DiT HEERSCHAP
PASAR MAIAM
HOUTRUST
VAN HIER EN GUNDER C=g%
28/29/30 JUNi
M Vs*-
IN DIT NUMMER
Vaste rubrieken OP PAG.
Van hier en gunder2
Eresaluut:
Prof. Dr. Chr. Snouck van Hurgronje 4
Mevr. Elisabeth M. L. van Deventer 6
Krembangan7
MYANA voor de vrouw 14, 15 en 16
TANTE MIEKE: Voor onze bibit 17
Oude sobats: Ijsvogels18
Oud Indische geslachten 20
I.K.K. Tong-Tong24
Ting-Ting's26
Redactioneel
Sic vos non vobis3
Herstel van de Indonesische economie 5
Contacten
Suriname en de Pasar Malam 8
Legenden
Hindoelegende over het ontstaan der vrouw 19
jacht
De doder II12
Jachtavontuur12
Abonnees vertellen
Rode Kruis 100 jaar9
Baas Toea 10
Benard moment11
Brieven van K. Brocx III13
Bijgeloof of statistiek18
Waktoe tanem padi19
Millon d'Arlequin21
ONAFHANKELIJK INDISCH TIJDSCHRIFT
7de JAARGANG No. 24
PRINS MAURITSLAAN 36 DEN HAAG TELE
FOON 070/542.542 en 55.07.49 GIRO 6685
TELEGRAMADRES: TONGTONG DENHAAG.
Verschijnt de 15de en de 30ste van Iedere maand.
Prijs per nummer: f 0.50.
Abonnementsprijzen Nederland: kwartaal f 3.75,
Halfjaar f 7.50, Jaar f 15.
Abonnementen Buitenland (per jaar en per lucht
post): Australië f 48.Nieuw Zeeland, Zuid Afrika,
Brazilië f 38.Nieuw Guinea, Canada f 32.
Suriname, Antillen f 26.—, West-Europese landen
f 20.—.
Abonnementen Buitenland (per jaar en per zeepost):
voor alle landen f 20.
Agente voor Canada: Mevr. E. Ie Sueur-Zimmer,
1 Richview Side Road, RR 1, Islington, Ontario,
Canada.
THE AMERICAN TONG-TONG Zelfstandige editie
voor de V.S.
P.O. Box 137 Whittler 90608 California
U.S.A. Tel. 693-4443.
Month 1.Half Year 5.Year 10.
Uitgave TONG-TONG N.V. Onder redactie van
TJALIE ROBINSON.
ZOEKT OP BASIS VAN DE NUTTIGE ERVARINGEN
IN DE GORDEL VAN SMARAGD NIEUWE INTE
RESSEN IN NEDERLAND TE WEKKEN VOOR DE
TROPENGORDEL.
SCHRIJVEN IN INDIË
,,lk ben bang dat deze vraag in een literair
tijdschrift thuishoort (althans de bespreking
ervan). Als dat zo is, „lamaarligge"In het
andere geval: weet je misschien waarom er in
Indië haast geen letterkundig werk geprodu
ceerd is, terwijl bij vele gerepatrieerden toch
wel literair talent aanwezig bleek?" R. A.
Op de eerste plaats is er geloof ik geen literair
blad, dat aandacht besteden wil en kan aan
Indische literaire ideeën, en daarom zullen
wij het maar doen. Ten tweede maak ik geen
verschil tussen literatuur en „geschrijf" en
meen in Tong-Tong duidelijk genoeg aan te
tonen dat menig „talentloos" Indischman of
Indisch meisje stukken beter schrijft dan zo
veel hoogverheven schrijvers. Dus moet er
ook voor z.g. literaire vragen aandacht bestaan
in dit blad, al vraag ik bij voorbaat vraag en
antwoord niet als literair beschouwd te zien.
Het feit alleen dan, dat zo menig excellent
schrijver(ster) van Multatuli af tot Maria
Dermout toe, in Indië nooit schreef, beschouw
ik als het hoogste compliment voor het volle,
rijke en mooie leven in Indië. De (door cultu
rele snobs geponeerde) mening dat dit een
bewijs is van „het cultuurloze leven in Indië"
verwerp ik in zijn geheel als ondeugdelijk,
waardeloos en blaterig zelfingenomen. Ook ge
woon logisch deducerend moet ik tot die uit
spraak komen, want cultuur is vorm van leven
(ook de laagste vormen van leven dus, die
dan desnoods de laagste „vormen van cultuur"
opbrengen; Toynbee: „boiled cabbage and fish
and chips" naast Shakespeare). Waar geleefd
werd, was dus cultuur in welke vorm ook.
Nu zou het toch getuigen van bijzonder arro
gante domheid als men ging veronderstellen
dat een vrouw als Maria Dermout pas cultu
reel benul begon te ontwikkelen onder haar
culturele broeders in Europa. Vooral als wij
beseffen dat over het algemeen Indische schrij-
vers(sters) weinig verkeer hebben (hadden)
met hun „collegae". Ook een Multatuli leefde
als outsider, en zelfs buiten Nederland.
Het „zich cultureel bewust gaan voelen" pas
als men in Europa is, en hier spreek ik ook
uit eigen ervaring, is volkomen nonsens. Maria
Dermout was al van haar geboorte af en
haai hele leven in Indië door een begaafde,
fijn-denkende, zuiver-voelende vrouw.
Maar waarom schreef zij tóen dan niet?
Omdat haar en óns leven daar altijd vol
was en open en tijk.
Nooit van de wijde wereld afgesloten door
slecht weer of dode muren of (in de winter)
een dode natuur, hoefden wij geen wijdheid
te zoeken met pen en verbeelding. De verten
en wijdheden waren dag en nacht „binnen
armbereik": het onbelemmerde uitzicht op de
bergtop honderd kilometer ver weg, en op daar
voorbij de Melkweg, klaar en tintelend elke
nacht weer. De Natuur was nooit dood en
leefde in een onmetelijke rijkdom van variaties
in planten, dieren en dingen. De mensen in
alle kleuren, rassen, talen en zeden. De vlinder
dartelde door het huis en de libelle zweefde
over 't voorerf. Oog en oor waren voortdurend
gevangen door het Leven. Rini Carpentier
Alting zei het zo goed in „Verdroomd Sei
zoen": „Of stond zij luisterend te kijken om
de dingen in zich op te nemen en vooral niets
te missen van wat er niet gebeurde; eigenlijk
gebeurde er niets". Ja. er gebeurde niets. En
het was er. En wij deden niets. En wij leefden.
Waarom dan schrijven?
„Verdroomd Seizoen" is zo'n deksels mooie
titel voor het leven van ons allemaal in Indië:
het leven zó vol en rijk beleven als het alleen
in een droom kan zijn. Zulke „luisterende
kijkers" hebben we zoveel gezien: de gebruinde
ouwe blijver 's morgens vroeg aan het hek van
het voorerf, de witte Bismarck-snor, de nog
steeds helle blauwe vorsende ogen, de onbe
weeglijkheid als een boom. Een uur staat hij
zo. Dan fluit hij zijn hond en wandelt naar
het huis toe. Waarom schrijven?
De Indo zit-leunend op het muurtje voor zijn
huis, 's middags half zes, bedachtzaam zijn
„zelfgerolde" rokend uit een kalongpijpje. De
kalme ogen alles ernstig en begrijpend in zich
opnemend. Als het al helemaal donker is, zit
hij er nog. Waarom schrijven?
Het jongetje met het verband om zijn been,
hurkend op het muurtje. Hij beweegt wél.
Omdat hij nog zo jong is. Zijn hoofd draait
steeds naar links en rechts. En zijn vingers
trommelen op zijn voet. Maar hij zwijgt en hij
kijkt. En vermaakt zich best. Waarom schrij
ven
Mevrouw op het stoepje van het achtererf, in
kimono, het haar los hangend, het hoofd een
tikkeltje scheef, de ogen dromerig onder lange
wimpers. Is haar leven moeilijk? Heeft ze „het
geluk gemist?" Er is een heel frêle krul om
haar mondhoeken, als een maansikkel in de
nacht. Gerda: Ik ben Moeder; ik ben de
Aarde. Waarom schrijven?
De djongos die ruisend het erf veegt, de
(Lees verder pag. 3)
BIJ DE VOORPLAAT:
Een kleurige feestelijke omslag, vindt U niet?
Moet ook. Het is het symbool voor de Lustrum
Pasar Malam. Die wordt immers gevormd uit
vele grote en kleine onderdelen met excuses
aan de artiesten!), zelfstandige „eenheden"
toch verbonden door die sfeer van gemoedelijk
heid, vriendschap en samenwerking die je al
leen op de Pasar Malam vindt. Tombola en
tropische tuin, Indisch eten en Thailandse en
Surinaamse gerechten, films en katapult, schie
ten en waarzegster, katapult en muziek, Mexi
can Shop en karate, koelkasten en kamferkisten,
wasmachines en bijouteri'èn, The Blue Dia
monds en lndra Kamadjojo, „Lief Java" en
Sandra Reemer en nog veel veel meer. Voeg
daarbij duizenden bezoekers en U heeft één
grote kleurrijke, drukke en gezellige koempoe-
lan! Dat is de Lustrum Pasar Malam. Drie
dagen lang is Houtrust het trefpunt van
Indische mensen uit letterlijk alle delen van
het land en er zullen ook vele andere belang
stellenden zijn. Drie dagen lang draagt Hout-
rust het tjap van „Tong-Tong", uw tjap.
Dus... tot ziens op onze Lustrum Pasar
Malam! MAUS RUGEBREGT
ZiET NOG STEEDS GROEN VAN
ELLENDE H'J VERCAT VORiG
JAAR. EEN BEZOEK TE BRENGEN
AAN ONZE WERKEL'JK UNiEKE
VERGEET U HET DiTJAAR DUS NiET
R.