Brieven van Greet VOOR DE VROUW 1 KOKKIE I I GEEFT U DE VIJF Ritje in Frisco's cablecar 1 Alle rijsttafelartikelen 2 Indische koekjes 3 Aziatische souvenirs 4 Rijsttafelgerechten 5 Verzending van paketten over de gehele wereld Kokkies Rijstwinkels Witte de Withstraat 128 j Telefoon 89438 Slotermeerlaan 123 Telefoon 130362 AMSTERDAM-W IlllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllWIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIINIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIII en een duizendvoudig .excuse me" gepaard ging. Maar anders is een overvolle San Fran cisco cablecar een dikke roastbeef, een homp vlees, een propvolle Indische saucijs waarin alleen moleculen zich vrijelijk kunnen bewegen. Achter mijn rug in het gangetje danste de reusachtige neger machinist op en neer, rem men aantrekkend en los latend met armen en benen, ondertussen mopjes verwisselen en vro lijke deuntjes spelend met de klingelbel die de nadering van onze vleespot moest aankondigen. Heel belangrijk dit geklingel want op sommige stukken kon niets, maar dan ook niets, dit merkwaardige transportmiddel stoppen omdat het gewoon steil was. En zo donderden wij dan met de vrolijke wapperende regenjassen van de menselijke vleermuizen als vliegende vaandels onder oorverdovend geklingel door rood licht heen om dan een blok verder plotseling abrupt stil te staan midden op het kruispunt, omdat dit nu weer toevallig het enige vlakke gedeelte was. En dan ging het met heel veel gymnastiek van de machinist moeizaam de heuvel op; plotseling een be duusd stoppen, veel geklingel en voorzichtig achteruit... we haalden het net niet! Mannen uit, duwen... ja, onder gejuich sukkelden wij de heuvel over, om er aan de andere kant weer af te deen echte rutschbaan hoor! En zo zat ik dus vanmiddag vastgeklemd. Een beetje voorover om de elleboog stoten van de inmiddels wild geworden machinist te ont wijken, tussen een (letterlijk) adembenemend sterk naar Balaenciaga ruikende schone en een vrouw uit Chinatown, beladen met sawi, die luidop volkomen ongestoord Chinese litanieën ten hemel slingerde. Van een stukje open lucht gutste regen binnen, ik zat met mijn neus in een onbekende regenjas en verplicht knietje te vrijen met een mij volslagen vreemde vent! En tussen de bedrijven door moest ik ook nog opletten niet verder te rijden dan waar ik wezen wilde, die zalige boekwinkel in de Powellstreet downtown. Een hele opgave als je de stad nog niet helemaal door hebt en bovendien was het toch al ondoenlijk om on der drie paar armen of over drie schouders heen en tussen hoeden door straatnamen in vliegende vaart te ontdekken. Maar (San) Friscanen zijn behulpzaam en waarschuwden me op tijd, en toen „the fight for freedom". Allereerst mijn mantel onder de Chinese vrouw uit losscheuren, oppassen geen ogen uit te pulken met de paraplu en een worsteling met de horden die erin wilden, allemaal tezelfdertijd. De vleermuizen bleven hoewel wild heen en weer geslingerd ijskoud hangen. Het is hun niet kwalijk te nemen, als je je klemplekje losliet, was je het meteen kwijt ook en als de tram dan verder- hikte, dan moest je maar zien hoe je er weer op tijd aan kon kleven! Leve de vrijheid en de frisse koude lucht! Bye-bye GREET KWIK The fisherman's wharf doet denken aan Pasar Ikan. San Francisco: met haar skyline als die van Manhattan, haar beroemde bruggen de Oakland Bay en de Golden Gate, haar beruchte mist, haar jachthaven, haar steile straten, haar Union Square, haar tickertape parades en... haar khngeldekhng kabeltrammetjes! Gisternacht lag ik in bed te luisteren naar het geloei en gebrom van de misthorens in de haven en moest onwillekeurig terugdenken aan die vroege morgen in New York ruim ander half jaar geleden. De „Maasdam stoomde majestueus de door de ochtendzon rozig over- gloeide, brede, kalme Hudson op, vrolijk bespikkeld met rode veerbootjes, loodsschepen en passagiersboten, waaronder de „France die ons vanaf Le Havre al op de hielen zat, of liever gezegd in ons kielzog zat; en het geboeoeoeoe van de misthorens... Schevenin- gen. Hoboken, San Francisco, het wekt steeds dat pijnlijke verlangen naar „those far away places with the strange sounding names" op. Het schijnt bij ons van gewoon een typisch verschijnsel van displaced persons tot bijna een karaktertrek te zijn uitgegroeid. Beter gezegd: ingegroeid. De misthorens hebben me dus ter zee geroepen en zo ben ik vanmiddag naar de fisherman s wharf „gewandeld", met paraplu en regenjas uitgerust. Ondanks regen en kou was het een gezellige boel daar aan het water. Het was na tuurlijk een hele toeristenbedoening geworden en zwaar gecommercialiseerd. Aan de straat kant rijen restaurants, met schetterende muziek, zo nu en dan afgewisseld door een snoep- tentje. Het hele circus was overdekt. Aan de andere kant van het toch al zo nauwe trottoir net zo lange rijen kraampjes opgepropt met gekookte allemachtig grote zeekreeften, garna len, vis en nog andere soorten eetbare zee dieren, waarvan de namen mij nu ontschoten zijn. En al dit gezonde, jodiumhoudende voed sel werd de bezoeker luidkeels aangeprezen, toegeschreeuwd en kwam hij niet vrijwillig neuzen, dan werd hij er zowat bij de haren bijgesleept. Gelukkig waren er enkele nauwe gangetjes waar je in kon schieten als de hele rattaplan je te machtig werd en dan kwam je via de achterkant van de eetpaleizen aan de eigenlijke werven, waar de vissersboten rustig vastge- meerd in rijen op het grauwe water dobberden. Meeuwen krijsten, de lucht was loodgrijs en een ijskoud miezerig regentje deed me dit alles nog levendiger aan winters Scheveningen denk en. Op de terugweg aan het begin van de Hyde- street de regen had een domper gezet op het glibberige bergbeklimmen, wie in San Fran cisco is geweest weet dat je hier van wandelen niet kunt spreken pikte ik de kabeltram, voorin in het open gedeelte natuurlijk. Hier waren twee rijen houten banken dos-a-dos met een nauw gangetje in het midden uitgespaard voor de machinist die ruimte nodig had voor zijn ingewikkelde manipulaties met de enorme stalen stangen en kettingen die het hele ge vaarte rijdende moesten houden. En zo kabelde je al lustig klingelende heuvel op en -af, op en -af, je vasthoudende aan één van die spijlen die het dak op de tram moesten houden, net de kermis draaimolen op het Haagse Malie veld. Toen het voller werd verdween dit jubelgevoel enigszins en werd het pas echt interessant. Nieuwe passagiers sprongen vlak voor je neus de paar treetjes op, offerden gretig hun 15 ct. met uitgestrekte armen over je hoofd heen zodat je zo nu en dan een duik moest nemen, en bleven voor de rest van de trip voor je neus aan de spijlen bengelen, als een tros druiven. Er kwam echter beweging in als de tram de bocht om moest, een paar sprongen er af om te helpen duwen, of als er passagiers bij of af moesten wat met heel veel gewring en geschuif 14

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1963 | | pagina 14