cm.
Geef ons bericht als U geïnteresseerd bent;
zodra er voldoende bestellingen binnen zijn,
gaan wij voor U aan de slag.
15 AUGUSTUS 1962
le JAARGANG No. 1
pARINC
O NIS»
THE ONLY OFFICIAL DUTCH INDONESIAN MAGAZINE IN AMERICA
Het is niet alleen met "Great Expectations" maar met de absolute overtuiging
wij zulle °n met dit eerste T"djschc blad in Amerika, dat ik het open-
De eerste „American Tong-Tong' is er! Het plan bestond al een hele tijd. Er zijn duizenden
Indische mensen geëmigreerd naar The Statest een Amerikaans zusterbladmóet daar reden van
bestaan hebben, redeneerden wij. juist voor mensen die praktisch allemaal de eerste jaren een
moeilijke tijd moeten doormaken, is een eigen lijfblad een prachtig bindmiddel. Als je je draai
nog moet vinden, is een hechte band met groepsgenoten van onschatbare waarde. Eenmaal gesettled
heeft de Indische groep in Amerika blijk gegeven van ondernemingslust, dash, en aanpassings
vermogen die door de Amerikaan hoe langer hoe meer worden erkend en gewaardeerd. Een tijd
schrift gedragen door zulke mensen moet een succes worden. Wat in Holland in vijf jaar is
gepresteerd: een volwaardig-periodiek, moet in Amerika ook kunnen en in minder tijd.
Op de Nederlandse staf werd gewikt en gewogen, kansen afgewacht en toen doorgestoten. Al die
tijd zagen wij The American Tong-Tong in gedachten voor ons met de forse „kop" met de
adelaar, de vertrouwde naam, de twee schilden, het devies: „Loyal, Daring, Enterprising"
Nu houden wij het eerste exemplaar in de hand. Resultaat van nauwe samenwerking, opofferingen,
pushing power. Onwillekeurig komt er een gevoel van voldoening bij ons op, een gevoel van trots.
Een belangrijke mijlpaal is bereikt! O, ja het is nog maar een blaadje van vier pagina's met een
gering aantal abonnees. So what! Precies zo klein zijn we hier in Holland ook begonnen, toch?
fust wait and see! U hier in Holland kunt zich ook abonneren op de „A.T.T.". Het abonnement
kost per half jaar f 2.50 en voor een heel jaar f 5,Ajo, mensen laten wij het jonge Ameri
kaanse broertje steunen zoveel we kunnen. U heeft dan meteen een apart contact-middel met
familie en vrienden in The States. En Staff America, poekoel teroes, best wishes van
STAF NEDERLAND
15