fl
J. Th. Cremer
Zwolle 30 juni 1847 - Amsterdam 14 aug. 1903
(Vervolg van vorige pag.)
Landst. sld. Wolf, executie, d.d. 28-5-1943,
Midden-Sumatra. 20. Mil. sld. Croes, executie,
d d. 28-5-1943, Midden-Sumatra. 21. Mil. sld.
Vos, executie, d.d. 28-5-1943, Midden-Suma
tra. 22. Sgt. maj. Knefel, executie, d.d. 18-8-
1945, Noord-Celebes. 23. Fourier Blazet, exe
cutie! d.d. 18-8-1945, Noord-Celebes. 24.
Fourier Ratumbanna, executie, d.d. 18-8-1945,
Noord-Celebes. 25. De Neef, hfd. techn. dienst
P.T.T.. executie, d.d. 18-8-1945, Noord-Cele
bes. 26. J. Dengat, particulier, executie, d.d.
18-8-1945, Noord-Celebes. 27. Rumambi,
ambtenaar B.B., executie, d.d. 18-8-1945,
Noord-Celebes. 28. Sumaihoe, ambtenaar B.B.,
executie, d.d. 18-8-1945, Noord-Celebes. 29.
Sgt. Karauan, executie, d.d. 18-8-1945, Noord-
Celebes. 30. Annis, onderwijzer, executie, d.d.
18-8-1945, Noord-Celebes. 31. B. Mandagi,
executie, d.d. 19-6-1945, Noord-Celebes. 32.
Dr. J. Kaijadoe, overl. in gevangenis, d.d. 18-
8-1943, Batavia. 33. C. A. Damboer, executie,
d.d. 23-5-1943, Oost-Java/Kesilir. 34. S. Went-
zel, executie, d.d. 23-5-1943, Oost-Java/Kesilir.
35.' F. Deeleman, executie, d.d. 23-5-1943,
Oost-Java/Kesilir. 36. F. C. van der Kwast,
executie, d.d. 23-5-1943, Oost-Java/Kesilir. 37.
E. Christan, executie, d.d. 23-5-1943, Oost-Ja
va/Kesilir. 38. J. B. Kannegieter, executie,
d d 23-5-1943, Oost-Java/Kesilir. 39. H. de
Jonge, executie, d.d. 23-5-1943, Oost-Java
Kesilir. 40. D. F. D. van den Dungen Bille,
executie, d.d. 23-5-1943, Oost-Java/Kesilir.
41 E Böhle, executie, d.d. 23-5-1943, Oost-
Java/Kesilir. 42. V. H. K. Straube,
executie, d.d. 23-5-1943, Oost-Java/Kesilir.
43 J. Voigt, executie, d.d. 23-5-143,
Oost-Java/Kesilir. 44. R. M. Brantz, executie,
d d 23-5-1943, Oost-Java/Kesilir. 45. C. F.
Lans, executie, d.d. 23-5-1943, Oost-Java/Ke
silir. 46. M. C. Voogd, executie, d.d. 23-5-
1943, Oost-Java/Kesilir. 47. U. A. Thiel,
executie, d.d. 23-5-1943, Oost-Java/Kesilir. 48.
D. J. Helmich, executie, d.d. 23-5-1943, Oost-
Java/Kesilir. 49. D. Lentze, executie, d.d.
23-5-1943, Oost-Java/Kesilir. 50. E. Koot,
executie, d.d. 23-5-1943, Oost-Java/Kesilir. 51.
K. A. Visser, executie, d.d. 23-5-1943, Oost-
Java/Kesilir. 52. J. H. Mussers, executie, d.d.
23-5-1943, Oost-Java/Kesilir. 53. K. H. G.
Bos, executie, d.d. 23-5-1943, Oost-Java/Kesilir
54. H. A. Field, executie, d.d. 23-5-1943, Oost-
Java/Kesilir. 55. W. Schoen, executie, d.d.
23-5-1943, Oost-Java/Kesilir. 56. A. Bos, exe
cutie, d.d. 23-5-1943, Oost-Java/Kesilir. 57.
W A. Noordzij, executie, d.d. 23-5-1943,
Oost-Java/Kesilir. 58. H. Esser, executie, d.d.
23-5-1943, Oost-Java/Kesilir. 83. J. A. Schell,
executie, d.d. 23-5-1943, Oost-Java/Kesilir.
60. E. Delmaar, executie, d.d. 23-5-1943, Oost-
Java/Kesilir. 61. R. Barneveld Binkhuysen,
executie, d.d. 23-5-1943, Oost-Java/Kesilir.
62. Th. J. Groenendijk, executie, d.d. 23-5-
1943, Oost-Java/Kesilir. 63- P. C. M. Gude,
executie, d.d. 23-5-1943, Oost-Java/Kesilir. 64.
A van Ardenne, executie, d.d. 23-5-1943, Oost-
Java/Kesilir. 65. Ch. A. Smith, executie, d.d.
23-5-1943 Oost-Java/Kesilir. 66. Zuster L. H.
Klusman! executie, d.d. 23-5-1943, Oost-Java
Kesilir. 67. L. Vincent, executie, d.d. 23-5-
1943, Oost-Java/Kesilir. 68. J. A. van den
Burg executie, d.d. 23-5-1943, Oost-Java/Kesi-
lir. 69. Mevr. H. J. Luinenburg-Pelle, executie,
d.d. 23-5-1943, Oost-Java. 70. Ds. L. Ramp,
overl. in gevangenis, Oost-Java. 71. L- V.
Aarsse, controleur, executie, d.d. 17-2-1942,
Sangkoelirang (Oost-Borneo). 72. Mr. H. J.
G. d'Ancona, executie, d.d. 19-6-1945,
Menado. 73. J. Appel, gezaghebber, executie,
d.d. maart 1942, Mempawa (West-Borneo).
(Het tweede gedeelte van deze lijst zal in ons
volgende nummer worden opgenomen)
Van voortreffelijke aanleg, geest en gemoed,
heeft Cremer zich zelf weten te vormen met
slechts een betrekkelijk summiere schoolop
leiding als basis. Zo wist hij in 1867 door een
vergelijkend examen een plaatsing te verwei-
ven bij de Nederlandsche Handelmaatschappij,
die hem in 1868 naar Nederlands-Indië uit
zond, waar hij al spoedig gelegenheid vond
zijn talenten te ontplooien en van zijn grote
begaafdheid te doen blijken. In 1871 ging hij
op verzoek van de Ned. Handelmaatschappij
zélf over naar de 1 november 1869 opgerichte
Deli Maatschappij.
In de volgende tien jaren is hij het vooral
geweest, die het land van Deli met grote
kracht, voortvarendheid en vooruitziende blik
vooruit wist te brengen, zowel maatschappelijk
als economisch, en te maken tot het alom
bekende grote cultuurgebied, beroemd door
zijn tabak.
J. Th. Cremer
Foto uit: „Nederlandsch-Indië Oud en Nieuw
In 1876 betoogde hij met klem, welke nade
lige gevolgen het zou hebben, indien het
„Politie-Reglement voor Inlanders", daterende
van 1872, zou worden opgeheven, waarbij het
strafbaar gesteld was om zonder geldige rede
nen het huur-contract eenzijdig te verbreken,
of te weigeren om te werken. Hij liet het niet
bij dit protest, maar ontwierp in dat zelfde
jaar een ontwerp voor een Koelie-ordonnantie,
dat hij met een verzoekschrift indiende bij de
Gouverneur-Generaal. De in 1880 in werking
getreden Koelie-Ordonnantie voor de Oostkust
van Sumatra, kwam in hoofdzaak met dit
ontwerp van Cremer overeen. Eerst als Minis
ter van Koloniën kon hij doorvoeren, dat de
berechting van de overtreders niet meer te
Batavia behoefde te geschieden, doch tot de
competentie behoorde van de locale justitie
ambtenaren. Dat Cremer juist had gezien is
uit de loop der geschiedenis duidelijk geble-
ken.
In 1879 werd op zijn initiatief de
Plantersvereniging" opgericht. In 1880 keerde
hij naar Nederland terug, en kwam als resul
taat van zijn bemoeiingen de „Deli Spoorweg
Maatschappij" tot stand, waarvan hij de eerste
directeur werd. Kort daarna volgde de oprich
ting van de „Nederlands-Indische Landbouw
Maatschappij", door welke maatschappij o.a. in
1884 de dreigende debacle van de suikerindus-
trie kon worden bezworen.
Zowel „Werkspoor" als de „Nederlandsche
Scheepsbouw Maatschappij" en de „Konink
lijke Paketvaart Maatschappij" werden even
eens op zijn initiatief opgericht.
In 1881 werd hij tot lid van de Tweede Kamer
gekozen en bleef die functie gedurende dertien
jaren vervullen. In 1897 werd Cremer Minister
van Koloniën in het Kabinet Pierson. Onder
zijn ministerschap kwamen o.a. tot stand: de
regeling van de opiumregie met gelijktijdige
opheffing van het vroegere pacht-systeem; een
mijnwet voor Ned. Indië; een rechtstreekse
spoorweg-verbinding tussen Batavia (en Priok)
met het oosten van Java; een tramweg langs
Atjeh's Noord- en Oostkust.
De twee meest belangrijke feiten, buiten wat
hij voor Deli heeft gedaan, waren ontegen
zeggelijk, in de eerste plaats de bescherming
van de Koninklijke Maatschappij tot Exploita
tie van Petroleumbronnen in Ned. Indië tegen
de concurrerende Amerikaanse petroleum-indus-
trie, in de beginperiode van haar bestaan, o.a.
door het cancelen van de verkoop van de
Petroleum-onderneming Moeara Enim aan deze
Amerikaanse belangen. Het voor Ned. Indië
meest belangrijke feit, was de indiening van
het wetsontwerp, waardoor definitief aan
elke uitkering of bijdrage uit de Indische mid
delen aan de Nederlandse kas een einde zou
worden gemaakt. Wel werd dit ontwerp eerst
onder zijn opvolger Minister Idenburg tot wet
verheven, doch het initiatief is door Cremer
genomen.
In 1901 trad hij als minister af en keerde weer
terug tot zijn vorige arbeid bij verschillende
maatschappijen, waarmede hij, toen hij minis
ter werd, alle financiële banden had verbroken.
In 1905 keerde hij nog eens terug in Indie om
in 1907 weer terug te gaan naar Nederland,
waar hij president werd van de Ned. Handel
maatschappij. Na een vijftal jaren nam hij
ontslag en vestigde hij zich op het bekende
landgoed „Duin Kruidberg", echter niet om
op zijn lauweren te rusten. Nu was het de
oprichting van het „Koloniaal Instituut in
gezamenlijk overleg met Dr. H. F. R. Hu-
brecht, dat zijn volle belangstelling vroeg.
Bovendien werd hij in 1921 lid van de Eerste
Kamer. Na een halve eeuw werken, bleken
al die wel bestede jaren nog weinig vat te
hebben op de stoere werkkracht van deze man
Nogmaals deed de Regering een beroep op
hem, om haar te vertegenwoordigen in Was
hington voor een zeer delicate aangelegenheid.
Na de eerste wereldoorlog was Amerika s
stemming t.o.v. het neutraal gebleven Neder
land zeer verkoeld. Daar was dan de Belgische
propaganda voor het herkrijgen van het „afge
stane" Limburg, enz., en deze propaganda
begon in Amerika weerklank te vinden.
Cremer wist het volk aan de overzijde van de
oceaan te doordringen van het besef, dat Ne-
derland's recht onomstoteelijk vaststond.
In Amerika werd Cremer ernstig ziek doch
kon in 1920 toch naar Nederland terugkeren,
maar helaas was volledig herstel niet meer te
verkrijgen en zo stierf hij op 14 augustus 1923
in de Boerhaave-kliniek te Amsterdam, na een
geduldig gedragen lijden. Op zijn graf staat
een wit marmeren obelisk, met het opschrift.
„Aan Jacob Theodoor Cremer, een man van
groote bedrijve, besogne, memorie en directie,
ja singulier in alles, is dit gedenkteeken toege
wijd door het dankbare Deli".
Niets sierde deze grote zoon van Nederland
zo zeer als juist deze korte eulogie hem opge
dragen door het land, dat hij hielp groot
maken!