„SIC VOS NON VOBIS
l AVONDMARKT 1963
„...en natuurlijk zullen in de komende maanden ellenlange discussies 'Worden gevoerd over de
herstelbetalingen, de minima en maxima, wat „moreel verantwoord" is, betrekkelijke rechtmatig
heid, enz. enz. Het oude liedje van loven en bieden. En eventueel in hemelsnaam maar accepteren
wat we maken kunnen. Kortweg: een onsmakelijke geschiedenis. Maar volgens eeuwige en
absolute maatstaven van rechtvaardigheid en eerlijkheid zal Indonesië ons moeten teruggeven
wat ons afgenomen is, en is alle geschipper onwaardig. Ik verwacht dat Tong-Tong ook hierin
op een onwrikbaar standpunt durft te staan..." v. d. Waal
Ik wou dat dit standpunt even eenvoudig,
onwrikbaar, eeuwig en absoluut was als v. d.
W. veronderstelt. Elke studie van elke historie
in de wereld leert namelijk dat de vooruitgang
van de mensheid door de eeuwen langs
„vreemde'' wegen gaat en wel zo constant,
dat het wel lijkt of er van een andere „wet"
sprake is: nieuwe regeringen, ideologieën,
heersers, generaties veroveren, confiskeren (U
mag ook zeggen: stelen) bezittingen van vorige
regeringen en geven niets terug.
Soms gaat het met argumenten (het oude
systeem van „bankroet", was geleid door usur
pators, was obsoleet, immoreel, in verval, enz,
enz. enz.), soms met doodgewoon wapenge
weld. We kennen allemaal de veroverings
tochten van Alexander de Grote, Tamerlan,
Pizarro. We weten dat de „citoyens" de Franse
adel al hun bezittingen ontnomen hebben en
nooit gerestitueerd. We weten wat af van het
(Vervolg van pag. 2)
stationschef die „als een kwajongen vliegert"
en volmaakt tevreden naar zijn dansende
ster kijkt in het intens azuur, het HBS-meisje
dat koeweh mangkok maakt achter op de galerij
op de anglo: uitbundige rose en pistachegroene
en sneeuwwitte bolletjes met klapperraspsel,
de TH-student aan zijn tekentafel, zo maar in
katoh en op zijn kamar-mandi-tèklèks: hij
gaat een nieuwe wereld bouwen. Waarom
schrijven?
Cultuur? Ik ken maar één cultuur en dat is
de Indische en dat is een levend ding in mil
joen variaties zonder subordinatie, zonder
hekjes van dit is best en dat is rot. Spaar je
woorden! Cultuur dat is de Indische Staats
raad of Minister, die na dertig jaar Holland
constateren kan dat het vleugje trassie in de
sambal mankeert. Cultuur is m.i. niet de
burgerman die met opgetrokken neus predikt:
„Voor mij geen knoflook!" Cultuur is voor
mij niet drie muren vol met standaardwerken
maar de berghut „Lali Djiwo" van „die gekke
blanda". De Clonie MacLennan.
Schrijven? In Indië schreef God's hand dag
en nacht in myriaden wonderlijke lettertekens
het Leven van Mens en Dier. en Ding. Hoe
kan je, als je dat ziet, nog willen schrijven
en alleen maar op zijn hoogst honderdste rangs
kletskousje zijn? Hier in deze koude wereld,
als dat alles verloren is, ga je schrijven. En
als je nooit wat anders gezien hebt, ga je
schrijven over wat je verlangt en droomt. En
dat heet literatuur. Als je nooit wat anders
geweten hebt in je leven, ga je deze literatuur
in hokjes delen en er torentjes van bouwen en
het ene mooier vinden dan het ander. En het
is allemaal zo zielig weinig en klein en on
machtig vergeleken bij het schrijfloze leven
onder Orion
Schrijven is: de man die tot levenslang cellulair
veroordeeld is en in zijn betonnen kooi jong
leert met gekleurde ballen: drié, vijf, tien,
twaalf! Hoe mooi en hoe „buiten-het-leven".
Je doet het omdat er niets anders op zit.
Maar U moet zich als Indischman NOOIT
minder voelen omdat U ook niet jongleren
kunt. En U moet zich niet wijs laten maken
dat jongleren „cultuur" is. Wees rijk en te
vreden met uw wetenschap, dat niets in dit
hoge, imposante, bonte, culturele leven in
Europa ook maar in de verte halen kan bij
één soezerige zondagmiddag niksdoen in de
Oost. Ja toch? Dan niet meer praten over
schrijven. T. R.
opendwingen van China door de Britten (en
het „O'piumschandaal"), het opendwingen van
Japan door Amerika, de verovering van de
Philipijnen door de Spanjaarden en later weer
door de Amerikanen op de Spanjaarden. De
Batavieren zijn de Lage Landen binnengetrok
ken en verdreven de oorspronkelijke bewoners.
Later zaten de Batavieren weer „knijp" toen
Franken en Saksers kwamen. Nederland slecht
te Jacatra en stichtte Batavia en penetreerde
meer en meer in Indonesië. De Engelsen
pikten Penang in de kuif en later Singapore.
De hele historie is één continuë successie van
„onrechtmatige afnemerijen". Het lijkt er
soms op of de mens altijd maar stichten en
bouwen kan voor anderen na hem. Is dit „tra
giek?" Of even grote wetmatigheid als in de
natuur? Reeds Yergilius dichtte de vermaarde
regels
Sic vos non vobis nidificatis aves,
Sic vos non vobis vellera fertis oves,
Sic vos non vobis mellificatis apes,
Sic vos non vobis fertis aratra boves.
Dat is:
Zo bouwt gij, vogels, niet voor uzelven
uw nesten,
Zo draagt gij, schapen, niet voor uzelven
uw vachten,
Zo maakt gij, bijen, niet voor uzelven
uw honing,
Zo trekt gij, ossen, niet voor uzelven
de ploeg.
In het persoonlijke vlak: de vader bouwt een
huis, dat later bewoond wordt door zijn zoon
of als hij geen zoon heeft door een ander.
De ambtenaar helpt door noeste arbeid en
trouw (en bij schrikbarend slecht salaris) de
beroemde en rijke Nederlandse Administratie
op te bouwen. De verzekeringsagent sluit polis
sen af die een verzekeringsmaatschappij maken
tot een steenrijk miljoenen-concern en is zelf
tevreden met een klein salaris en premies. Een
uitvinder blijft arm en sterft in gebrek, terwijl
anderen met deze uitvinding steenrijk en be
roemd worden. Er is geen einde.
Moeten we dit alles dan maar gelaten accep
teren en liever nooit meer iets maken? Dan
hoeven we ook niet te leven. Want leven is nu
eenmaal eindig. En bezit is eindig. Ook het
leven van volkeren, staten en gemeenschappen
is eindig. M.a.w.: de mens, als hij leeft, bouwt
altijd voor anderen. En hoe verder de mens
ziet in de toekomst en hoe meer hij bouwt,
hoe meer hij hoort in te zien dat hij bouwt-
voor anderen. Zelfs over de wijze, waarop
bezit overgaat naar een ander, is alle discussie
nutteloos. We kunnen vloekend en mopperend
„ten grave dalen" of we kunnen een diepere
en nobeler wijsheid opbrengen: we kunnen
zonder wrok afstaan aan een ander, omdat de
tijd daartoe gekomen is.
Wie religieus denkt en een studie maakt van
de laatste jaren van Christus' leven, vindt
daarin een machtige symboliek van alle aards
bestaan en eeuwig voortbestaan op andere
basis. Al eens geprobeerd?
Wij Indischgasten horen eigenlijk ook beter te
weten. Ons eenvoudige leventje als „eeuwig
overgeplaatst" ambtenaar deed ons in elk huur
huis opnieuw met ijver en liefde ploeteren in
de tuin ook al wisten we dat we spoedig
weer weg zouden gaan en anderen plezier en
geluk zouden hebben van de door óns ge
plante manggaboom, tjotjor bèbèk of roos.
Al ..afscheid nemend" hebben we Indië mooi
gemaakt. „What's wrong?"
Dif is geen antwoord op de vraag van v. d.
Waal, dat is waar. Het is alleen een andere
levensbeschouwing. En ik geloof dat het con
flict tussen deze levensbeschouwingen de we
reldhistorie helpt maken. Ik weet niet of ooit
een mensheid komen zal die andere wetten
ontdekken zal, waardoor Progressie van het
Geluk langs vrediger kanalen zal kunnen gaan.
Ik wil ook wel zeggen dat ik dit inzicht niet
van mezelf heb, maar heb geleerd van de vele
Indische kandjengbesars in Nederland die alle
verlies van hun rijke en gelukkige leven met
stille waardigheid dragen. God bless them,
zelfs al zijn ze fout. TJALIE ROBINSON
t Eind van deze maand houden wij
onze Lustrum Pasar Malam. Dit-
t maal in een groter huis. Een
hachelijker en moeilijker onder-
t neming dan ooit tevoren, vooral
f nu de betrekkingen met Indonesië
4 hersteld zijn „en interesse voor
een Tropische Markt niet meer
gekweekt hoeft te worden, omdat
we voortaan voor een Pasar Ma-
lam naar Indonesië kunnen
gaan..."
Tong-Tong blijft nochtans trouw
aan haar overtuiging dat IN NE
DERLAND een Pasar Malam
hoort te blijven bestaan en nóg
verder uitgroeien moet. Tong-
Tong gaat dus met het volste
vertrouwen en met de beste moed
bezield deze 5de Pasar Malam op
poten zetten.
En zij ZAL slagen!
Wat een wonderlijk fenomeen is
dit eigenlijk: een Avondmarkt,
gehouden in het Avondland, ge
organiseerd door een burgergroep
die aan de Avond van haar be
staan is (de laatste Indische gar
de).
Alles bij mekaar ziet dat er erg
verdrietig uit.
En nochtans weten wij zeker: van
heinde en verre zullen zij alle
komen: de kandjengbesars uit be-
stuurs- en zakenleven, de eenvou
dige ambtenaren, de officieren
en soldaten, de maatjes en omaa
tjes, de ooms en de pa's, met al
hun vrienden en vriendinnen.
En zij zullen lachen.
Laat het dan Avond zijn en zelfs
driedubbel Avond, wij uit het
Morgenland weten dat de avond
tóch komt voor alles en iedereen,
en dat treuren niets geeft. Daar
om zullen wij de Avond feeste
lijkheid geven met vele lichtjes
van vrolijkheid. En zij zullen de
hele avond en de hele nacht
doorbranden. Tot de Dageraad
aanbreekt van een Nieuwe Dag.
Daarom, Indische Club Jang
Paling Besar, selamat datang en
veel plezier!
TJALIE ROBINSON