Prof. Dr. C. D. de Langen
Groot mens en groot medicus
De levensgeschiedenis te schrijven van Prof. Dr. C. D. de Langen wil zeggen
tevens een groot deel te geven van de geschiedenis van het moderne medisch
hoger onderwijs in Ned. Indië en Indonesië. Want aan dat onderwijs is de naam
van De Langen onverbrekelijk verbonden.
Helaas kunnen we in Tong-Tong daarvoor de
hem eigenlijk toekomende plaatsruimte niet
vrijmaken, maar wij hopen wel dat een van
zijn oud-leerlingen ééns zal boekstaven welk
een zegenrijk werk door deze grote man werd
gedaan, tot heil van het volk van Indonesië
niet alleen, maar ook van Nederland en de
hele mensheid.
Aanleiding om dit nu neer te schrijven is de
75ste verjaardag van Prof. De Langen op 10
september a.s.
In het grote gastvrije huis aan de Maliesingel
13 te Utrecht zal het dan ongetwijfeld rameh
besar zijn
Om enkele punten aan te stippen: in 1914
vertrok de jonge arts naar Indië, waar hij
werd aangesteld bij de dienst der pestbestrij-
ding, maar al gauw werd hij benoemd tot
leraar aan de STOVIA, waar tot dan toe het
onderwijs in handen was van Officieren van
Gezondheid. Hij verrichtte daar baanbrekend
werk en het waren o.a. zijn bemoeiingen
waardoor bewerkstelligd werd dat de Centrale
Burgerlijke Ziekeninrichting de C.B.Z., werd
verplaatst naar een nieuw gebouw, annex de
Stovia, waarmede tevens de grondslag werd
gelegd voor het Academisch Ziekenhuis. De
oude Stovia werd inmiddels tot Geneeskundige
Hogeschool. En ook dit was grotendeels te
danken aan het ijveren van De Langen. Immers
toen hij in de z.g. Commissie Boeke zitting had
die de omzetting van de Stovia tot Geneeskun
dige Hogeschool moest bestuderen, en dit op
tegenstand stuitte in Nederland, schroomde
hij niet daartegen krachtig in opstand te komen.
Met als gevolg dat de Medische Hogeschool
in 1927 tot stand kwam.
Behalve „leraar" was hij ook een groot onder
zoeker en door zijn wijdgespreide wetenschap
pelijke belangstelling verwierf hij een diepe
kennis op het gebied van alle mogeijke medi
sche vraagstukken.
Hij beschikte over een fenomenale werkkracht
en werklust. Van 's-moigens vroeg tot 's-avonds
laat was hij in touw. Mede tot voordeel van
zijn honderden patiënten. Hij had zoals dat
wel genoemd wordt die geheimzinnige kli
nische blik, die in een medicus het meest
nodige is. Wij zouden ook kunnen zeggen:
tangan dingin.
Einde 1934 vertrok hij met zijn gezin naar
Holland, waar hem in Utrecht een nieuwe
werkkring wachtte. Al gauw werd hij daar ook
tot hoogleraar benoemd.
Zijn vele vrienden in Indië lieten hem node
gaan. Want vrienden had De Langen in alle
kringen en lagen der samenleving. Zijn oud
patiënten droegen hem op de handen en vele
geschenken getuigden van hun dankbaarheid.
In zijn huis treffen wij dan ook heel wat
Oosterse kunstschatten aan, die herinneren
aan de tijd in Indië doorgebracht en aan de
vrienden die hem dit moois schonken. Zijn
vele oud leerlingen, die momenteel over de
hele wereld verspreid op invloedrijke posten
zitten, zelf reeds hoogleraar zijn dan wel als
huisarts of specialist praktijk uitoefenen, den
ken in dankbaarheid aan de wijze lessen die
zij van hun leermeester ontvingen. Het zijn
onder de oud-studenten echter niet alleen
artsen die hem als vriend hebben leren kennen
en waarderen. Door zijn hartelijke medeleven
met de studenten, verenigd in het Bataviaas
Studenten Corps, in feite door zijn stimuleren
de en pousserende hulp, heeft hij de gehele
Bataviase studentenwereld aan zich verplicht.
Nimmer deed men vergeefs een beroep op De
Langen. Toen er een „Kroeg" moest komen
was het zijn daadwerkelijke steun die de plan
nen hielp verwezenlijken.
Indië kon De Langen moeilijk missen, maar
omgekeerd kon De Langen eigenlijk ook Indië
moeilijk misen. Een stuk van zijn ziel had hij
daar gelaten.
Prof. Dr. C. D. de Langen, strijdbaar en
humaan mens, groot medicus.
Foto: ,,De Tijd"
Toen na de Tweede Wereldoorlog op De
Langen een beroep werd gedaan om te helpen
bij de wederopbouw van wat door de Jappen
in de war was gestuurd, was hij dadelijk
bereid daaraan zijn beste krachten te geven.
Helaas liep het door de politieke ontwikke-
ligen niet zoals hij gehoopt had. Een feit is
en blijft het echter dat hij steeds de achting
is blijven genieten van al zijn oud-collega
artsen zowel als van zijn leerlingen en patiën
ten. En wij weten dat het de vurige wens is
van Prof. De Langen dat de betrekkingen
tussen beide landen weer van hartelijke aard
zullen worden. Hij zal dan een der eersten
zijn die als men hem dat vraagt wederom daar
waar dat nodig mocht zijn, met volle inzet
van zijn persoon te steunen en te helpen.
Tong-Tong hoopt dat deze wens spoedig in
vervulling mag gaan en brengt deze grote
vriend op zijn 75ste verjaardag gaarne de
verschuldigde hormat! Pandjang oemoer, sla
mat dan bahagia!
WIES VAN MAARSEVEEN
Wij plaatsen hier ook nog het „feestdicht
dat Wies van Maarseveen wrochtte ter gele
genheid van het 50-jarig artsenjubileum van
Prof. De Langen en dat zij tijdens een intieme
bijeenkomst op die dag, op 25 januari j.l. in
het doktershuis in Utrecht voordroeg.
Professor De Langen, hooggëerde Docent
Nu IJ vandaag het feestvarken bent
Zouden wij gaarne tot U willen spieken
En U wat in de hoogte steken
Niet dat U zich nu in de laagte bevindt
Oh neen, dat weet zelfs ieder klein kind
Het is dan ook slechts bij wijze van zeggen
Dat wij op die hoogte de nadruk nu leggen
Wij vangen dan ons Repertorium aan
Met negentienveertien, toen kwam U daar aan
ln 't schoon lnsulinde waar nog heerste de Pest
Die U ging bestrijdenhet lukte U best
Maar spoedig reeds legde men op IJ beslag
Voor iets dat naar bleek nog beter U lag:
't Was de Stovia die al vele jaren bestond
Die U als burgerman aan zich verbond
Om de Doktor Djawa te vormen
Naar Oosterse zowel als naar Westerse normen
Daar hebt U toen met uw collega De Waart
Heel wat wetenschappelijk werk geklaard
En toen U in vijfentwintig naar Nederland
kwam
En er met Boeke in de Commissie zitting nam
Om 't medisch Hoger Onderwijs op poten te
zetten
Toen maakte U daarmede korte metten:
De Hogeschool werd in zevenentwintig gesticht
£,2 heb ik het goed de nieuwe C.B.Z.
toen ook ingericht
Die tot dan toe op Glodok nog stond
Op Oud Bataviase grond
En nu werd tot Academisch Ziekenhuis
Hetgeen nimmer werd tot een abuis
Toen U dan op Salemba de Scepter ging
zwaaien
Wij zouden hier de waarheid verdraaien
Als wij niet zeiden hoe goed U dat deed
En wij weten nog best hoe een ieder het speet
Dat U naar Negiri Koud ging vertrekken
't Was het onderwerp van alle gesprekken
Dat U Indië ging verlaten
Ook het huis dat stond aan een van de mooiste
straten
Die Batavia toen rijk was: het Koningsplein
Weet U nog wel: in rechte lijn
Vormden de Assembomen een prachtige laan
Waardoor je kon wandelen bij 't licht van
de maan
Even een Koningspleintje gaan doen
Langs 't Decapark, 't Paleis, 't Plantsoen
Daar was je wel een uurtje mee kwijt
Een vierkante kilometer is niet klein zo gezeid
Eens in het jaar was er een vrolijk vertier
Dan ging heel de stad naar de Pasar Gambir
En verder kon je er 't hele jaar door
Via de ingang van 't Gemeentekantoor
Op de zonnige Sportvelden komen
Aan de kant overschaduwd door Regenbomen
Daar speelde je Korfbal en Voetbal en Tennis
Op het raceterrein ontmoette je altijd wel een
kennis
Maar om op uw huis terug te komen
Stonden daarvoor geen Kanariebomen?
In elk geval was het altijd open
Ook voor ieder die pas aankwam in de Tropen
Ze werden allen gastvrij ontvangen
Ook en vooral door U, Mevrouw De Langen
Daar werd menig jonge Totok-klant
Vertrouwd gemaakt met 't heerlijke land
Dat U beiden zo lief had gekregen
Met zijn mooie natuur en prachtige wegen
Waarlangs U per auto de bergen in kon gaan
Om er in de koele ochtendlucht te staan
Diep ademhalend van 't schoons te genieten
En ik hoop dat U het nooit zal verdrieten
Om aan deze mooie tijd terug te denken.
Laat ons dan nu nog wat aandacht schenken
Aan 't baanbrekende werk dat door U werd
verricht
En de vele Organisaties die door U zijn gesticht
Aan uw vele zo dankbare leerlingen
Die altijd hun lof voor U blijven zingen
Hetzij zij Javaan of Chinees dan wel Hollander
waren
(Vervolg op pag. 20)
8