VAN HIER EN GUNDER IN DIT NUMMER: Vaste rubrieken OP PAG. Van hier en Gunder2 Eresaluut: Mr. C. van Vollenhoven 4 Reinier Beeuwkes8 Myana voor de vrouw 12, 13 en 14 Tante Mieke. Voor onze bibit 16 Oude sobats: Het wevervogeltje 7 Redactioneel Mertjon 3 De vijfdaagse werkweek5 Dodenherdenking5 NASSI. Een verloren zaak6 Sport Automobilisme in de ouwe tijd 9 Sagen en legenden Legendarische stenen10 Reacties van abonnees Ted Jacques en de Aloucttc' 8 Historisch bijgeloof8 De tippelaar onder de tropenzon is nog niet vergeten 17 Abonnees vertellen Dionche, maïtre bijoutier10 Een dag van een koffieboer11 Een verklaring over de oorsprong van het soeten 15 Aboenawas15 Mijn vriend de karbouw16 ONAFHANKELIJK INDISCH TIJDSCHRIFT 7de JAARGANG No. 20 PRINS MAURITSLAAN 36 DEN HAAG TELE FOON 070/542.542 en 55.07.49 GIRO 6685 TELEGRAMADRES: TONGTONG DENHAAG. Verschijnt de 15de en de 30ste van Iedere maand. Prijs per nummer: f 0.50. Abonnementsprijzen Nederland: kwartaal f 2.50, Halfjaar f 5.Jaar f 10. Abonnementen Buitenland (per jaar en per lucht post): Australia f 43.Nieuw Zeeland. Zuid Afrika. Brazilië f 33.Nieuw Guinea, Canada f 27. Suriname, Antillen f 21.West-Europese landen f 15.-. Abonnementen Buitenland (per Jaar en per zeepost): voor alle landen f 15. Agente voor Canada- Mevr. E. Ie Sueur-ZImmer, 1 Rlchview Side Road. RR 1. Islington. Ontario, Canada. THE AMERICAN TONG-TONG Zelfstandige editie voor de V.S. P.O. Box 137 Whlttler California U.S.A. Tel. 699-6837 Month 1.—, Half Year 5.—, Year 10.—. Uitgave TONG-TONG N.V. Onder redactie van TJALIE ROBINSON. ZOEKT OP BASIS VAN DE NUTTIGE ERVARINGEN IN DE GORDEL VAN SMARAGD NIEUWE INTE RESSEN IN NEDERLAND TE WEKKEN VOOR DE TROPENGORDEL. 7 NOGMAALS: DE OLIFANTEN „In het stuk „De Olifanten" (TT No. 10) heeft Tjalie mogelijk enkele dingen over het hoofd gezien: is de olifant ondanks zijn dik huidigheid" eigenlijk niet een zeer gevoelig en kwetsbaar dier? En verder: zouden olifanten ondanks hun wijsgerige berusting niet tóch een ongemakkelijk leven hebben H. Siebenhaar Ergens is de olifant niet zó wijsgerig en be rustend als Tjalie doet voorkomen. Er zijn voorbeelden bekend dat hij niet vergeet en niet vergeeft". R Samuels Natuurlijk gaat de vergelijking tussen oude wijze mensen en olifanten niet helemaal op. Geen enkele vergelijking ooit. Toch zijn ogen schijnlijke verschillen vaak meer punten van overeenkomst dan men wel denkt. Er is b.v. een grote overeenkomst tussen de „dikhuidig heid" van de olifant en de onverstoorbaarheid van de wijze mens. We mogen blij zijn dat die onverstoorbaarheid bestaat, want die stelt zowel olifant als wijze mens in de gelegenheid om met een eenmaal begonnen werk rustig en efficient verder te gaan. En geen tijd te ver liezen met reageren op allerlei wisjewasjes. Ja, misschien is dit wel „ongemakkelijk" en zelfs wel droef. Ik heb eens in Colombo olifanten zien werken in een woodyard: einde loos dag in dag uit boomstammen en balken versjouwen. In hitte en stof en een stenen wereld, ver van hun paradijs, de groene oetan. En ze konden zo gemakkelijk wég! Of niet? Dit raadselachtig gebonden blijven aan ondank baar klein werk vind je ook bij oude wijze mensen. Als je met bestuursleden van grote organisaties, met Kamerleden of oude BB- ambtenaren praat, sta je soms versteld over dé haast wrede wijze, waarmee kleine, ondank bare en domme mensjes eindeloos van hun diensten gebruik maken. „Man, loop toch weg!" Waarom doet de olifant het niet? Waarom de Kandjeng Besar ook niet? Waar om, waarom, waarom? Waarom bestaan in dit humaan denkende, beschaafde Europa dierentuinen en circussen. Maak je wel eens op een regenachtige door- de-weekse dag in de herfst een wandeling door een dierentuin? De verre, wezenloze blik gezien van de tijger in zijn kooi van beton en ijzer? Het huilen gehoord van de orang-oetan in de zonloze, eindeloos trieste tombe, die kooi heet? Het wiegend stilstaan van de mys tieke giraffe op de cadans van de onmetelijke grazige weiden van Centraal Afrika? Het is gewoon zondeIs het niet in-droevig een beer op een autoped te zien rijden of een olifant met een rokje aan op een ton te zien balan ceren Ah, in ruil voor „sociale zorg van de wieg tot het graf": driemaal per dag voer, de dierenarts en de kooi. En natuurlijk leren al die katjang- kauwende kijkers niets, maar dan ook niets, van de wérkelijke aard van deze dieren. Zowel de zebra als de tijger zijn gestreepte goenie- zakken achter ijzer. Wie de tijger wérkelijk kennen wil ontdekke met ontzetting zijn print in het groentetuintje achter zijn huis, beschou- we met ontzag 't in elkaar geranselde kampong huis en het bloedspoor van zijn laatste bewo ner. Wie de zebra wil kennen, volge hem op zijn magistrale ren door de eindeloze savanne van centraal Afrika. Niet dat dooie ding in Artis en een Ruteckje en Cineacje na. O bah En daarom, Samuels, daarom „vergeten en ver geven" olifanten niet. Die jaren en jarenlang al dit kleine gedoe verdragen kunnen en het dan van één sarrende ellendeling niet meer nemen kunnen. En met één slag voorgoed ver nietigen dat wat wij vaak niet durven of kunnen. Wij maken het er vaak naar, wij men sen. Denk aan de beer die Ria Kuyken beet en werd gefusilleerd. Aan de olifant die geëlectrocuteerd werd omdat hij de man dood sloeg die een brandende sigaret tegen zijn slurf hield. Waarom oordelen wij? Waarom leren wij niet? De olifant, het natuurdier, de wijze mens, zij hebben één verschrikkelijk nadeel: zij zijn één tegen velen. En die velen noemen zich „Men sen, naar God's evenbeeld geschapen?" Kan je daar tegen op? Misschien moeten wij min der redeneren. En als we geen inzicht kunnen opbrengen, laat ons in elk geval Gevoel heb ben. T. R. „HET TESTAMENT VAN DE INDO' Hoe oud ben je eigenlijk? Je maakt op mij zo'n erg jonge en voor velen dus: onbedacht zame) indruk. Dat maakt het serieus medewer ken aan dit Tong-Tong-werk zo moeilijk". Stella G. Ik heb meer dan een halve eeuw achter de rug van werk en ondernemingen op allerlei gebied. Wat is oud? Té oud? Jong? Té jong? Moet ik héél oud (en bedachtzaam en versleten) zijn? Verwar mijn kalenderleeftijd niet met mijn geest. Ik blijf (gelukkig) nog heel lang jong d.w.z. nieuw denken. Besef vooral goed dat onze hele Indische groep jong is in deze oude Europese maatschappij. Wij zijn in Indië vele decennia lang loontrekkers geweest, meelopers. Op het gebied van zelfstandig ondernemen in de vrije maatschappij zijn wij jong. We hebben generaties lang alleen gedacht aan en geloofd in „ge-institueerde" zekerheden: Paatje Gouvernement, KPM, Shell, Banka Tin, Factorij, enz., waarbij wij zonder kopzor gen en met vooruitzicht op pensioen verder helemaal geen „kopzorgen" hoefden te hebben over zelf gebouwde bestaanszekerheid. Je was „gek en stom" als je zelf een toko, een krant, begon. Je kon toch beter onderwijzer of com mies zijn? Wie ermee begint is jong en onbe zonnen. Tjalie begint ermee. En is „dus" jong en on bezonnen. Maar geen enkele Europeaan van hier ziet me als jong en onbezonnen. Ze vin den het beginnen van een eigen onderneming heel gewoon (al is men het misschien niet eens met mijn „heimwee-ideaal"). Met de jonge Indische groep optrekkend moet ik later alles wat ik doe in begrijpelijke termen uitleg gen. Dat maakt alweer een indruk van „jong en onervaren". Maar jullie zijn het. In de Europese maatschappij wordt regelmatig de inschrijving geopend voor een N.V., wordt zakenkapitaal gevraagd. Daar hoeft nooit tekst (Vervolg op pag. 21) BIJ DE VOORPLAAT: VERTROUWEN Dit is het woord dat zich aan ons opdringt bij het bekijken van deze plaat. Vertrouwen van de kant van het kleine meisje dat zich wendt tol de man die haar de begeerde lekker nij kan bezorgen. Voor één cent katjang, Abang. En de Grote Broer"in zijn transactie met het kind gestoord, kijkt met een tikkeltje verwondering in zijn blik in de richting van de fotograaf. Wat is er voor bijzonders aan als hij, als altijd, zijn waar slijt aan de kleine nonni? Hij heeft zich op deze strategische plek opge steld, vlak bij het zwembad, waarheen zich in de morgenuren en 's-middags de zwemmers spoeden, om een duik te nemen in het heerlijk koele water. Vertrouwend in het sukses van zijn negotie zit hij daar, de katjangverkoper. Voor hem geen achturige werkdag. Maar wat deert hem dat. Waarvoor zou hij zich druk maken. Het eenvoudige leven is hem genoeg. Geen zorgen voor de tijd. Morgen is er weer een dag. W. v. M. Foto uit: „d'Oriënt".

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1963 | | pagina 2