,on VAN HIER EN GUNDER I N DIT NUMMER: 7e JAARGANG No. 14 INDISCHE HISTORIE Waarom schrijf je in „The American Tong- Tong" wél een „Spothlight on Dutch-Indone sian History" en al die jaren hier in Holland geen geschiedenis van de Indischman of de Indo?" Willy Siegers 1. Omdat er van Indische en Amerikaanse zijde herhaaldelijk met aandrang om gevraagd is (daarom ook in het Engels althans mijn beroerde Engels). 2. Omdat in het land der blinden éénoog koning is: al weet ik eigenlijk erg weinig en mis naslagliteratuur, ik weet toch wel vrij veel en durf het dus wel aan, maar realiseer mij ten volle alle tekortkomingen. 3. Omdat mijn Amerikaanse en Indische lezers tolerant zijn en niet voortdurend met critiek of aanmerkingen klaar staan. Beantwoording is tijds- en plaatsverlies. 4. Omdat de Dutch-Indonesian in Amerika een nieuwe en onbekende figuur is, waar men graag wat van wil weten. Niet een figuur die be schouwd wordt als voorbij en dus liever maar vergeten moet blijven. Vergeet niet dat de be naming van onze groep, Dutch-Indonesians, opnieuw gemaakt is, onder in elk geval offi ciële Nederlandse en Amerikaanse goedkeuring ter onderscheiding van Dutch-sadja. Het schijnt nu ook nodig te zijn te verklaren wie wij zijn. Daartoe doe ik een poging. 5. In Holland (ondervond ik) was ik tussen de honderden deskundigen in de historie van Indië maar een povere leerling en zou met mijn schamele historische studie voortdurend op de vingers getikt zijn, zonder dat daarnaast iets beters geproduceerd zou worden. Bij herhaling heb ik deskundigen uitgenodigd om er over te schrijven. Nul op rekwest onder aanvoering van allerlei logische motieven. Bij herhaling heb ik er in Tong-Tong mijn verbazing over uitgespro ken dat zo'n lacune in de Nederlandse histo rische of sociologische wetenschap kon bestaan: geen historie over de Indo of de Indische maatschappij. Na De Haans „earmarking" van de „Homo Bataviensis" is er schijnbaar nooit behoefte aan geweest. Waarom zou ik er dan aan beginnen? 6. Over het zeer grote algemeen (er zijn God dank briljante uitzonderingen) schijnt de Hol landse historische kijk op Indië „Pennewip- Vaste rubrieken: OP PAG. Van Hier en Gunder2 Oude Sobats: de Klauwier of Bentet 10 MYANA voor de vrouw 12 en 13 TANTE MIEKE voor „Onze Bibit" 16 I.K.K. TONG-TONG17 Navorser 18 Hobby News 21 Ting Ting's22 Redactioneel De geest van Pa en Ma3 Een blik vooruit een tijd terug 4 Kwan Yin5 Grote Boeng9 28 FEBRUARI '63: TONG-TONG 5 jaar 7 Eresaluut Karei van der Heijden4 Jubilea L. H. C. Horsting 80 jaar8 Sport Driemaal 60 jaar15 Abonnees vertellen Een dag van ongelukken, die goed afliepen 6 Reacties van abonnees Verkenner en Hoofdmacht7 Cultuurschool Soekaboemi7 piaans" te zijn: oordelen over geschiedkundige feiten met de griffel, de plak en de negering. Ik voel niets voor historische studies, waarbij opinies ontzien moeten worden of gestreeld. Ik kon in Holland geen goede planter of Jan Fuselier noemen of men stond al met de bulle pees klaar om gebreken op te noemen. Verve lend zoiets. 7. Denk vooral niet te hoog van „Spotlight". Ik ben helemaal geen leraar-geschiedenis; alleen maar leerling tussen andere leerlingen, die iets minder weten, maar leergierig zijn. 8. Ik ben mij er zeer van bewust dat het niet billijk is om de lezers van Tong-Tong te meten met de maatstaf van de niet-Tong-Tong-lezers. Dat doe ik ook niet. Maar als er in Tong-Tong over onze geschiedenis geschreven moet worden dan zijn er tientallen lezers onmeetbaar méér „qualified" dan ik. Zij horen het dus te doen. En als het niet gebeurt, is dat „tant pis" voor Tong-Tong. 9. Heb geduld. De tijd wordt wel rijp. Over een jaar of tien-twintig wordt men in Holland vanzelf wel attenter. Ik zou intussen alleen maar veel ergernis veroorzaken met ongeschool de studies. En misschien wordt er bij de sterke opleving van de belangstelling voor historische wetenschappen in Indonesië eerstdaags daar wel begonnen aan zo'n studie, die we hier dan wel vertaald kunnen lezen. Alles zal reg kom. T. R. DE WAARDELOZEN „Overigens vind ik dat XJ teveel plaatsruimte in ons blad inruimt om de meest waardeloze der waardelozen van repliek te dienen..." A. M. F. Klaar 1. Verreweg de meeste zijn niet waardeloos; zij hebben alleen geen rijper oordeel kunnen ontwikkelen omdat hun milieu en/of opleiding beperkt waren (zijn). Vaak beschikken zij toch over een helder en scherp inzicht, maar hebben alleen niet geleerd zich te meten met pientere mensen, omdat pientere mensen zelden „van hun troon afdalen" naar eenvoudige mensen. Denk maar aan onze Javaanse paman, die een opinie vaak begon met: „Ik ben maar bodo meneer, maar..." en dan kreeg je vaak een verrassend wijze uitspraak! 2. Wat de belangrijkste taak van Tong-Tong is: leren, leren, lerenLeren aan en leren van Veel (en graag) met eenvoudige mensen om gaand (mensen, die b.v. nooit hoofdartikelen of culturele tijdschriften lezen), merk ik dat veel van hun z.g. „domme" opmerkingen ont staan zijn omdat ze in hun milieu-tje „vast zitten", net zoals een duif in een kooi alleen maar fladderen kan. Geef hem de vrijheid en hij zal mooi en ver vliegen. De discussies in TT geven de stellers van vragen de kans om eindelijk eens wat dieper over meer dingen na te denken. Ontegenzeggelijk is waar dat veel eenvoudige Indo's in Tong-Tong geleerd heb ben zich te verdedigen tegen domme, klein zielige aantijgingen. 3. De werkelijk waardelozen zitten juist bij de pienteren (staatslieden, professoren, enz.) die een prachttitel en reputatie ontwikkeld hebben op een bepaald terrein en voor andere terreinen blind gebleven zijn, maar nochtans menen uit hoofde van hun positie ook een mening te mogen uitspreken over zaken waar ze niets van af weten. Het wemelt b.v. in Hol land van psychologen, sociologen en ethnolo- gen die nooit het land uit geweest zijn, maar wel weten wat een Indischman is. Met hun waardeloze opinie hebben zij meer onheil aan gericht dan zij ooit beseffen kunnen. In veel replieken en duplieken leert de Indischman zich op ettelijke terreinen met meer zekerheid te bewegen. Daarom besteden wij zoveel aandacht aan „dommen en waardelozen". T. R. BIJ DE VOORPLAAT: Ter ere van het Chinees Nieuwjaar op 25 en 26 januari hebben wij op de voorplaat de moderne versie afgebeeld van de Godin Gwan Yin, de schenkster van talrijke gunsten en op pag. 5 een beschrijving aan haar gewijd. De Chinese-karakters terzijde maken deel uit van een der hoofdspreuken aan Gwan Yin gewijd in de Koan-Iem-Tëmpel „Tiao-Kak-Sie" te Cheribon en betekenen: „Gwan Yin is de bron der wereldruimte, van het in- en uitwen dige der dingen, van statiewagens en paarden, goud en geld, van het geluk, een lang leven en van mannelijke nakomelingen" Wij wensen alle onze Chinese-tnedeburgers een zeer goed 1963 toe, en dat voor hen Gwan Yin de vele gaven zal schenken in de aange haalde spreuken. JC. H. Onafhankelijk Indisch Tijdschrift Prins Mauritslaan 36 - Den Haag Tel. 542.542/550.749 - Giro 6685 Telegramadres: TONGTONG DENHAAG Verschijnt: de 15de en 30ste van elke maand Prijs: per nummer: 0.50 per kwartaal 2.50 per halfjaar 5. per jaar 10. Betaling geschiedt altijd VOORUIT ABONNEMENTEN BUITENLAND (per jaar): Australië: p. luchtpost: 43.-; p. zeepost: 15.- Nieuw-Zeeland, Zd. Afrika, Brazilië: p. luchtpost: 33.-; p. zeepost: 15.- Nieuw-Guinea, Canada: p. luchtpost: 27.-; p. zeepost: 15.- Suriname, Antillen: p. luchtpost: 21.-; p. zeepost: 15.- West-Europese landen: p. luchtpost: 15.- Agente voor Canada: Mevr. E. Ie Sueur- Zimmer, 1 Richview Side Road, RR 1 Islington, Ontario, Canada. „THE AMERICAN TONG-TONG", Zelfstandige Editie voor de V.S., Mana ger: Roy J. Steevensz, Editor: Lilian Ducelle. Offices: 5430 Pioneer Blvd., WHITTIER, Cal. Phone 692-9632. Month 1, Half year 5, Year 10. Uitgave GAMBIR Uitgeverij voor Oost en West Onder redactie van TJALIE ROBINSON Zoekt op basis van de nuttige ervarin gen in de Gordel van Smaragd nieuwe interessen in Nederland te, wekken voor de Tropengordel 2

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1963 | | pagina 2