Hedendaagse kunst van Bali
De Redactie van Tong-Tong vroeg mij iets te schrijven over de tentoonstelling
„Hedendaagse Kunst van Bali", die tot 3 december 1962 te zien zal zijn in het
Centraal Museum te Utrecht (Agnietenstraat 1). Gaarne voldoe ik aan dit verzoek,
in de hoop hiermede de lezers van dit blad, voorzover zij het nog niet wisten, op
deze expositie attent te maken.
Tong-Tong zelf draagt daartoe ook iets bij: er
komt zowaar een kalender, gewijd aan deze
kunst, waarvan velen hebben horen spreken,
doch waarbij wel eens gedacht wordt aan het
maakwerk, dat per bakoel verkocht werd in de
jaren voor en na de tweede wereldoorlog.
Welnu dat werk ziet men op deze expositie
niet, want het gaat in dit geval over een keuze
uit de beste tekeningen, schilderijen en hout
sculpturen, die ginds, vanaf omstreeks 1929
werden gemaakt. Deze keuze is gemaakt door
de Nederlandse schilder Rudolf Bonnet, die
op Bali vanaf genoemd jaar, toen hij er kwam
wonen hij bleef er, met korte tussenpozen,
tot 1958 een verzameling heeft aangelegd.
Een groot gedeelte van de oorspronkelijke
collectie-Bonnet is enige tijd geleden in het
bezit gekomen van de Leidse Universiteit, die
de verzameling in bruikleen gaf aan het Rijks
museum voor Volkenkunde te Leiden. Een
ander deel schonk Bonnet aan het Museum
voor moderne Balische Kunst te Oeboed, Bali,
dat hij heeft helpen bouwen en waarvan hij de
eerste conservator is geweest. Tenslotte heeft
hij voor zichzelf enige topstukken behouden,
die voor een groot deel eveneens in Utrecht te
zien zijn.
Toen Elare Majesteit Koningin Juliana van de
Directrice van het Centraal Museum, Mej. Dr.
M. E. Houtzager, over een aanstaande Bali-
tentoonstelling hoorde, heeft zij spontaan stuk
ken uit het bezit van ons Vorstenhuis, ge
schenken uit Bali vanaf 1901-1937, voor deze
expositie ter beschikking gesteld. Daaronder
zijn bijzonder mooie voorwerpen, ook uit
andere materialen gemaakt: goud, zilver, ivoor.
Last - not least is er aan de expositie een
afdeling documentatie toegevoegd, waarbij o.a.
stadia van schilder- en beeldhouwwerk en por
tretten van Balische kunstenaars uit onze tijd
te zien zijn. Dit als inleiding.
Ik geloof, dat voor velen de expositie een
verrassing zal zijn. Dat is het voor mijzelf ook,
telkens wanneer ik de mij langzamerhand zo
dierbaar geworden stukken zie. Ik hoop dat
tijdens uw bezoek de zon schijnt. De prachtige
kleuren gaan dan fonkelen als juwelen en de
stukken in inkt of sepia vertonen een over
weldigende indruk van sierlijke lijnen en
gestyleerde vormen.
Over de sculpturen kan ik ook slechts met
liefde schrijven. Sommige stukken tonen in
de details een uiterste verfijning, andere laten
grote vormen zien; zij getuigen van een bezeten
scheppingskracht, vooral bij de uitbeelding van
demonen en weerwolven. Maar er is ook
humor en er is een innigheid in de weergave
van dieren, die men ginds elke dag om zich
heen zag en wier karakteristieke bewegingen
met virtuositeit zijn vastgelegd. Ik overdrijf
niet; het kan worden gezegd, dat vele van deze
beelden ook in onze moderne tijd de toets van
de strengste kritiek kunnen doorstaan. Zij doen
in plastisch vermogen niet onder voor wat
onze eigen hedendaagse kunstenaars hebben
gemaakt.
Velen weten hoe het begonnen is. Nu en dan
is ook vóór 1929 door Baliërs voor niet-land-
genoten iets gemaakt, bij voorbeeld op bestel
ling. Meestal waren het gekleurde beelden van
goden en godinnen of wandschermen, die men
aan vertrekkende personen als geschenk aan
bood. Dit was werk dat gemaakt werd naast
wat Baliërs voor eigen ritueel gebruik ver
vaardigden, voor hun tempels of voor de goden
huisjes op hun erf. Of bij begrafenisplechtig
heden. Bij deze laatste zaken moest men zich
stipt houden aan voorschriften, die men leerde
bij een meester-beeldhouwer, waarvan velen
óók werkten aan de voormalige Balische
vorstenhoven.
De stijl van de oudere stukken ging terug op
die van de 1417e eeuw. Gedeeltelijk was
de vormgeving ontleend aan Oost-Java, waar
van het Rijk Madjapahit Bali veroverde in de
veertiende eeuw. Toen zijn er op laatstge
noemd eiland vazalrijkjes ontstaan. Deze wer
den langzamerhand geheel Balisch van karakter.
Het voornaamste rijk was Kloengkoeng. En
het is voornamelijk de stijl van Kloengkoeng
geweest, die men op Bali tot ongeveer 1930
overal als de toonaangevende beschouwde.
Op de expositie zijn uit de collectie-Bonnet
van de Leidse Universiteit enige representatieve
stukken uit de schilder- en beeldhouwkunst in
deze stijl te zien, als inleiding op het nieuwtje
werk, waarop de aandacht voornamelijk wordt
gevestigd.
Als men over Balische hedendaagse kunst iets
hoort, wordt meestal gedacht aan de invloed
van het tourisme en worden dikwijls namen
genoemd van de Duitse schilder Walter Spies
en van Rudolf Bonnet. Men zegt dan, dat deze
veel invloed gehad hebben op wat de Baliërs
in onze tijd maakten. Maar dit laatste wordt
vaak overdreven. Natuurlijk zijn er enigen on
der de Baliërs geweest, die elementen uit de
stijl van beide Europese schilders hebben over
genomen. Doch deze enkelen zijn, na die in
vloeden verwerkt te hebben, weer tot een eigen
vormgeving gekomen. Het voornaamste wat
gebeurde was echter dit: zij hebben elkaar
beïnvloed ,na een stimulans te hebben gekregen
van hun Europese kunstbroeders. Even belang
rijk is het geweest, dat er ginds een kleine
groep Europeanen was, die een persoonlijke
interesse toonde voor wat Baliërs maakten,
die er met hen over spraken, hen aanmoedigden
en hen wezen op het gevaar van af te glijden
(Vervolg op pag. 18)
De Balische schilder Ida Bagoes Made, uit
kunstkalender, aan het werk.
wiens oeuvre wij o.a. een keuze deden voor de
Cliché welwillend afgestaan door Centraal Museum te Utrecht.
5