Un clair de la lune a Depok Satu Ampat Djalan U weet hoe de tophit „Un Clair de Lune a Maubeuge" (Moonlight at Maubeuge) is ont staan? U kent het dorpje misschien, omdat U er op weg naar Parijs doorheen gereden is? Niets aan. Snertdorp. Vooral als je denkt aan De Lichtstad Parijs. Welnu, de maker van deze tophit (die al meer dan 2 millioen platen heeft verkocht!) is een even „waardeloze" jongeman, Pierre Perrin, die na een mislukte liefde de hand aan zichzelf sloeg, gered werd en op advies van zijn dokter taxi-chauffeur werd in Parijs om over zijn zwarte pessimisme heen te komen. Perrin deed het. En luisterde naar het gezwets en getetter van zijn klantjes, waarop hij in gedachten maar één commentaar had: „Mais tout ga ne vaut un clair de lune a Maubeuge!" (Het haalt allemaal op geen stukken na bij maanlicht over Maubeuge). Nu is het gekste van alles, dat Perrin Maubeuge nog nooit van z'n leven gezien had, maar dat hij de naam misschien willekeurig koos als symbool van iets heel verafs en heel onbenulligs, dat noch tans duizendmaal meer waard kan zijn dan alle glorie van Parijs. Zo vaak herhaalde hij deze uitspraak, dat zij op het laatst een muzikale cadans ging vormen in zijn gedachten. Nieuwe zinnen kwamen KREMBANGAN EN OMGEVING SOERABAIA (omstreeks 1905 erbij en het liedje was gemaaktMaubeuge werd beroemd. Perrin werd benoemd tot ere burger. Een festival trok maar eventjes 150.000 gasten, meer dan het dorpje ooit bij elkaar had gezien. Maubeuge Hieraan denk ik als ik sommige Indischgasten (bruin en blank) soms uiterst vergenoegd en absoluut onverstoorbaar bij een opsomming van heerlijkheden van Europa hoor zeggen: „En tóch haalt er niets bij poeter Kajoon!" of „Een zondagochtend op Prigen" of (zoals mijn Pa): „Een moot echte Oost Javaanse wadjik!" Vul maar in, vul maar in! Ik durf gewoon weg niet aan mijn lezers te vragen voor welke onbenulligheid in Indië „ze de hele wereld kadoo kunnen krijgen". Ik zou de wonderlijkste uitspraken krijgen! En toch: pas dan zou je weten hoe intensief we daar leefden, nietwaar? Eens proberen T. BAMBINGAN In het'artikeltje „Waar komt die naam van daan?" van de heer Schlameisen (T.T. 30-8- '62, pagina 11) zijn enkele fouten geslopen: „tempat aping" moet zijn: „tempat Baping" en de naam van het plaatsje werd uiteindelijk Bavzbingan. WAAR KOMT DAT WOORD VANDAAN? In de Engelse taal bestaat de uitdrukking: ,,One for the road". Daar bedoelt men op een borrelavond het allerlaatste rondje mee. „Eentje op de valreep", zouden wij zeggen. Tegen woordig hoort men in Engeland een nieuwe uitdrukking bezigen door Britten die jarenlang in Malakka hebben gezeten: „Satu ampat djalan". Het is kennelijk een letterlijke Maleise vertaling van „one for the road", waarbij het woordje „for" phonetisch werd geïnterpre teerd (dus: één, vier, weg). Grappig zoals een typische zegswijze misschien wel door een „Boy" van de „So-and-So" Club vertaald of ontsproten aan het brein van een (benevel de) grappenmaker van het ene werelddeel naar het andere wordt gebracht en zich daar koppig „vastbijt". Want het zit er dik in, dat „satu ampat djalan" snel populair zal worden. In Engeland zijn immers ook veel Indiase woorden ingeburgerd (bungalow, khaki) en een Indiase uitdrukking als „Puka Sahib!" (Fijne kerel!) wordt ook door de „thuis"- Engelsman met gusto gebezigd. Wie weet nog meer van dergelijke uitdrukkin gen die min of meer toevallig zijn ontstaan, en die „burgerrecht" verkrijgen in een andere taal? I.. I Attentie anak-KrambanganWij kregen een kaart in handen van deze bekende Soerabaja'se buurt en drukken hem hierbij af. Het is maar een „topografische" kaart met de bekende „Legenda!'Maar wedden dat het bij U een stroom van herinneringen zal wakker maken? Voor U léven die koude, onpersoonlijke lijnen en tekens. Zo leest een ervaren patrouillecommandant zijn staf kaart immers ook? Hij ziet de tjotten met de trillende hitte-lucht erboven, de verraderlijke djoerangs, het nauwelijks zichtbare rimboepad, een verlaten ladang. U ziet straten en huizen, de kali, een tangsi, scholen, de stoomtram... en U ziet vooral MENSEN. Als U op de kaart bepaalde punten of plekjes herkent, dan duiken meteen de gebeurte nissen die eraan verbonden waren op. U ziet de mensen die erbij betrokken waren weer voor U, gewone mensen en ook mensen die iets bijzon ders hadden of bijzonder waren. Typen dus. Indo's, Totoks, Chinezen, Javanen, gerenommeerde jagers wellicht, tokohouders, poekoelan-spelers, een tramconducteur en tjangs die beroemd waren om een speciaal gerecht of een zeer gezochte djamoe. Wat een prachtige verhalen zou je daar niet over kunnen schrijven. Vertellingen van levensechte mensen, boeiender dan vele romans. U hoeft niet „mooi" te schrijven, gewoon maar is al mooi genoeg. En vergeet niet anekdoten over de Rooje Bol". Alleen U en niemand anders kan het doen. Ajo, het initiatief is aan U, anak- Kramban- ganl Wie opent de reeks? Come on, Grote Tok" en Kleine Tok" klim snel in de pen en stuur in. Anderen zullen volgen. Als wij al veel verha len hebben, maken wij er een pocketboek van. Dan hebben we niet alleen een mooie verhalenbundel, maar feitelijk ook een basis voor een histo- rischlsociologisch document dat tanggoeng bij wetenschapsmensen in goede aarde zal vallen. En Kemajoran? Kan ook! Wie stuurt ons om te beginnen een kaart van Kemajoran? Die drukken wij ook af, U heeft dan een „steuntje" voor uw herinneringen. En dan toelis maar, lui! Rt. 10

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1962 | | pagina 10