Prof. Dr. Chr. Snouck Hurgronje (I) Geb. ie Oosierhout 8 febr. 1857 - Overl. ie Leiden 26 juni 1936 LES I LES II In zijn jaren van studie die niet tot Leiden beperkt blijven, maar waarin de beroemdste oriëntalisten van Duitsland mede als mentors gekozen worden, moet zijn plan van grootse conceptie gerijpt zijn. De Islam was in die jaren een nog maar ten dele bekende wereld macht zowel politiek als naar de geest. In zijn dissertatie „Het Mekkaansche feest", toont de jonge geleerde hoe grondig hij langs wetenschappelijke weg dit stelsel in zijn his torische grondslagen, zijn staatkundige, juridi sche en dogmatische uitbouw heeft doorge werkt en begrepen. Natuurlijk moest voor een man met zo intense belangstelling voor de Er zijn van die ogenblikken, waarop men de onmacht voelt om grote dingen in heldere woorden en in zuivere pakkende beelden door te geven aan zijn landge noten, nu en voor de toekomst. Vooral wanneer het gaat om-zaken van wereld historisch belang voor ons volk, die niet herkend noch aanvaard werden toen de persoon nog leefde. Dan zou men wensen dichter te zijn om als een minstreel een epos te dichten, waarin de grote daden bezongen worden van een tijdens zijn leven door velen miskende, veel bestreden leider van zijn volk, die wegen wees in tijden van vertwijfeling, die wakker schudde uit zelfgenoegzaamheid, die de strijd zocht zonder vrees te kennen, zonder iets voor zich zelf te zoeken, die zijn volk en land liefhad en het daarom met woorden tuchtigde. Het epos van de grote Nederlander, geleerde, staatsman en opvoeder, de Snouck Hurgronje van het Wes ten, en de Abdoel Ghaffaar van het Oosten, moet nog geschreven worden! In afwachting daarvan kunnen wij niets anders doen dan ons volk wijzen op deze grote landgenoot, die buiten zijn kleine vaderland meer gewaardeerd, bewonderd en begrepen werd dan binnen de grenzen ervan. Hij heeft het de nuchtere Hol lander, en ook Indischman, die niet pleegt over te lopen van waardering voor fantasie, ook wel moeilijk gemaakt zijn buiten alle regels van burgerlijkheid en van Hollandse code van fatsoen getrokken grootse levensplan te begrij pen en te waarderen. Om het leven van Prof. Snouck Hurgronje was veel geheimzinnigheid. Dat was nodig voor het volbrengen van een levenswerk dat hij al jong in hoofdlijnen ge zien moet hebben en waarvan hij op geniale wijze het plan van uitvoering maakte en met onwrikbare wilskracht volgde. Zijn jeugd speelt zich af in een Brabants dorpje, Oosterhout. Het vermoeden is gerecht vaardigd, dat het een eenzame jeugd is ge weest. Reeds toen moet hij het talent hebben ontdekt tot wetenschaps-beoefening. Bij de bestudering van zijn levensgang wordt men getroffen door zijn dorst naar weten en be grijpen om daardoor misverstand, wantrouwen en haat tussen volken en tussen de belijders van de wereldgodsdiensten weg te nemen. Men komt onder de indruk van zijn hartstocht voor waarheid en oprechtheid in de beoefening der wetenschappen, in de beoordeling van mensen en bun motieven, in de uitvoering van de na tionale zaak in Indië. Het lijkt hard, meedogen loos. En dat is hij wanneer hij strijdt voor waarheid, recht en juist begrip. Al jong is hij gevreesd als strijder tegen we tenschappelijke schijn, en charlatannerie. Op rijpere leeftijd wordt hij het geweten van een koloniale staatkunde dat nog leren moest hoe ernstig de taak en hoe vele tekortkomingen er nog waren. Als Professor te Leiden, in dienst der wetenschap, de koloniale staatkunde en het bijbrengen van de kennis en vorming van een jonge garde van Indische bestuurders en taalgeleerden, eist van hen en ook van zichzelf bovenal een innerlijke tucht. Zij die hem in zijn strenge levensgang dieper mochten leren kennen, zien dat het liefde is tot de weten schap, tot zijn volk en land, tot al zijn medemensen, die hem dwingt tot hardheid. Met hem schreef zich in te Leiden voor twee faculteiten, die der Godgeleerdheid en der Letteren, Bavinck, die later naast Abraham Kuijper staan zou, als leider van het neo- Calvinisme, dat in ons land een onvoorziene krachtsontplooiing tegemoet ging. Snouck Hurgronje en Bavinck sluiten vriend schap voor het leven. Na het candidaats-examen in de theologie en de letteren volbracht te hebben, moeten ze hun levenskeuze doen. Bavinck kiest de theologie, Snouck Hurgronje de Oosterse letteren. Foto uit: Nederlanders over de zeeën levende mens als Snouck was, de bestudering van de Moslim volgen op die van de Islam. Zo trekt hij het pelgrimskleed aan, en voegt zich als Abdoel Ghaffaar bij die eindeloze stroom van mensen, die langs een van de grootste pelgrimswegen der mensheid voort trekt, naar haar heiligdom, waar ze verlossing van haar onvrede en disharmonie denkt te vinden. De Islam gaf haar leiding niet aan een clerus, ze kent geen tot priesterschap gewijden, maar volgt de leiding van hen die de wijding der wetenschap zich deelachtig maakten. De pel grim uit Leiden wordt niet als zodanig her kend, maar wel als godgeleerde van buiten gewone talenten. In Mekka maakt Snouck Hurgronje vrienden onder de nobelste Mos lims van de Heilige Stad. In Djeddah wekt hij jalouzie bij een onwaardige vertegenwoordiger van het Westen. Een Franse Vice-Consul ver raadt hem, doch zijn Moslimse vrienden blij ven hem trouw. Zij verbergen zijn aantekenin gen en smokkelen ze later met levensgevaar het land uit, aldus reddende voor de weten schap zijn nimmer overtroffen standaardwerk „Mekka" en menige waardevolle monografie, die uit deze aantekeningen werden opgebouwd. De band tussen Snouck Hurgronje en de Islam is van een wetenschappelijke gegroeid tot een diep menselijke, de Moslimse elite rekent hem van nu af tot de hunnen. Menig artikel en een uitgebreide correspondentie in een foutloos klassiek Arabisch gesteld heeft die band be vestigd en de heilrijke uitwerking ervan door getrokken tot over de grenzen van het leven. In Mekka, in zijn ontmoetingen met de Indi sche kolonie, waar velen onder zijn die door een bittere haat tegen het Hollandse koloniale gezag uit hun vaderland verdreven zijn, leert „Zij die zich het verleden niet kunnen herin neren, zijn gedoemd het te herhalen". George Santayana „Spaans-Amerikaans dichter en filosoof De Indische groep mag zich dit wel ernstig realiseren. Zowel zij die willen „vergeten en niet meer denken" als zij die menen dat men alleen maar vooruit moet kijken, zonder enige oriëntering op het verleden (dus zonder lering (e trekken uit ervaring). Want dit betekent dat de levenskennis ont breekt, dat de waakzaamheid zwak blijft: men loopt argeloos in oude gevaren. Men is GE DOEMD wéér fouten te maken en wéér in ellende te komen. Voor de mensen die niet „in filosofie geloven": de ezel die de steen vergeet waarover hij gestruikeld is, MOET weer struikelen. „Neem wat je wilt, MAAR BETAAL!" (Spaans spreekwoord) Dit „betaal" betekent niet zozeer: leg centen op tafel, maar meer: BOET. Mensen die het leven willen zien als „haal wat er te halen valt" (want ik betaal er toch voor?) op uit eenlopend gebied roem, macht, bezit, genot winnen ongemerkt vaak veel meer dan ze aan kunnen. De balans van de persoonlijke draagkracht raakt overschreden. De val komt vroeger of later. Indirect: het leven is niet alleen nemen, maar ook geven. Wie het laatste verzuimt, leeft slecht, zal later tóch verliezen. Werkelijk: zeer velen van ons hebben in Indië te veel van het leven genoten (genomen) en te weinig aan hun maatschappij en hun naasten (dus ook bedienden, die „ook mensen zijn") gegeven. Ons is alles ontnomen. De goeden hebben onder de kwaden geleden. Wat doen wij NU? T. R. Snouck Hurgronje zijn eigenlijke, grote le venstaak zien. Hij zal bij zijn volk vooroorde len, wantrouwen en misverstanden wegnemen en zo de weg banen tot samenwerking met de Moslimse onderdanen in Atjeh, de Minangka- bau en Bantam, hoewel nu nog afgronden van domheid, van superioriteitswaan en van Chris telijke bekrompenheid ons van hen scheiden. De wetenschappelijke buit van de pelgrims tocht naar Mekka wordt in Leiden bewerkt, er wordt nog enige tijd gedoceerd, waarbij een andere vriendschapsband voor het leven wordt gesloten, namelijk die met de latere baanbre ker op het gebied van taalstudie in dienst van de Zending, Dr. Adriani van Midden-Celebes. Dan is Dr. Snouck Hurgronje klaar om zijn eigenlijke levenstaak op te nemen. De Islam- politiek onzer Indische Regering moet grondig herzien worden. Kennis van de Islam en psychologische begrippen van zijn veelsoortige belijders in Nederlans-Indië moet de basis van dit handelen worden. De slechte naam die we hebben tot in de centrale landen van de Islam en die we ons op de hals haalden door een verkeerde hadji-politiek en door een voortslepende Atjeh-oorlog, die in Moslimse sfeer als een heilige oorlog tegen kafirs uit het Westen gezien wordt, moet in een goede veranderd worden. Aan die reuzentaak zet zich Snouck Hurgronje. Hij bedient zich van het wapen der wetenschap samen met dat van het persoonlijk contact. Ken elkander, doorgrond eikaars motieven, respecteer geloof en levens visie van de tegenstander, dat is wat hij van de Indische Regering eist. Kortom hetzelfde wat Spinosa eens heeft gezegd! ,,Niet betreuren, niet ridiculiseren, noch met minachting afwijzen, doch trachten de innerlijke motieven te begrijpen". J. C. H. (wordt vervolgd) 4

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1963 | | pagina 4