Full speed ahead
K.P.M.-schip
„We kunnen er natuurlijk uitgebreid over dis
cussiëren", zegt de heer P. E. J. Blok resoluut,
maar ik weet precies welk type schip die
K.PM.-er op de foto (Piek van Ternate) is!"
Hij laat andere foto's zien. Het klopt als een
bus! Als oud-K.P.M.-er en bestuurslid van de
vereniging van oud-K. P.M.-personeel „Oud
Roest", weet hij zijn weetje wel. Hieronder
volgt zijn verhaal. Leuk zoals een gemoedelijke
discussie kan ontstaan over een plaatje. Belang
rijker is dat we uiteindelijk toch gezamenlijk
tot een goede oplossing komen door actieve
mensen als meneer v. d. Boon en meneer Blok
(beide dik in de 70!) Discussie gesloten.
Djempol, meneer Blok, en hartelijk bedankt!
Kt.
In het onderschrift bij de foto van de Piek van
Ternate in het Kerstnummer 1962 werd de
veronderstelling uitgesproken dat het op de
rede liggend schip een K.P.M er was en wel
de „Bontekoe" of de „Van Spilbergen". In een
volgend nummer werd de veronderstelling
terecht tegengesproken en andere scheepsna
men genoemd, doch ook niet de juiste. In het
nummer van 15-2-1963 werd weer een andere
opinie geopperd en vier namen genoemd. Deze
opinie is voor 50% juist. Het is inderdaad
een type „Both" „Maetsuyker". Van dit
type waren er destijds vier schepen en wel de
..Both", „Reael", „Coen" en „Maetsuyker".
Deze 4 schepen behoorden tot de eerste nieuwe
schepen die de K.P.M. in Nederland had laten
bouwen en in 1891 in de vaart bracht. Voor
die tijd waren het werkelijk luxe en zeer snelle
schepen. In mijn jarenlange loopbaan bij de
K.P.M. en wel in de reparatie-inrichtingen te
Tandjong Priok, heb ik alle K.P.M.-schepen
meerdere malen „onder handen" gehad, dus
mag men aannemen dat ik er wel iets van af
weet.
Waaraan herkende ik op de foto het type?
Wel, aan de nauwe schoorsteen. Gezien het
feit dat de laatste opmerker, de heer v. d.
Boon van 1906 tot 1910 bij de K.P.M. gediend
heeft en niet op het type „Both", bewonder ik
zijn goede geheugen en opmerkingsgave. En
dat na ruim 50 jaren!
Andere soortgelijke schepen welke bij de ope
ning in 1891 ook nieuw in de vaart kwamen
waren de „Van Goens" en „Speelman"; deze
waren kleiner en hadden iets wijdere schoor
stenen. Verder de „Van Diemen" en „Carpen-
tier"; deze hadden korte gedrongen schoorste
nen en waren ook kleiner dan de „Coen".
Onze oproep om meer K.P.M.-verhalen (T.T.
15-2-1963) heeft resultaten gehad. Hier komt
het eerste relaas. Wij hebben vroeger al enkele
bijdragen kunnen plaatsen, maar wij zouden er
graag veel meer willen hebben. Wie weet
groeit er zelfs wel een rubriek uitLaten we
het in ieder geval proberen. Als extra stimulans
drukken we hierbij het K.P.M. Reünie-lied af.
We maken ons sterk, dat er dan weer vele
herinneringen boven komen drijven. En dan
full speed ahead. Goede vaart! Rt.
DE REIZENDE TOLLENAAR
Kort na het uitbreken van de le wereldoorlog
werd ik als jonge douanier overgeplaatst van
Makassar naar Taroena, de hoofdplaats van de
Sangi-eilanden benoorden de Minahassa. Het
plaatsje lag aan een baai aan de westkust van
het eiland Groot-Sangi. Wegens de enoime
afscheep van copra en bosprodukten op de
lange K.P.M.-lijn die in Singapore begon, werd
deze haven door tamelijk grote schepen aange
daan, waarvan ik er enkele noem: .,Van Over
strain", „Sloet van de Beele", „Swarten-
hondt", „Van Imhoff". Tussen de Douane en
de K.P.M. was een regeling getroffen dat ik
vanuit mijn standplaats met de schepen zou
meereizen, opdat ze op plaatsen waar geen
douane was vrijelijk konden lossen en laden.
Zowel het K.P.M.-belang als dat van de fiscus
werd hiermee gediend. Ik had het prima: een
1-persocns hut le klasse met volledige verzor
ging. De ene keer ging het van Taroena naar
Petta en Tamako, de andere keer werd Liroeng
op de Talaud-eilanden verder naar het Noorden
erbij genomen. Deze reizen werden regelmatig
meegemaakt door vertegenwoordigers van grote
produktenhandelaars te Menado en Makassar.
Zo nu en dan kregen wij gezelschap van de-
Wat de witte kleur van het schip betreft, ver
moed ik het volgende. De eerste „Camphuis"
(bouwjaar 1891) was wit geschilderd en werd
toen gebruikt door de Directie K.P.M. voor
inspectietochten door de archipel i.v.m. de
gang van zaken en kennismaking met de af-
schepers. Dit schip moest natuurlijk indruk
maken op de aan boord te ontvangen gasten.
Die inspectietochten moesten vanzelfsprekend
ook later nog worden voortgezet en nu ver
moed ik dat men toen daarvoor een type
,,Coen" genomen heeft. Die typen waren des
tijds het meest respectabel en snel.
P. E. J. BLOK
inspecteur van een petroleummaatschappij of
van vakantiegangers. Kwamen we ergens ten
anker dan werden de motorboot en de laad-
boten gestreken en begaven de 2e officier
(nieuwe titel voor stuurman) en ik ons naar
de wal. De motorboot sleepte de laadboten,
bemand met uit Makassar meegebrachte koe
lies, zo dicht mogelijk naar de kust. Aan het
strand stonden de plaatselijke handelaren al
klaar om bij ons de nodige formaliteiten te
vervullen. In deze contreien bestond de export
hoofdzakelijk uit grote partijen copra en de
import uit rijst, zout, zeep, dranken, suiker,
tabak, petroleum en goeniezakken. Onder een
afdakje, in een toko of zomaar onder de blote
hemel werden er zaken gedaan. De golven van
de Grote Oceaan rolden rusteloos af en aan,
de frisse zeewind temperde de tropische hitte.
Als ik klaar was met mijn werk en wachtte op
het afladen der boten ging ik vaak nog even
op een stil plekje op een steen zitten. Turende
over het wijde water met hier en daar een
eenzaam eilandje met wuivende klapperbomen,
verzonk ik in zoete mijmeringen. Mijn speelse
fantasie kwam om de hoek kijken en ik ver
eenzelvigde mij met Robinson Crusoë. De
dagdroom werd wreed verstoord door het ge
roep van de 2e officier ,,Hela, opschieten!
We gaan naar boord terug".
Op een dag lag de „Van Overstraten" weer
voor Taroena. Ik begaf me aan boord en ver
nam van de gezagvoerder, dat we ditmaal niet
dadelijk de gewone route zouden volgen doch
eerst een plaatsje op de Filippijnen zouden
aandoen om daar een paar passagiers te ont
schepen. „Leuk", zei ik, „dan zien we wat an
ders". Ik dacht aan een grapje, want zeelui
nemen landrotten graag in de veiling. Kort na
de afvaart maakte ik kennis met de twee door
de „Ouwe" bedoelde passagiers. Ze maakten
op mij de indruk^diplomaten te zijn, hoffelijk
maar nogal zwijgzaam. De volgende dag waren
we het doel dicht genaderd, de plaats Glan
aan de Zuidkust van 't grote eiland Mindanao.
Ze was nog aan ons oog onttrokken door berg
land dat ook de ingang van de baai omsloot.
Toen we binnenvoeren namen we door de
kijker enige consternatie aan de wal waar. Een
groepje in khaki geklede militairen rende naar
het aanlegsteigertje en stapte in een motor
boot die full speed op ons schip afstevende,
dat inmiddels het anker had uitgeworpen. In
die tijd bestond nog geen wereldomspannend
(Vervolg op pag. 26)
Dj/ is 'm! De foto spreekt voor zichzelf, vergelijkt U haar maar met de kiek in het Kerstnummer. Dit is een schip van het type ,,Both" en wel het
s.s. „Coen"Foto: „Tropisch Nederland".
9