Landloper (een soort Mexicaanse loempiahs met advocado sauce) verkocht. Waar de kinderen en ik echter verzot op zijn is de churro, een koek warm-uit-de-pan. De verkoper spuit het deeg uit een enorme spuiter in kokende olie. Zodra de lange slierten deeg gaar zijn haalt hij ze er met een djapitan uit en knipt ze in stukken. Voor een kwartje 6 flinke stukken, voor een dubbeltje, 2. De koek wordt in kaneel-suiker gewenteld en op een stukje krant of in een papieren zakje geserveerd. Ik prefereer de krant, drukinkt kan geen kwaad, maar je weet nooit wat er in dat zakje gezeten heeft. In Indië zou die verkoper oude schoolschriften gebruiken. Wat me verbaast is dat mijn kieskeurige kin deren, die alleen van heel bijzondere cakes en taarten houden, dol zijn op churro en wel voor een dollar opeten! De smaak van churro houdt het midden tussen kwee tjin-tjin en apem. Waarmee kunnen we onze dorst lessen? Ik vlieg op een verkoper af, die een grote glazen pot heeft met melkwitte vloeistof. Dat moet klapperwater zijn, met vanillestroop; misschien ook nog klapa kopior! Een beetje teleurgesteld proef ik dat het gewoon rijstewater is, „arroz". Zoetig en goerih, toch wel lekker en dorst- lessend. En goedkoop en gezond, zoals alles wat de Mexicaan eet en drinkt. Men is arm in Tijuana en een groot deel van de bevolking leidt een arm en moeilijk bestaan. Maar ze eten er niet minder lekker om geloof ik. Als je de stoffige verwaarloosde straten, de verdorde bomen en planten ziet, dan begrijp je dat alleen technische en financiële hulp dit land kan helpen. Maar zulke gedachten zijn goed voor een conferentie-zaal en hier sta ik notabene met een stuk churro in de hand in Tijuana's drukste winkelstraat. Wie in Spanje als toerist de soevenirswinkel- tjes binnenstebuiten heeft gekeerd, herkent in Tijuana veel terug. Mexico i s Spaans in alles: kleding, voedsel, taal. De 300.000 Spanjaarden die hier 3 eeuwen lang koloniaal geregeerd hebben brachten er hun sterke cultuur. Het is interessant te zien hoe de Indianen, de oorspronkelijke bewoners, zich de Spaanse cul tuur eigen hebben gemaakt. Het vlechtwerk van de Pueblo Indianen heeft Moorse (Spaan se) motieven; koper- en leerwerk zouden in Spanje vervaardigd kunnen zijn maar het heeft toch uitgesproken Indiaanse karakteristieken. De kleuren zijn fel. Mexican rose nu d e mode kleur over de gehele wereld, is dat sappige djamboe rose waar men in Indië vroeger de neus voor ophaalde. Mexicanen zijn dol op indigo-blauw (glaswerk), gifgroen en saffraan geel. Er worden grove weefsels gemaakt van een prikkerig soort wol. De cactus is voor de Mexicaan even nuttig als voor de Indonesiër de klapper. De vezels zijn sterk, er wordt mee geweven, gevlochten en geknoopt. Van de cac tus (bepaalde soorten natuurlijk) wordt gege ten, gedronken en men kan zich kleden van de vezels. De Indianenstammen hebben allemaal hun eigen industrietjes. De één maakt uitslui tend hoeden, een ander weer matten, een derde siervlechtwerk. Heel fijn en priegelig zodat je je niet kunt voorstellen dat alles met de hand gebeurt. Elk voorwerp dat je in Tijuana koopt heeft natuurlijk een bestemming. Aarde- en vlecht werk als huisraad, maar met onze begrippen van deugdelijkheid en praktisch, deugt er eigenlijk niets voor werkelijk gebruik. Je Ook een tafelmatje (deze op de afbeelding is saffraan geel) omgerold tot een soort pintjo (peperhuisje)Vastnaaien en dan verder ver sieren met wat knalpaarse en rode strooien bloempjes. Kun je stofdoeken in doen. Maar ach waarom moet alles in huis nu persé nuttig zijn. Hang je matjes jop en heb plezier van het kijken ernaar alleen! koopt dus veel artikelen voor decoratieve doel einden. Zelf ben ik gek op vlechtwerk. Mijn kranten liggen niet in een krantenbak maar in een grote hengselmand; onderleggers voor glazen („coasters" noemen ze dat hier) zijn van cac tusvezel gevlochten matjes. Idem tafelmatjes en kleedjes voor de toilettafel. Je kunt bakken Onze Peter was erg trots op het feit, dat zijn vader topograaf was. De belevenissen van mijn man op zijn toernees in de rimboe van Borneo en Celebes, maakten een diepe indruk op hem. Verhalen van orang-oetans, reuze pythons en krokodillen. De jacht op tokata's (anoeangs dwergbuffels) in het hooggebergte van Celebes. Van orang-pendeks die zijn vader 's-nachts hoorde en de voetafdrukjes die hij 's-morgens om de tent had gezien... Van pop- poh's (vampieren) die 's-nachts bloeddruppels oplikten uit wondjes die ze maakten op sla pende kinderen en zieken... Hij had een vader uit duizend, vond Petertje. In de omgeving van Bandoeng had hij een keertje mee mogen gaan tijdens opmetingen met enkele opnemers. Jam mer dat toen niets spannends viel te beleven; alleen een foto gemaakt, waarbij hij Paps geweer mocht vasthouden als een echte jager. Mijn man had het er een keer met mij over, dat men hier in Holland blijkbaar niet wist wat een topograaf was (Peter was met een half oor getuige van dit gesprek)men meende dat „typograaf" werd bedoeld. Na enige uit leg bleek het woord landmeter meer gangbaar te zijn. Nu wilde het geval dat op zekere dag de juf op school het onderwerp beroepskeuze behandelde. Veel kinderen wilden hetzelfde worden als hun vader en zodoende kwam het beroep van de vaders ter sprake. Ieder vertel de het zijna totdat juf zich tot onze zoon richtte. „En Peter, wat doet jouw vader?" Blijkbaar om de spanning op te voeren ant woordde deze niet direct. In snelle flitsen moeten zijn vaders „heldenfeiten" Petertje door het hoofd zijn gegaan. Hij rechtte zijn rug eer hij met gloiende wangen en schitterogen gede cideerd antwoordde: Landloper, Juf!" De klas schaterde, juf glimlachte, Peter keek beduusd rond. „Maar jongen toch, je zult je wel vergissen, je vader kan toch geen land loper zijn?" Verongelijkt maar toch zegevie rend: „Neen, hier niet maar in Indië wel, écht waar!" Ik kon het de juf later op een ouderavond verklaren, toen ze me het verhaal deed. H. SIEBENHAAR-SCHOLTE vol grappige, gevlochten figuurtjes kopen voor een paar stuivers. Bloemen, vruchten, kevers, schorpioenen, vogels, muzikantjes. Minuscuul en fijn. Wat doen die Mexicanen ermee? Ze hangen ze in trossen op, versieren er hoeden mee. Ik kwam op het idee er met tafelmatjes als ondergrond wandversieringen van te maken. LILIAN DUCELLE (Wordt vervolgd) „wishbone en „wonder krijgt U Uw man n, want U weet, de weg naar het hart van s dit jaar de plaats, de tijd 28, 29 en 30 juni. 13

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1963 | | pagina 16