En toen? Oude Sobats De Javaanse of Gewone Waaierstaart- Vliegenvanger Militie-brigadier Hal Wichers HOOFDDOEK Het is een zeer levendig vogeltje, met eigen aardige en vlugge bewegingen van zijn staart veren die koket uitgespreid worden als een waaier. Vandaar de inheemse naam Boeroeng- Kipas. De Soendanezen zien in de uitgespreide staart meer gelijkenis met een bezem en noe men het vogeltje Manoek-Sapoe. In het Javaans is de naam Sikattan. De lengte is ongeveer 19 cm., de kop zwart met een witte wenk brauw vlek. Kin en keel zijn wit, de nek, -de hals en de band dwars over de kop zijn bruin grijs. De vleugels, de rug en de stuit zijn donkergrijs met een rosachtige tint, de vleugel- dekveren met rosachtige zomen, de bovèn- staartdekveren lopen uit in rosachtige haar- veertjes en de staartpennen zijn rosachtig zwart met donkere dwarslijntjes en witte uit einden aan de vier buitenste paren. De verdere onderdelen zijn wit met een rosse tint. De Javaanse Waaierstaart-Vliegenvanger (Rhi- pidura j. javanica (Sparrm.) bewoont Java, Sumatra en Borneo en komt algemeen voor nabij bewoonde erven en tuinen, waar hij jacht maakt op insecten en rupsen. Het stemgeluid heeft iets meesachtigs en bestaat uit drie of vier tonen, waarvan vooral de laatste met kracht wordt uitgestoten: Tjie wie wiet of ook wel Tjie tjie wie wiet. Men hoort ze de gehele dag, maar vooral 's-morgens en 's-avonds. Het nest wordt zeer kunstig gemaakt in vork jes bij voorkeur hoog in bamboestoelen dik wijls echter ook laag boven de grond en bestaat uit fijne vezeltjes, welke door spinnen webben en plantaardige wol tot een geheel zijn verenigd. Het is half bolvormig met een staart", welke dienen moet om bet geheel meer steun te geven, en bevat in de regel twee tot drie eitjes, mat of met slechts weinig glans. Ondergrond wit of crème. De tekening bestaat uit vaak ineenvloeiende spikkels en vlekjes, welke een kransje vormen op de stompe pool en daarbuiten schaars staan. De tekening is soms erg flets. Primaire vlekking is licht- tot 's-Morgens had de plechtigheid vóór het bataljonsbureau plaats gevonden. Met enige trots werden de pisangschillen, in L-vorm, op de kraag bevestigd. „Al recht ja, van mij „Loh, die ene een beetje scheef, gat-nja verplaatsen dong". Op weg naar de poort kwam zo'n nieuwbakken brigadier een Menadonese recruut met kaal hoofd, en zijn vrouw tegen. Stram salueerde de recruut. „Ih... ta'oesah, korporaal sadja!" beet zijn vrouw hem .toe. De „korporaal-sadja" liep glimlachend door. Hij wist het wel beter. De poort uit, slingerde hij zich op zijn fiets. Ha! Nu kon hij de buitenwereld laten zien, dat hij geen gemeen soldaat meer was, maar brigadier. BriggesAlle soldaten moesten nu voor hem salueren. Hij moest wel salueren voor alles, dat boven hem stond en dat was nog heel wat Plotseling een hand aan de pet. Schichtig keek ons brigadiertje om zich heen. Ach, sukkel, het was voor hem, dat die soldaat salueerde. Maar het was nu te laat. Hij was 'm voorbij- gereden. Kwam daar in de verte een sergeant aan Ja, dat moest er één zijn. Snel ging de hand van de brigges aan de pet. Hen grijns van de wapenbroeder aan de andere kant van de weg. „Verrek! Buiten-model strepen van glimmend zijde-draad". MIL. BRIGADIER 69314 Foto: Loke Wan Tho: „A Company of Birds" donker zeemkleurig of olijfgetint-bruin, soms bijna zwart en de secundaire is askleurig. Broedtijd januari-augustus. Zie hoe de kleine diertjes, rusteloos en beweeg lijk vliegen en sluipen tussen de stengels en takken, zich neerzetten, koket wippen met de uitgespreide staart, elkaar dan weer vervolgen, onder het uitstoten van hun roep. Het zijn drukke maar vrolijke vogeltjes die een Indische tuin of erf verlevendigen. J. C. H. Dear Tong-Tong, Met gemengde gevoelens lees ik in Tong-Tong „Expositie van Hal Wichers" en kijk naar ons schilderij van het meer van Patengan, geschil derd in 1931 door hem. Ik ben aan dit meer geboren en getogen. Heb mijn man daar ontmoet en er mijn zoon opge voed. Als ik nu kijk naar het schilderij en weer ver der lees over Hal Wichers, dan wie had dat ooit gedacht, dat ik weer zo sterk herinnerd zou worden aan kina en thee en bergen, bossen, water en zonneschijn (ofschoon we van het laatste hier ook heel wat hebben). Die sprookjesnatuur en trouwe aanhankelijke men sen. Ik kon tijdens vakantie bij mijn vader, uren dwalen rond het meer en in de bossen en niemand die er aan dacht een ander kwaad te doen. De bevolking was eenvoudig en kinder lijk. Waren zij toen beter dan nu? Eens als jongmeisje ben ik haast in dat meer verdron ken. Moerdasan, een oude visser, de enige die aan het meer woonde behalve Dr. Warstatt, heeft mij er weer uitgehaald. De bevolking was trouw, goed en tevreden. Waar is dat alle maal gebleven? Nu hangt het meer van Patengan aan de wand van een Californische livingroom haar waardig. Wij hopen dat als Tong-Tong hier goed geves tigd is, Hal Wichers een expositie ook hier zal houden en de Amerikanen de Hollands- Indische kunst kunnen appreciëren. Onze beste wensen voor een groot Tong-Tong, alsmede veel succes en groeten voor Heintje Wichers van LOUISE MEINTSER-VAN MAARSEVEEN SANTA ANA, CALIFORNIA Wie van onze lezers kan een uitleg geven, waarom de Javanen als hoofddeksel altijd een hoofddoek met een eivormige knoedel (telor asing) dragen, en de Sumatranen altijd een pitji? T. KNAAP „...Thans waren alle gasten in de achtergalerij verzameld, ieder een glas vol schuimende champagne in de hand. De heer Hansen had juist zijn gloeiende toast geëindigd en de aanwezigen brach ten het glas aan de mond, toen de klok acht sloeg. Meteen knalde een schot, het glas van Brandhorst vloog aan stuk ken, hijzelf zakte als een zoutzak in elkaar. Het tumult was onbeschrijfelijk, enige zenuwachtige dames vielen flauw. Kees liet, ondanks de tegenwoordigheid van Fientje, een kernachtige vloek horen. Hij snelde naar Leo toe, doch deze richtte zich op en fluisterde hem j iets in. Kees liep vlug de zijkamer in, i waar het contactknopje zich bevond. I Op hetzelfde ogenblik werden allen in de diepste duisternis gehuld, waardoor de consternatie nog groter werd. Toen men het licht weer aandraaide waren èn Leo èn Kees verdwenen..." Pr Hrhaanute triomf ran de Indo-dcteetirr dat»r VCEK Wilt U meer weten van de avonturen van Leo Brandhorst (amateur-detective)zijn vrienden Kees van Bergen, Willem Saponema „Tjeroeroet"en commissaris Van der Drift en van de schavuit Hadji Ismail en zijn trawantenLees dan ,,De Schoonste Triomf van de Indo-Detective"door UCEE. Door storting van 2.50 op giro 6685 tonder vermelding „Indo-detective"krijgt U het hoek thuisgestuurd. 17

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1962 | | pagina 13