Gelukwensen en aansporingen Dank, Tong-Tongers, dank!! Van vele abonnees ontvingen wij alvast gelukwensen ter gelegenheid van ons a.s. eerste lustrum, met aansporingen tot het teroes poekoelen. Wij nemen er hieronder enkele op. Abonnees inschrijven, checks administreren, boeken bijhouden, honderd telefoontjes per dag, vraagbaak spelen voor iedereen, dat is het werk van Marijke en Roy Steevensz. Werken zonder salaris, werken om een doel dat hoger ligt dan hel dagelijkse bestaan. tiever zijn dan de Dutch-Indonesians. Onze presentatie echter als: „The Dutch-Indonesians, A Bridge between East and West" met tal van nieuwe mogelijkheden is vol sympathie ontvan gen (in tegenstelling met de in Hol land overheersende opvatting dat een „koloniaal verleden maar zo gauw mo gelijk vergeten moet worden"). Het is te hopen dat wij in de nabije toe komst inderdaad ook „over de brug zullen komen". Al met al is onze positie uiterst zwak. We weten het. En vergelijken ons met die Koreaanse baby op die bekende foto van het gebombardeerde spoorweg emplacement van Seoel: onze wereld is weggebombardeerd en ons gezin is op gebroken. Will we perish? Zullen we ons „in de watten laten leggen" of zul len we op eigen benen staan Het is een bestaan vol vraagtekens. Maar er is after all niet elk bestaan zo? Met zelf vertrouwen en „poekoel teroes" zullen wij slagen! TJALTE ROBINSON WAT „POEKOEL TEROES" VERMAG De gedachte „poekoel teroes" is ook aan Amerikanen bekend. Dit emigrantenvolk heeft zijn geweldige vooruitgang in luttele eeuwen tot stand kunnen brengen door de kracht van de gemeenschappelijke „drive" die nog steeds een levend aspect vormt in de Amerikaanse maat schappij. Een voorbeeld. Pasadena heeft een heel klein particulier museum met maar 300 leden. Het bestaan van dit museum kwijnde (naast zoveel andere grote musea). Maar de leden bleven niet werkeloos toekijken. Er werd een „drive" georganiseerd, waarbij alle 300 leden de straat op gingen om ieder minstens vier nieuwe leden te werven. Reeds met 1200 vaste leden (en die werden inderdaad in een week geworven!) waren de financiën opgebracht, die een actiever en groter museum moesten maken. In één week was dit doel bereikt. Dus niet door een klein en betrekkelijk onmachtig be stuur. maar door een korte en energieke inzet van alle leden. Zou de abonneekring van Tong-Tong die inzet ook kunnen opbrengen voor één keer maar. voor één abonnee? Hanlem teroes. Oude Garde! Volledig succes is binnen armbereik Dr. W. F. Hunger, gewezen Resident, thans Secretaris van de Kamer van Koophandel in Rotterdam, altijd engage waar het Tong-Tong betreft, brengt zijn gvoelens als volgt onder woorden: „Van ganser harte wens ik Tong-Tong geluk rnet zijn eerste lustrum. Deze heilwens geldt ook ons allen, die, hetzij in Indië geboren of dit land hebben gekend als een tweede Vader land, omdat wij in Tong-Tong een blad bezit ten dat ons waar we nu ook mogen wonen op geregelde tijden terugvoert in de wereld, die men alleen kent en mateloos kan liefheb ben, wanneer men er heeft geleefd, Indië heeft gezien, beluisterd, geroken en ten volle ge proefd. Wij brengen op deze dag gaarne een eresaluut aan Tjalie voor zijn initiatief vijf jaar geleden en voor de wijze waarop hij door een roe ping bezield niet moede wordt de Tong- Tong te slaan tot een reveil van een verleden dat verloren dreigt te gaan. De na-galm van de Tong-Tong zal ons allen overleven, maar zal in Nederland en in Indo nesië blijvend worden gehoord". Prof. Hr. H. Baudet, schrijft: Beste Tjalie, Je redactie vroeg me om een artikeltje voor het lustrum-nummer van Tong-Tong en je weet dat ik het graag doe, maar je weet ook hoe druk ik ben, vooral nu ik over een paar dagen op reis ga naar Amerika. Voor het schrijven van een goed in elkaar zittend artikel (dat jullie zaak verdient!) is werkelijk geen tijd meer. Jammer, want je weet hoe graag ik elke keer weer als ik in Den plaag ben, even bij jullie mampir, en voor de Kunstkring Torig- Tong altijd beschikbaar ben. Al lees ik je blad veel te weinig, ik ben blij dat ik abonnee ben want m'n vrouw en kinderen lezen Tong-Tong altijd met het grootste plezier. Ikzelf geloof pas dat je streven ten volle ge slaagd is als je waar gemaakt hebt, wat vijf jaar jullie leidend beginsel is (ik citeer wat in het kadertje op pagina 2 staat): „Zoekt op basis van de nuttige ervaringen in de Gordel van Smaragd nieuwe interessen in Nederland te wekken voor de Tropengordel". Want inderdaad is voortdurende bewustheid van de vele waarden en nieuwe mogelijkheden in de Tropengordel niet alleen voor Neder land, maar voor heel Europa van de grootste betekenis. Poekoel in deze richting harder door en je poekoelt goed! In elk geval mijn harte lijkste felicitaties voor het tot dusver bereikte resultaat! H. BAUDET Noot: Prof. Baudet roert hier een tere snaar aan: jange generaties moeten klaar staan om de weg naar de tropengordel te wijzen. Hier heb ben we echter ondanks alle gedane moeite geen succes gehad. Over het algemeen roept de jonge student, die de naam Tong-Tong" hoort noemen: „Neen, niet terug! De toe komst!" Bij de vraag: „Naar welk punt van de toekomst dan?" wordt meestal nogal bedrem meld teruggekrabbeld, met woorden als: ..Dat zullen we wel zien"Een standpunt dat niet veel verschilt van dat van de lagere scholier, die alleen maar droomt van „groot worden" Het is goed als men in zijn richting precies bepaalt, b.v. ik wil jurist worden in Den Haag en nooit naar de tropen gaan. Pas bij het car rière maken zal overigens de jurist die wél wat van de tropen heeft willen leren, weten hoeveel voordeel hij heeft op de man die er nooit wat van heeft willen weten. Maar er zijn ook jongelui die zeker weten dat ze naai de tropen willen gaan, ingenieur wor den in Brazilië medicus in Centraal Afrika, econoom in India. Zij kunnen uit Tong-Tong veel teren omtrent omgang met andere volken. Zij kunnen door het schrijven van artikelen in dit blad nieuwe toekomstmogelijkheden Qpe- nen voor de volgende generaties. Niet voor ieder mens is het geluk weggelegd van levens lang sociale zorg en vakantietjes naar de Ri viera. Misschien is het maar een handvol jongelui, die ons helpen kan. Een handvol is méér dan genoeg! T. R. Van Oud-Ass.-Resident Heyting (nu gojang kaki" maar tóch altijd druk!) kwam een brief, waarin hij zegt: Gaarne voeg ik mij bij deze onder de vele Tongtongers, die U komen geluk wensen met uw 5-jarig jubileum. Moge Tong-Tong altijd een symbool blijven van het goede werk, dat gedaan wordt voor ons, Indische mensen, en allen, die zich daaraan verwant voelen! Sela- mat, seriboe kali Selamat Dr. ITMeyer Ranneft, wiens zeer grote belangstelling voor en medeleven met Tong- Tong voor ons een sterke steun is, gaf onder toevoeging van de beste wensen voor een stijgend succes zijn mening: „Tong-Tong, de merkwaardige schepping van Tjalie Robinson, is meer, veel meer dan een tijdschrift dat goede oude banden wil laten bestaan. Tong-Tong is levende herinnering aan een land dat verdween; herinnering, kost baar natuurlijk voor wie dat merkwaardige, vreedzame land persoonlijk beleefde. Het belangrijkst is misschien dat het een stuk levende historie geeft. Een beeld van een snel in vrede vooruitgaande zogenaamde plura listische samenleving" van volksgroepen van ver uiteenlopende aard. Een beeld dat waarde kan hebben in een wereld die door verbluf fende vooruitgang van al dan niet gevaarlijke techniek, in snel tempo „èèn reusachtige plu ralistische samenleving" wordt". Wij weten nu wat U verstaat onder POEKOEL TEROES. ALLE kalenders zijn teroes de deur uit gepoekoeld. Wacht in 's-hemelsnaam met betalen totdat U uw kalenders heeft ontvangen. Dat voorkomt nodeloos heen en weer zenden van geld. Maar dank, 1000 x dank voor uw POEKOEL TEROES! Wij hebben niet meer en wij kunnen niet meer. Lang leve onze Bapaks, lang leve onze Iboe's. Uw gelukkige Gardoewachters: ROGIER BOON en ELLEN DERKSEN 9

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1963 | | pagina 9