De inhoud van uw parfumflesje I.K.K. Tong-Tono Hedendaagse Kunst van Bali (Vervolg van pag. IP) denken aan het laboratorium uit de film ,,Dr. Jekyll en Mr. Hyde". We zien drums aan voeren met kruidnagelolie waarvan de man die ons door het emplacement rondleidt weet te vertellen dat ze naar de afdeling voor de bereiding van „VAN1LL1NE" gaan. Ja wel, vanillesmaak of vanillelucht uit de tjengkèh- olie! Maar niet alleen uit deze olie wordt de vanilline bereid doch de chemische fabrieken vooral in de U.S.A. maken uit het houtpulp, gebruikt bij de papierfabricage, dit vanilline, wat de typische vanillesmaak geeft aan uw ice-cream en vla. Verder zien we enkele drums gevuld met citronellaolie afkomstig uit West-Java waar van de inhoud tot roos-alcoholen en esters verwerkt wordt. Dit zijn de chemische bena mingen voor de naar „rozen" riekende ver bindingen uit onze sereh-olie. In een andere afdeling zien we mannen die bezig zijn grote ketels te vullen met ,MOS" het eikenmos, (het mos dus wat op de eiken bomen groeit) waarschijnlijk uit Joegoslavië of Marokko en waaruit een reukstof vervaar digd wordt, die een voornaam bestanddeel is van het Chypre-parfum. In weer een andere afdeling krijgen we de fabricage van het kunst-Muskus of met een geleerde naam het „nitro muskus" te zien, kristallen met een intensieve muskusucht, waar van de prijs een fractie is van het echte mus kus uit het muskus-hert. Dan in een andere afdeling weer worden de scheikundige verbindingen getoverd welke naar „viooltjes" ruiken en zo belanden we in de afdeling waarin al deze honderden, dikwijls duizenden luchtjes verwerkt worden tot har monische samenstellingen en dit is de afdeling waar de parfumeur de scepter zwaait. Hij is naast artist en vakman, dikwijls chemisch onderlegd, we zien hem achter zijn parfum orgel zitten, dat is een in de vorm van een halve maan gebouwd flessenrek, waarin dui zenden flesjes gevuld met riekende kristallen, vloeistoffen, pasta's, poeders, etc. etc. Hij is de man die de diverse luchtjes van elkaar weet te onderscheiden. We zien hem achter zijn orgel aan strookjes papier ruiken, welke van te voren in een of andere geurende vloeistof zijn ge doopt; hij weet met zijn neus de diverse luchtjes te analiseren en wordt dan ook in het bedrijf de „NEUS" genoemd. De man creëert synthetische rozen, jasmijn, oranjebloesem en andere bloemengeuren waarin geen druppel van de natuurlijke olie uit de overeenkomstige bloem verwerkt is. Hij creëert met behulp van deze synthetische bloesemoliën en andere riekende chemische stoffen uit de veredelde vetivert- en sandel houtolie een parfum met een specifieke edel- houtlucht. Een ander parfum opgebouwd uit het eiken mos ruikt weer mos- en aardachtig, een ander weer wierookachtig, kortweg parfums met een eigen specifieke lucht. Dit zijn de zogenaamde „bases' of „basis"- parfums, meestal specialité's van de betrokken fabriek waarin speciale grondstoffen verwerkt worden waarvan de chemische bereidingswijze strikt geheim wordt gehouden. Het zijn deze specialité's en de synthetische bloesemoliën die hun weg vinden naar de grote parfumverwerkingsbedrijven. Hoewel de synthetische bloesemoliën vrijwel volmaakt ruiken mankeert er toch iets „na tuurlijks" aan. Om dit natuurlijke te krijgen voegt men hierbij een bepaald percentage natuurlijke bloesemolie toe. Nu zult U zich afvragen waarom dan niet de natuurlijke bloesemoliën te gebruiken! Het antwoord hierop is dat deze veel te kostbaar zijn. Voor de bereiding van 1 kilo natuurlijke jas mijn absolute of 1 kilo rozenolie, heeft men enkele duizenden kilo's bloemen nodig. De prijzen zijn schrikbarend hoog. Ze variëren tussen de 2.000,tot 6.000,p. kg. De moderne parfumeur is ook op de hoogte van de psychologische werking der diverse reukstoffen. Hij weet namelijk, dat de geur af gegeven door vele van deze stoffen vooral die uit het dierenrijk met name het muskus, het civet en het amber, erotiserend werken, dus dat ze de zinnen opwekken en hij weet ook dat om dit effect te bereiken, hij deze reukstoffen in het door hem bereide parfum zó moet doseren en „omringen", als het ware insluiten door andere luchtjes, dat deze dierlijke geuren welke wij kunnen vergelijken met die der afscheidingen van het menselijk lichaam, in het parfum op de achtergrond of in het onderbe wustzijn blijven. Hij weet dat elke vrouw bewust dan wel onbewust het parfum gebruikt om de andere sexe aan te trekken; verder moet hij zorgen dat het parfum houdbaar en diffuus is d.w.z. het parfum moet lang op de zakdoek blijven ruiken en niet te snel verdwijnen en krachtig doch niet opdringerig ruiken, zodat de kleinste hoeveelheid als het ware de directe omgeving vult met de uitgestroomde lucht. En al deze bovengenoemde eigenschappen vindt U in de bekende Franse, Spaanse of Engelse merken parfums. M. V. Mogen wij de Kringleden nog herinneren aan de dia-vertoning van Bretagne, Provence, Cor sica en Spanje door de heer L. J. P. M. Kart- haus op donderdag 25 oktober a.s. in de zaal Prins Mauritslaan 36. Aanvang 20.00 uur. Voor november twee belangrijke evenementen: donderdag 1 november: een lezing over Du Perron (in het kader van de Du Perronher denking) door de heer R. Nieuwenhuys (Breton de Nijs), en op donderdag 1P november zal mevrouw Marga- retha Ferguson de onlangs overleden schrijfster Maria Dermoüt herdenken. De voordracht kunstenares Mary Kiehl zal daarbij uit het werk van Maria Dermoüt voordragen. Beide lezingen worden gehouden in de zaal Prins Mauritslaan 36 en beginnen om 20.00 (Vervolg op pag. P) tot kitsch. Want dat gevaar was er. En de bazarrommel was er óók. Omdat de touristenreizen aanleiding werden tot massaproduktie, die goedkoop moest zijn en niet al te ingewikkeld. En zó kwamen dan de Djangèrkoppen te voorschijn, de bustes van jongens of oude mannen enz. enz. Daarvan ziet men op deze expositie niets. Omdat het goede werk door opdrachten van kunsthandels vernietigd dreigde te worden, zijn er maatrege len genomen om het kwaad te keren. In het bestaande Bali-Museum te Den Pasar kwam omstreeks 1933 een verkoopafdeling, waar men de bezoekers op het betere werk opmerk zaam maakte. Dat was duurder, maar het had stijl en het had betekenis als kunst. En in 1936 is er een Vereniging van Balische kunstenaars tot stand gekomen, met o.a. Bonnet en Spies als bestuursleden. De Voorzitter was een Baliër. De werkzaamheden hadden een huiselijk ka rakter. De bedoeling was het werk te tonen en de werkelijke kunstenaars levensmogelijkheden te bieden. Dit streven werd direct gesteund door het Java-Instituut, door de Bond van Nederlands-Indische Kunstkringen, sinds de jaren 19351936. Er werden contacten in Europa gezocht en gevonden. Door Nederland se instellingen als bijv. het toenmalige Kolo niaal Instituut te Amsterdam en ook door de Amsterdamse Kunsthandel Van Lier, werd dit werk in het buitenland bekend, bijvoorbeeld door internationale tentoonstellingen te Parijs, New York, San Francisco. Natuurlijk was er direct ook grote belangstelling in Nederland zelf, sinds de eerste exposities hier in 1937, waarbij Bonnet het begin van zijn verzameling, die hij steeds heeft gekoesterd als een kind, exposeerde. Toen onze vorige Koningin, nu Prinses Wil- helmina, als Vorstin haar 50-jarig Regerings jubileum vierde, kwam Zij te Amsterdam ook de Afdeling nieuwere Balische Kunst bezoeken. Men weet dat Prinses Wilhelmina zelf schil dert. En zo kwam het, dat Zij op die afdeling lange tijd bleef kijken, met een persoonlijke belangstelling. Degeen, die de eer had de vorstelijke bezoekster rond te leiden kan daar van getuigen. Zij trok zich niets meer van het protocol aan. En tenslotte merkte Koningin Wilhelmina op: dit werk mag niet worden beïnvloed, het moet aan het Nederlandse volk worden getoond. Welnu, aan beide wensen van onze toenmalige Vorstin is voldaan. De Vereniging van Balische kunstenaars heeft niet willen beïnvloeden, wel heeft zij strenge maat staven aangelegd, waaraan de leden zich on derwierpen, ten eigen voordele. En wij in Nederland zijn inderdaad in staat gesteld om dit werk te zien. Zo ook bij gelegenheid van deze expositie te Utrecht, die men niet moet missen. Het is iets bijzonders wat men onder ogen krijgt. Ik geloof, dat velen zullen genieten van wat die begaafde Baliërs in de laatste dertig jaren hebben gemaakt. De keuze van Bonnet staat er borg voor, dat men geconfronteerd wordt met werk van het edelste soort. Th. P. GALESTIN

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1962 | | pagina 14