„HADJEMEMAAR" (ongeveer in 1929)
SINTERKLAAS
Reünie van de Soerabajase H.B.S. op 27 oktober 1962
in de Oosthoek
Wie of wat is (was) „Hadjememaar?"
Enkelen van U zie ik al glimlachen en likke
baarden bij de gedachte aan wat hij ons ver
kocht, watertanden als ze denken aan zijn met
varkensvlees of katjang-idjo gevulde bak-pao's
(gestoomde broodjes). Dus Hadjememaar
was een gewone bak-pao venter NeenDat is
het hem juist. Het was geen gewone" venter,
het was juist iemand die je nooit vergeten
kan, omdat hij juist zo óngewoon was. Ik zal
proberen een beschrijving van hem te geven.
Hij was een klein Chineesje, niet groter dan
1.55 m. van niet te taxeren leeftijd zo tussen
de dertig en vijftig jaren oud. Ik zie hem nog
voor me! Zijn „rombongan" (draagbare gaar
keuken) neergezet aan de kant van de weg
tegenover het H.V.A. (Handels Vereniging
Amsterdam) gebouw aan de Comediestraat. Ia
juist! Precies voor het huis van de familie van
der Lek, in de schaduw van die mangga-goerih-
boom. Daar staat hij, zich zelf koelte toewui
vend met zijn vette beduimelde Stetson-hoed
in zijn linkerhand, met zijn rechter elleboog
leunend op zijn pikolan, zijn met een te grote
tennisschoen en bruine veter geschoeide rech
tervoet, gekruist, voor het linkerbeen, ge
streepte lange keperbroek aan met „kolor nja"
(touw door de broek om hem op te houden)
buiten boord hangend tot beneden het kruis,
en meestal een broekspijp opgestroopt tot bo
ven de haarloze kuit die vol bleke en donkere
lidtekens zat. Zijn bladjoe (ongebleekt katoen)
badjoe tjina flodderig neerhangend langs zijn
magere borstkas en gebogen rug en dit alles
werd geaccentueerd door de groezelige boord
en zakranden. Om de hals een kleine handdoek
geslagen en uit de linkerzak een stuk van zijn
rode „boerenzakdoek". Zijn Rombongan! Een
door de jaren gepolijste, glimmendvette gesple
ten en gebogen bamboe draagstok met aan de
rotan hangers, links, het kastje van melkkisten-
hout met een deurtje hangend in fietsband-
scharnieren, waarin hij zijn arang (houtskool)
en allerlei andere „handelsobjecten" in weg
stopte en rechts, zijn arangfornuis, daarboven
de gegalvaniseerde zinken bak-pao stomer met
idem gedrongen kegelvormig deksel waarvan
het oor bovenaan middels een touwtje was
vastgemaakt aan de pikoelan. Vanonder het
deksel ontsnapte naar bakpao geurende stoom.
(Wadoeh tjuk!! Rrruik lekkerr!)
Iedere dag, zo tegen half vijf in de middag,
wanneer het H.V.A. kantoorpersoneel, na vol
brachte dagtaak huiswaarts toog, de auto s af
en aan reden, de „sopirs" (chauffeurs) hun
partijtje „matjan-matjanan" (spelletje als bo-
Ver volg op pag. 18)
Het was omstreeks 1920, in de buurt van
Djember: Wates. Sinterklaas...
In de oude besaran, een huis op palen, zaten
de kinderen van de onderneming vol spanning
te wachten op Sinterklaas. Plotseling kregen
de ouderen het bericht: wegens ziekte kon de
Sint niet komen. Wat nu! Hoe komen we aan
een andere Sint?
Ten einde raad werd de hulp ingeroepen van
de oude chauffeur van de baas. Die vond het
prachtig en hij kreeg tabberd en baard aan met
de opdracht: „Diam sadja!" Het feest slaagde
boven verwachting. Nog nooit was Sinterklaas
zo waardig en zwijgzaam geweest! Wat mag
in de oude heer zijn omgegaan? Toen het feest
ten einde liep en hij op het punt stond te ver
trekken, voelde hij dat hij zelf toch ook iets
moest bijdragen tot al dat mooie. Hij hield
veel van de kinderen, die hij alle kende en
toch vanavond niet mocht" kennen.
Hij overlegde bij zichzelf, stapte toen op ze af,
reikte ieder van hen plechtig de hand en zei
vriendelijk: „Hotperdomme... hotperdomme...
hotperdomme.Het was voor hem het harte
lijkste, herhaal hartelijkste, Nederlandse woord
dat er bestond... DRS. H. MENKE
De reünie in het Kurhaus te Scheveningen is
een volledig succes geworden. Wij kunnen de
initiatief-nemers voor deze bijeenkomst dank
baar zijn en hun onze hulde betuigen. Naar
schatting zijn ongeveer 500 reünisten en „aan
getrouwde" reünisten bijeen geweest om over
„tempo doeloe" te praten en los geworden
banden weer aan te knopen. Ondanks de Hol
landse omgeving en de slechte nassi goreng
hebben wij ons gedurende een paar uur op
onze H.B.S. gewaand... en ons weer jong ge
voeld.
Het comité van ontvangst had getracht telkens
vijf jaargangen bij elkaar te voegen. Dit werd
een mislukking, omdat deze groepen te veel in
grootte verschilden. Toch hebben we elkaar wel
gevonden. Na een korte aarzeling hebben we
elkaar herkend en met de voornaam aange
sproken zoals we dat deden lang geleden in ons
goede oude Indië. We leerden elkaar's levens
geschiedenis kennen, hoorden over kinderen
en kleinkinderen, van succes en mislukking in
de maatschappij. We bekeken foto's, vaak ver
geeld van ouderdom, en doorleefden die oribe-
zorgde tijd van weleer. Met weemoed stelden
wij vast, dat vele van onze klasgenoten er niet
meer waren; eerbiedig herdachten wij hen en
brachten hen daardoor weer in ons midden.
In een der hoeken van de zaal zaten de oud
leraren. Vele onzer vonden daar hun leer
meesters niet terug. Ook aan hen dachten wij,
vol dankbaarheid voor hun bijdrage aan onze
vorming tot mens.
Te vlug ging de avond voorbij. In de trein of
in de auto, die ons naar onze woonplaatsen
terugvoerden, verwerkten wij de talrijke jeugd
herinneringen, die waren opgehaald.
IV. P. PLATE
Leraren en leerlingen van de Soerabajase H.B.S. tijdens hel 25-jarig jubileum in 1900
7