tenwqlde
- - --I- -
f
Le grand patron
Bingoeng
s.
Jaap en „Henkie" ten Wolde
Zoals het toen was in Soerabaja
Die titel betekent hier in Leopoldville zoiets
als „Toean Besar" in ons oude Indië. En toen
ik de Grand Patron zag, was het mij duidelijk,
dat zo'n man die titel moest hebben. Velen van
U kennen hem uit Soerabaja, onze oude, wel
bekende ten Wolde. Jawel, die zit hier in het
hartje van Afrika en hij is weer een groot man,
met een bloeiend eigen bedrijf, in dezelfde
branche, die hem tot een soort koek- en biscuit
koning van Java heeft gemaakt. Wie herinnert
zich niet de roemruchte huishoudrepen, die de
eerste tijd onze kamp-tekorten hielpen opvul
len. Wie, die ooit de Krokodillenstad bezocht,
streek niet even neer bij Hellendoorn, het roem
ruchte restaurant wat door Ten Wolde tot
ongekende bloei is gebracht.
Wanneer je hier in Leopoldville een van de
grote zaken binnenstapt op de Boulevard
Albert, dan vind je daar speculaas, toastjes en
beschuit van „Woldero", Industrie Alimen-
taire. Achter die naam zit onze oude vriend.
Waarom dat nu weer zo'n Spaans-klinkende
naam moest zijn, dat weet hij alleen. Vermoe
delijk zijn nog steeds fel levende zin voor het
mooie woord, de volle klank van een vreemde
warme taal. Je vindt hem in de grote plaatsen
maar tijdens onze toernees in het binnenland
bleek tot in het kleinste dorp het produkt van
Woldero te koop te zijn. Daar in de doesoen
verkoopt hij vooral zijn befaamde Vitagrain
een soort cracker, met, volgens de advertentie,
onvermoeide vitaminen krachten mitsgaders
een fantastisch gehalte voedingsstoffen, die van
iedere consument een soort hercules zal maken.
Ze smaken nog niet eens gek, en ik ben hem
verschillende malen dankbaar geweest, want
een warong hier in de Congo is beslist geen
Warong Djawa, en de Vitagrains waren vaak
het enige eetbare.
Ten Wolde maakt het goed. Hij heeft hier de
vervulling van een van zijn jeugdwensen ge
vonden. Hij is nu namelijk landheer. Landheer
van een vorstelijk buiten, in de heuvels bij
Leopoldville. Een machtige villa, waar hij in
troont als een suikeradministrateur uit het
Solose in die goede oude tijd. Zijn bedienden
heeft hij gemakshalve wat Maleis geleerd.
Dat bevordert het snel aanvoeren van een
paitje of een biertje ,tjap Heinekens. En als je
hem dan op zijn voorgalerij ziet staan, uit
ziende over die mooie stad, Leopoldville die
in de diepte ligt aan de machtige Congo rivier,
dan krijg je weer eens voor de zoveelste keer
eerbied voor de nimmer afnemende energie,
die, ons in Indië steeds vooruit dreef. Daar
maakten wij van het land een mooi, welvarend
gebied, en die drang om te scheppen en te
bouwen, die kan Jaap ten Wolde hier uitleven.
Hij heeft net weer eens een nieuw project op
gezet, een fabriek van drie verdiepingen, een
constructie van tussen de vijf en tien miljoen
Congo francs. En daar komen dan weer de
machtige machines in, die hij zich nu al
droomt. Hij moet opbouwen, zelfs nu, op een
leeftijd dat hij een welverdiende rust zou
mogen genieten.
In het kleine kantoor op Limete, een fabrieks-
wijk van Leopoldville, vinden we altijd een
Ten Wolde. Als het Jaap niet is, die oude
pionier, dan is het „Henkie". Henk ten Wolde
is een waardig zoon van vader. Ruim twee
meter Jang, fors, maar lenig als een jongen die
in Indië is opgegroeid, dijft Henk het bedrijf,
voorzover Pa bem daarvoor de kans geeft. Een
prachtige combinatie, de stuwkracht van vader
en de zakelijke inzichten van de zoon.
Over het werkvolk zijn ze best te spreken, je
moet ze natuurlijk steeds achter de veren zit
ten, maar dat is een probleem dat een Ten
Wolde van nature ligt. En de paternale inslag
van het Soerabaja bedrijf, waar veel voor het
personeel werd gedaan, vinden we hier terug.
Bij „Woldero" geen arbeidsproblemen. Een
goeie geest en een hoge produktiviteit.
En de distributie in de hele Congo is in han
den van Tels' Handelsbedrijf. Komt U dat ook
zo bekend voor? De samenwerking op dat ge
bied prima, en ook hier blijkt weer, dat oud-
Indischgasten elkaar weten te vinden en te
helpen met het opbouwen van weer een nieuwe
carrière.
In juni gaat Jaap Ten Wolde weer eens naar
Holland. Natuurlijk in grote stijl, compleet
met auto, djongos en chauffeur. Mocht U van
de zomer in de Leidsestraat een grote station
car zien, met een neger-chauffeur in livrei en
een deftig uitziende heer van nogal fors for
maat, dan kunt U zonder gevaar roepen: Ha
die Jaap Ten Wolde... Hij zal U graag een
audiëntie toestaan, want zijn hart is net zo
groot als de hele man.
F. P. G. BAIJENS-REINDERS
Ja, ze hadden mooie verhalen de twee broers
als ze even kwamen uitrusten in mijn imah-
kampong. Zij waren goede vrienden van mij
en rasechte planters.
Zo is dan hier het verhaal van de spiritistische
séance die zij in de kakoeasaan (administra
teurswoning) meemaakten.
Hierbij waren aanwezig de baas met de super
intendent, beiden zeer zwaar gesteld op deze
séances, en de beide broers.
Op voorstel van de oudste en meest serieuze
van de twee employés, was tevoren reeds door
de baas besloten op die avond te trachten
contact te krijgen met Napoleon. Waar deze
historische figuur een grote bewondering ge
noot van de superintendent, was van deze zijde
dus slechts een stimulans in die richting te
verwachten.
Enige voorbereidende maatregelen voor het
welslagen der bijeenkomst waren uiteraard
door de dienende djoeraga-djoeragan anom
(employé's) genomen, waarvan de baas en de
„sup" echter onkundig waren gebleven.
De speciaal voor deze séances dienende tafel
werd met de stoelen in een der binnen-hoeken
der ruime kamer gezet, maar, ter verkrijging
van een gunstige sfeer, werden ook de gasoline-
lampen afgeschermd en kregen de verst van de
tafel verwijderde delen van de bilikken wan
den een speciale behandeling. De gedachte
ging hierbij uit naar de mogelijkheid dat een
verhoogde stemming zou worden verkregen
als, in de schimmige schemering, gedurende
de oproep het vermoeden zou worden gewekt
dat enkele aan de wand hangende prenten
waren gaan bewegen.
Het duurde wel enige tijd voor de juiste stem
ming was verkregen, niettegenstaande de ver
orberde vele paitjes en de daarop gevolgde
uitgebreide nasi-goreng met ruim bier.
Enig contact ontstond tenslotte toen de tafel
wat ging werken, doch de oproep van de baas,
die als medium was aangewezen, bleef eerst
nog onbeantwoord.
Tenslotte, nadat een der broers ook nog on
geduldig gekucht had, werd er „getokt".
De enige malen herhaalde vraag „wie is daar"
werd telkens prompt beantwoord met een klop,
die blijkbaar van boven kwam.
De spanning steeg sterk, de roep van de
„djoeragan koeasa" kreeg een steeds sterkere
intonatie.
Op een tenslotte luid klinkend, met zware
stem geroepen „wie is daar", kwam eindelijk,
wel wat zwak, het antwoord: „Soemoehoen
abdi koelan, Napoleon" (Ja meneer, ik ben
het, Napoleon). M. A. HUMMELINCK
11