Balang Tamak (I)
door C. H. J. Grader
Merkwaardig is een in de nabijheid van de Karangasemsche désa Nongan, op korte
afstand Westelijk van de weg, die van Rendang^naar het centrale heiligdom van
Besakih voert, gelegen poera pabijanan, aan de Balische Uilenspiegel Pan Balang-
tamak gewijd. Een poera pabijanan is, zoals de naam aangeeft abijan betekent:
tuin een agrarische tempel; de vereringsgroep van een dergelijke tempel wordt
uitsluitend door bezitters van tuinen gevormd.
In het geval van de poera Balang Tamak heb
ben de lieden waarvan de tuinen en tegalan's
(niet-irrigeerbare velden) op een bepaalde
heuvelrug (moendoek) tussen twee ravijnen
liggen ,zich tot een bidgenootschap (seka ma-
loeran) verenigd, om gezamenlijk aan de déwa
Balangtamak, de godheid aan wie het heilig
dom is gewijd, eer te bewijzen en hem zegen
(sari) af te smeken voor het gewas.
Aangaande de wijze waarop de stichting van
de tempel in het werk was gegaan, konden
geen mededelingen worden gedaan, en het
meest waarschijnlijke werd bevonden, dat eens
in vervlogen tijden, in de streek misoogst had
geheerst, dan wel muizenvraat of een walang
sangit plaag, en dat toen door uitwichelen of
bij monde van een medium de oorzaak van
deze rampen was komen vast te staan als ge
legen in het misnoegen van de batara Balang
tamak, dat voor hem nog geen zetel was opge
richt. Van talrijke grotere of kleinere tempels,
dan wel eenvoudige offerplaatsen is bekend,
dat het bestaan ervan uit overeenkomstige om
standigheden voorkomt en meestal zal blijken,
dat de godheid waar de stichting op betrekking
heeft, tot de categorie van middelaarsfiguren
behoort, lagere godheden van min of meer
demonische aard, die in de godenwereld een
funktie bekleden als wachter (gebagan), bode
(sa ja), waarnemer (sedaban) of schrijver
penjarikanen als tussenpersoon optreden
tussen de mens en de godheid die de genade
gave schenkt.
Nader zal blijken dat de déwa Balangtamak
op vele andere plaatsen met landbouw-ontgin-
ningen en het welzijn van gewas en vee, in
verband wordt gebracht. Het is derhalve niet
verwonderlijk hem in het heiligdom te Nongan
aan te treffen als patroon van klappertuin-
bezitters en vruchtenkwekers, verbouwers van
djagoeng en gaga en van wat de tegalan
verder aan veelsoortige gewassen oplevert.
Temeer is dit het geval, waar de streek een
schakel vormt tussen de gebieden, waar de
pasimpangan Balangtamak, de zetel, waar onze
godheid tijdens de tempeldienst tijdelijk ver
blijft, in de systematiek van het tempelwezen
een rol speelt, althans waar het voorkomen
ilHlllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllillllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllHI
Het artikel over Balang Tamak, dat wij
ran Dr. Grader ontvingen is helaas te jg
lang om in zijn geheel in één nummer g
op te nemen. Het zal in gedeeltes tcor- j
i den geplaatst.
We hebben gezocht naar een afbeelding
van Balang Tamak, of van een tempel- 1
§j tje, aan hem gewijd: we hebben nage- g
vraagd bij vele Balikenners, maar ner-
g geus konden u'e wat vinden, niemand 3
j kon ons helpen. We geven toe: we heb-
1 ben niet alle bronnen nagegaan, want g
g dit zou ons te ver hebbtti gevoerd. En I
1 we vinden het eigenlijk aardiger om g
aan de lezers te vragen: wie onder U is g
1 in het bezit van een foto, waarop een i
S afbeelding van deze Balise Tijl Uilen- 1
g spiegel voorkomt, of van een tan de 1
B vele feesten welke te zijner ere worden 1
gegeven? REDACTIE I
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiliiiiiiiiiiiiNiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
van de Balangtamak werd geobserveerd. Hier
voegt zich nog bij dat in hetzelfde dorp, de
déwa Balangtamak nog een andere funktie
vervult. Hij heeft er zijn domein op het voor
plein van de poera désa, in een balé pegat.
een langwerpig open gebouwtje met een ver
hoogde houten zitvloer, die door een nauw
gangetje in het midden, in twee helften is
verdeeld.
De aandudingen pegat (gescheiden), heeft op
deze verdeling in tweeën door middel van een
tussenruimte (pegalan) betrekking.
In deze balé nu, heeft, wanneer echtelieden
het niet langer met elkaar kunnen vinden, het
uitspreken van de scheiding plaats, onder
auspiciën van de déwa Balangtamak, die hier
bij als secretaris van het godenheir fungeert.
Veel indruk maakt de poera Balangtamak, het
agrarisch heiligdom, naar het uiterlijk niet.
Lemen muren, omvatten het heiligdom dat de
déwa Balangtamak met verschillende andere
goden moet delen.
Zijn pasimpangan - tijdelijke verblijfplaats
-is niet de grootste of fraaiste, doch stellig
is de Balangtamak hier de voornaamste, of
juister uitgedrukt: de meest werkzame per
soonlijkheid.
Omtrent de bijzondere gebruiken die met de
verering van de déwa Balangtamak samengaan,
wordt het volgende vermeld.
Tot het tempelceremoniëel behoren ook in de
poera Balangtamak reidansen van jonge meis
jes, die, wanneer ze op deze wijze als tempel
danseres optreden, redjang worden genoemd.
Fraai uitgedost en bij voorkeur in uniform
gekleed, bewegen zij zich in een lange rij
voort, bloemen- en sirihoffers (tjanang) op de
hand dragende, langs de tempelommuring om
de godenzetels heen mangilehin palinggih
Bat ara).
Het optreden van redjang is een veel voorko
mend verschijnsel in het tempelceremoniëel
op Bali. Vooral het Karangasemse, waar ook
de streek van Nongan en Rendang toe behoort,
geniet in dit opzicht vermaardheid. Wijd en
zijd bekend zijn de redjang van Tenganan,
doch het allermeest zijn het de folkloristisch
zo belangrijke dorpen Asak en Boengaja, waar
de reidansen met schitterend vertoon en massale
executie, tot de hoogtepunten van volkskunst
behoren.
In de poera Balangtamak heeft alles op be
scheidener schaal plaats. Het is niet de ten
toon gespreide pracht en praal wat de aandacht
trekt, noch het optreden van een groot aantal
deelnemers. Wat dit laatste betreft: ieder lid
van het bidgenootschap is voor het uitkomen
van één maagd verantwoordelijk. In de eerste
plaats zal hiervoor een eigen dochter of een
familielid in aanmerking komen, doch bij ge
breke hiervan, kan men met een willekeurig
jong meisje worden volstaan.
Wèl typerend voor de redjang van deze poera
pabijanan is, dat de gebezigde hoofdtooi, uit
sluitend uit produkten des velds mag zijn
samengesteld. Geen goud of zilver, geen uitge
slagen buffelhuid is hier toegestaan; de patitis,
het voorhoofdsversiersel is hier van echte
djagoeng-korrels, aan de slapen afgesloten
door ronde schijven uit de schil van djeroek
bali, waarin door uitsnijden van de hardgroene
buitenzijde, helderwitte figuurtjes als orna
ment zijn uitgespaard. Bloemtrossen en aan
klappernerf geregen bloesem, bessen en granen,
rietpluimen en volle aren van rijst en gierst,
vinden op allerlei wijze toepassing.
Zó, wordt gezegd, heeft de déwa Balangtamak
het bepaald; wanneer op de jaardag van de
tempel, als onderdeel van het ritueel, ook
reidansen aan de godheid worden aangeboden
ngatoerang redjang), zal als tribuut (oepeti)
aan hem worden getoond, wat op de grond
onder zijn beheer gedijen wil.
Wonderlijke gewoonten heeft overigens deze
god en soms komt zijn snaakse Uilenspiegel-
natuur in allerlei bizarre grappen en grollen
onverbloemd naar voren.
Als jaarlijks de goden uit de omtrek, omgeven
van parasols en staatsiewapens, voorafgegaan
door lange rijen bont-uitgedoste offerdragende
vrouwen en meisjes, zich in hun draagstoelen
naar het zeestrand begeven, om er bij de aan
vang van een nieuwe cyclus van de feestkalen
der, ritueel van smetten te worden gereinigd,
neemt ook de déwa Balangtamak aan de kleur
rijke stoet deel.
Al mag het zijn dat het haastig gedrang, waarin
een dergelijke optocht zich gemeenlijk voort
beweegt aan plechtstatigheid mankeert, toch
zal een algemeen aspect van waardigheid zel
den ontbreken en worden de meegevoerde
goden tegemoet getreden op de wijze naar
's lands eer vereist.
Balangtamak stoort zich hier niet aan; willen
zijn dienaren die zijn zetel op de schouders
torsen hem behagen, dan zij hun gedrag, zoals
hun heer dat ingeeft. Willekeurig wordt het
verband van de stoet verbroken; schertsend en
lachend ontzien de geleiders zich niet te
roken en al naar het uitkomt hun behoefte te
doen, zonder de kiesheid te betrachten om op
dergelijke momenten hun taak aan anderen over
te dragen. Het kan gebeuren dat zij plotseling
onderweg een koffie-waroeng binnenschieten,
hun godheid met zich voerend, die hoogst
genoegelijk het verzetje meemaakt en zijn aan
deel in de genoten versnaperingen eerlijk toe
bedeeld krijgt. En overal waar Balangtamak
passeert, is geen vrouw voor zijn gewaagde
opmerkingen veilig.
Het reinigingsceremoniëel, waar het hier om
gaat, wordt melasti of makiis genoemd. Zoals
gezegd, vindt de jaarlijkse tocht naar het strand
plaats, telkens wanneer een nieuwe cyclus van
tempelfeesten begint. Het ceremoniëel dient er
voor om de godenzetels en de tempelattributen
die een bepaalde ideële waarde hebben en als
palladium worden beschouwd, nadat zij voor
de aanvang van de tocht reeds voor zover nodig
een mechanische reiniging hebben ondergaan,
ook van psychische smetten (leteh) te zuiveren.
De goden maken de reis mee en de ontzondi-
ging gebeurt door het sprenkelen van wijwater
dat aan het strand of in een poera sagara, een
zeetempel, van de batara tengahing segara
wiens officiële naam luidt: batara Baroena
en van Soerija, de zonnegod wordt afgesmeekt.
Tevens is aan de behandeling de voorstelling
verbonden dat de smetten, als residu van een
geheel nieuw jaar van menselijk falen en demo
nisch ingrijpen binnen het dorpsgebied opge
hoopt, naar zee, het reservoir, van waaruit
omineuze machten landinwaarts opdringen en
de orde bedreigen, worden verwijderd; men
noemt dit noen as pengereboean, dat is: het vra
gen om de onreinheid te doen afdrijven. Ook
wanneer het dorpsgebied om de een of andere
reden in een acuut stadium van magische on
reinheid verkeert, wordt hierin door het makiis-
ceremoniëel voorzien. Overigens is het voor
streken, die op grote afstand van zee gelegen
zijn, niet noodzakelijk om bij het makiis naar
het strand te gaan, doch kan worden volstaan
met een tocht naar een nabij gelegen rivier of
bron. Vooral een zogenaamde tjampoean, een
samenvloeiing van twee rivieren is voor het
reinigingsceremoniëel een geëigende plaats.
(Wordt vervolgd)
16