f0115 tornjl
Wevervogels
BENT U AL ABONNEE VAN
Oude sobais
De wevervogels, manjars, zijn bekend om hun bijzondere kunstige nesten, die wij
meestal in groot aantal bijeen vinden. Zo kunstig zijn ze gemaakt, dat de Indo
nesiër aanneemt, dat wie zo n nest uit elkaar kan pluizen, zonder ook maar één
plantenvezel te breken, op de bodem een gouden kogel zal vinden
Afrika telt de meest soorten en geslachten, maar ook in Z.O.-Azië leeft een
geslacht met een drietal soorten: Ploceus.
Twee daarvan bouwen de bekende kunstige nesten. Het zijn de gewone manjar,
PI. philippinus, met de Maleise ondersoort infortunatus, en de gestreepte manjar,
PI. manyar. De eerste met een effen, de laatste met een gestreepte borst.
IVerervogels bij het nest; het mannetje bouwt,
het wijfje ziet toe.
Tekening overgenomen uit: Dierenleven in
Indonesië.
De kunstig van grashalmen en palmenvezels
geweven nesten zijn peervormig en hangen
aan de steel, waarmede ze aan tak of palm
blad bevestigd zijn. De nesten hebben een
soort omlaaggerichte schoorsteen, welke de
ingang vormt, Voor een op het eind van de
regentijd nestelende vogel is dit inderdaad een
zeer praktische inrichting.
Ze weten heel goed, dat wanneer zij hun
nesten bouwen in klapperbomen ol andere
palmen, dat zij niet de oude bladeren moeten
kiezen, maar juist de jongere, omdat de oude
ontijdig kunnen afvallen bij sterke wind. Het
nest van de gestreepte manjar, manjar padi
of manjar djamboel (kuif) is kleiner dan dat
van de andere soort en ook korter.
In het nest worden geregeld enige plukjes klei
gevonden bijv. ter weerszijden van de inwen
dige drempel. Zelfs tijdens een excursie van
de Natuurhistorische Vereniging naar de
Wijnkoopsbaai merkte men op, dat nog in
aanbouw zijnde nesten een gedeeltelijke bin-
nenbekleding van klei bezaten. Wat de bedoe
ling hiervan is, daar lopen de meningen nog
zeer over uiteen. De Indonesiërs hebben weer
een zeer ingenieuse oplossing bij de hand, n.l.
dat zij die plukjes klei gebruiken om er een
vuurvliegje mee vast te plakken.
Door het verscheuren van suikerrietbladen tot
reepjes voor nestmateriaal kunnen de manjars
soms erg lastig zijn en, als het een grote
omvang aanneemt, schadelijk worden voor de
cultuur. Men kon dit op de volgende wijze
vaststellen. Een zeer grote tuin herbergde dui
zenden manjars, die er echter voor zorgden,
dat de buitenranden onaangetast bleven en niet
gebruikt werden voor nestbouw. Het suikerriet
in het midden groeide nauwelijks, terwijl het
aan de buitenzijden normaal was. Daardoor
werd het midden gevrijwaard van ontdekking,
tenzij men de tuin inging. Niet alleen hierom
worden ze door de mens vervolgd, maar ook
met culinaire oogmerken.
Het zijn de mannetjes die de kunst van het
nestbouwen beoefenen. De wijfjes dienen zich
pas tijdens de uitvoering aan en blijven de
vorderingen belangstellend volgen. Daarbij
voltooien alleen die mannetjes hun nest, wier
bouwwerk in. het oog van een wijfje genade
gevonden heeft. De mededingers, die niet zo
gelukkig zijn, trekken hun nesten weer uit
elkaar en laten het op de grond vallen en be
ginnen opnieuw, in de hoop op meer sukses
Het aantal eieren kan van twee tot zes bedra
gen, maar in de regel zijn er maar drie, glan
zend wit van kleur.
De jongen worden aanvankelijk met insecten,
vooral sprinkhanen groot gebracht. Gewoonlijk
volgen twee broedsels elkaar op.
Hoe goed beschermd de eitjes ook in hun ne
schijnen te liggen, de bentet (Lanius schach,
en de tjelepoek (Otus bakkamoena lempiji)
weten er toch binnen te dringen en de jongen
te roven. Ook scheuren kraaien het nest wel
stuk, om de eieren en jongen te bemachtigen,
hetgeen hun niet altijd lukt, omdat de hele
kolonie tot de aanval overgaat.
Er is nog een derde wevervogel, Ploceus hypo-
xantus, de goudgele, manjar mas of manjar
kembang. Deze vinden we vooral in de kust
moerassen en in rietmoerassen in het binnen
land. Goudgele kop, hals en onderzijde en
zwartbruine vleugels en staart zijn de voor
naamste kleuren. Men ziet ze niet in zo grote
zwermen als beide andere, maar zij broeden
toch graag in kleine kolonies op voor het water
ontoegankelijke plaatsen. De nesten zijn veel
kleiner en minder kunstig, zij hangen ook niet,
maar zitten, van een zijdelingse opening voor
zien, bevestigd aan riet of struiken.
Vooral kiezen ze bij voorkeur een krokodillen-
nest in aanbouw, veilig voor alle nestrovers.
Het aantal eieren bedraagt wederom niet meer
dan twee of drie. Ook hier bouwt het man
netje zijn nest, soms meer dan één tegelijk,
zodat zelfs de gedachte aan veelwijverij ge
opperd is
Wanneer de jongen van het tweede broedsel
zover zijn, dat zij in nun eigen onderhoud
kunnen voorzien, verlaten de manjars de kolo
nies en zwerven in kleinere troepen rond, totdat
tegen het einde van de Westmoesson de broed
tijd weer nadert.
Het zijn mooie en tierige vogels, die reeds
vroeg met hun gezang aanvangen en eerst laat
daarmede uitscheiden. C. H.
...of leest U dit olad bij een kennis? Wees
geen meelezer: geef U op als abonnee door
storting van 10.op giro 6685, met de
vermelding „nieuwe abonnee".
Als welkom ontvangt U dan van ons een
kleine tanda mata: deze verzilverde sleutelring
bijv. of naar keuze: een theelepeltje, een brief
opener, 2 broches of een sigarettendover (alles
met TONG-TONG embleem).
7