Passagekantoor I N T R A N E D Dongèngan van Si-Klaas Indische picnic in Amerika oooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooo u X Inlichtingen over: Emigratie Bezoek aan kinderen Overzee en andere reizen worden U gaarne gratis verstrekt door: v/h HESTA, CRANS CO. - Plein 22 - Den Haag - Telefoon 184250 Kantooruren: 09.00—17.30, zaterdag 0.9.00—12.00 uur. Kantoren te: Amsterdam Den Haag Rotterdam Alkmaar Den Helder Haarlem Hilversum Leiden Schiphol Utrecht Zaandam. Lezers, het geschrift over „De Tortelduiven" in onze Tong-Tong van 15 april 1962, No. 19 heeft het in mijn geest niet meer losgelaten een dongèngan te plaatsen over het meest geliefde vogeltje de Perkoetoet. Niet slechts door de hoogste en laagste standen der In heemsen in Indië, werden of worden die aller liefste vogeltjes onderhouden, doch bij menig Indische, Chinese en Arabische woning zag ik zo'n vogeltje in pracht van kooien in de gale rijen prijken. Weet gij wel, dat heel vele beestjes schatten geldswaarde hadden (de munt van vèr voor de wereldoorlog) en was het onderhoud pertinent strikt zorgvuldig, ten minste, wanneer er aan zulk een vogeltje een soort geschiedenis verbonden is. Het zijn niet slechts de pootschubben, die de waarde bepalen, doch ook de kleur, de ring- veren om de nek en hals en ook de vlerkveren moeten dat bepalen en tenslotte het geluid. (Het bepalen van al die tekens noemt men de „Priembon" zie ook de boeken van Van Hien). In het verleden was ik welgezegd een baasje in het bepalen van de tekens, doch soedah banjak loepa! Maar ik dwaal af van de don gèngan: Het was in de jaren 1928 in Banjoewangi, en ik werkte aan de haven met zeer vele van onze bruine broeders. Op zekere middag zag ik een oploop aan de havenkant. Wat was er loos? Er zat een Balinese vrouw, die overgevaren wilde worden met een bom spullen. Natuur lijk vroegen die kadewerkers een exhorbitante prijs om die spullen in de prauw te laden. Dat kon ik niet verduren en gaf het volk te kennen niet zo afzetterig te wezen tegen hun eigen rasgenoten. Na veel heen en weer gezeur werden de goederen tegen een schappelijke prijs in de prauw geladen, en was dan iedereen tevreden. Dit voorstuk dongèng ik om de herkomst van een perkoetoet te verhalen, welk beest mij veel gelukkige dagen bracht en dat in die tijd zulk een vogeltje een hoge geldswaarde kon op brengen. Op een goede zondag, een tien dagen na die prauwinladingen ik was die gebeur tenis reeds geheel vergeten kreeg ik thuis bezoek van diezelfde vrouw met een gevolg van bij de twaalf personen. Later bleek die madam een dochter van een Balinese Anak Agoeng te wezen. Tijdens dat bezoek werd mij ter hand gesteld een pracht van een perkoetoet in een pracht van een vogelkooi, zoals er gene was in de streken van Banjoewangi. Het ge schenk was een tegenprestatie voor de hulp, die ik die madam met die prauwinlading van haar goederen geholpen had. Doch mij werd de voorwaarde aan het geschenk gesteld, dat ik die perkoetoet niet mocht verkopen of wegschenken; het beest moest dan in mijn handen dood gaan. Natuurlijk ging ik met die voorwaarde akkoord, want men moest in der gelijke gevallen nimmer van het volk weigeren. Ik kocht een hele lange bamboestaak (pangoen- gan) van circa 10 meter met de nodige ka trolletjes en touwen om de kooi met het vo geltje dagelijks in de morgenuren hoog in de lucht op te hangen, want bij zonnig weer floot zulk een beestje opperbest en kon men dat geluid tot ver in de omtrek horen. Een ieder kon het niet verduren stil te staan om naar het gekir van dat vogeltje te luisteren en was het binnen een minieme tijd overal be kend. Het beestje kreeg de naam van „Lantjing" (jongmens) en had volgens experts verbazend goede tekens volgens de priembon. Lezers, U mag er sceptisch tegenover staan, maar het is voor mij nog steeds een raadsel. Geen twee maanden dat dat beestje in mijn handen is ge komen, ging het leven van mij en mijn gezin als van een leien dakje. Ook op mijn werk was niets te zwaar; alles gebeurde met het grootste gemak. Het was bij 't begin van de depressietijd; overal hoorde men over perso- neelsontslagen. Juist in die periode verkreeg ik een promotie en een goede opslag op mijn salaris waar ik reeds twee lange jaren op gewacht had. Alles ging vlot van stapel. Nu over de waarde van zulke vogeltjes in het Indië van voorheen. Op een zondag een jaar of wat dat Lantjing in mijn huis zijn intrede maakte, kreeg ik bezoek van een Chinees uit Soerabaja, die met een pracht van een Baby-Overland auto kwam. De man was mij geheel onbekend. (Lantjing was heel hoog in de panggoengan en zat als een gek te kirren). De Chinees begon zonder omwegen mij te vragen of ik dat vogeltje wilde verkopen en zei, dat hij zelfs een ruil wilde aangaan met de auto, die auto had toch wel een waarde in die tijd van circa 2500. Bij mijn weigering om het beestje van de hand te doen, gaf meneer de Chinees te kennen een bedrag van 3000.voor over te hebben, doch ik weigerde pertinent. Onverrichterzake verdween de bieder. Geen tien dagen daarna, kreeg ik weer bezoek van een heel jonge Chinees op een Norton motorfiets. Ook deze bood tot 3000.plus zijn motorfiets, doch weigerde ik tot verkoop, aangezien ik de voorwaarde van de geefster steeds voor ogen hield. In de streken waar ik woonde, werd ook vaak wedstrijden op makheid en het geluid dier perkoetoets gehouden; men noemt dat „Ariesan". Met Si-Lantjing mocht ik ook vaak hele goede prijzen verwerven tot bedragen van 500,Die aan dergelijke wedstrijden meededen waren niet slechts het kampongvolk, doch vele gefortuneerden speelden er mee. Si-Lantjing kreeg dan ook naar beste weten de allerbeste verzorging. Ter mijner verzorging had ik een achttal perkoetoets in huis, wel niet van de beste soort, doch werden nog naar hun uitstralingen bepaald. Een volgende maal een dongèngan van de perkoetoet met de uitstraling van „Leboe Genie" de vuuruitstraling. Lezers, waarom ik U deze dongèngan voorleg, Picnic van Indische immigranten in New Orleans. Foto toegestuurd door Louis Ingram, die veel „boengs" heeft gesponsord. Onze knappe meisfes blijven overal toch maar zelf verzekerd zichzelf. De rijst, de gado-gado en de satee vindt overal zijn weg en handhaaft zich trots naast de heerlijkste Amerikaanse heerlijkheden is dat er in deze wereld men moet uitkijken naar allerhande zaken, die men in handen worde gelegd en/of ter verzorging krijgt, zoals perkoetoets, paarden, honden, katten -vrou welijke wezens. Iets dergelijks worde ten spoedigste betiteld met „Bijgeloof", doch mijn ervaringen op dergelijke verbintenissen, hebben bepaald, dat wij mensen met de wezens, beesten om ons heen radiografisch verbonden zijn; de een brengt je gezelligheid en de andere geeft je veel pech (sympathie/antipathie). SI-KLAAS „Een civilisatie moet worden beoordeeld naar haar behandeling van minderheden" GANDHI n O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O n OOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOO 13

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1962 | | pagina 13