Suriname en Pasar Malam PANTUNS Swagatam! Toen ik van mijn bestuur de opdracht kreeg iets over Suriname in uw blad te schrijven in verband met de Pasar Malam, verheugde ik me wegens de grote overeenkomst, welke de zeden en gewoonten van het merendeel der abonnees van het tijdschrift „Tong-Tong" vertonen met die der in Nederland wonende Surinaamse-Hindoestanen nakomelingen van de Brits Indische immigranten). Sedert lang bestond de drang bij ons leden van de Surinaamse Jongeren Vereniging „Manan") om toenadering tot uw blad Tong-Tong te zoeken, doch iedere keer ontbrak ons de moed bij het aanschouwen van de machtigheid uwer organisatie. Vergeleken met Tong-Tong is onze vereniging Manan Bezinning) maar een kleuter. Door de ondoorgrondelijke Godsgedachte is het verlangde kontakt tussen de bijelkaar ho rende verenigingen eindelijk tot stand geko men. In het bijzonder horen wij bijelkaar vanwege het feit, zoals ik hierboven vaststelde „de grote overeenkomsten van onze zeden en ge woonten". Deze vaststelling van onze binding is niet zonder meer geschikt, maar voortge vloeid uit onze ervaring, welke wij hebben opgedaan in de heterogene samenleving van Suriname, o.a. met de uit Indonesië (Ned. Indië) afkomstige en in Suriname wonende Indische-Surinamers en het individuele kon- takt met Indische-Nederlanders in Nederland. Voorts bestaat de binding van oudsher. Om enkele van ze te noemen: 1. de Serajoe, de voornaamste stroom van Zuid-Java, genoemd naar Sarayu (thans Go- gra), de zijrivier van de Ganges in India, waaraan Rama's hoofdstad Ayodhhya lag; 2. Srivija de naam van het oude rijk op Zuid- Oost-Sumatra; 3. de Yupa-inscriptie te Koetei op Borneo en de rots-inscriptie van Tji Aroeteum op West- Java; 4. de reliëfs uit het leven van Boedha op de Barabodoer (Midden Java) etc. etc. etc. Om kort te zijn is de betrekking tussen Indischen en Hindostanen zowel in Suriname als in Nederland uitstekend. Als ik het liedje Soerabaja... van Anneke Grönloh hoor, dan denk ik direct aan SURI NAME... Omdat wij ons eigene, hierin her kennen. Op grond van al het bovenstaande was ik dus verheugd om één en ander te mogen schrijven over een grote Aziatische groep, die van jaren lange verwijdering nu verenigd is in Neder land en een deel van de Nederlandse gemeen schap vormt. Wij hopen en doen hierbij tevens een beroep op het bestuur van Tong-Tong en haar lezers kring om onze vereniging Manan (de kleuter) te blijven beschermen en het gevestigde kon- takt voor altijd te willen handhaven. Wat Manan betreft, wil ik slechts volstaan met haar motto: „Vereend zullen wij staan en verdeeld zullen wij vallen". Wanneer U straks op 28, 29 en 30 juni a.s. de Pasar Malam gaat bezoeken, zult U ergens in een hoekje een „Surinaamse stand" zien. We zullen de nodige aandacht besteden om U op die „stand" Suriname te doen ervaren met o.a. Hindoestaanse gerechten, souvenirs etc. etc. Door een bezoek aan onze stand zult U uw éénheidsgedachte demonstreren en wij zullen ons gelukkig gevoelen, te meer waar wij op 5 juni j.l. de dag hebben herdacht, waarop 90 jaar geleden het eerste immigrantenschip „Lalla Rookh" met 410 Hindostaanse immigranten in Suriname aankwam. Mocht U terzake nog be langstelling hebben, zullen wij dan nader, zoals afgesproken, bij de komende, veelvuldige kon takten meer van elkaar leren en te weten ko men in belang van de hechtere band. Voorlopig houd ik op met verder schrijven en ben gaarne bereid de volgende keer het aspect te belichten over de Hindische bevolkings groep 52.000) in Suriname. Namens het bestuur van S. J. V. Manan zeg ik het bestuur van Tong-Tong van harte dank Zoals dat dikwijls gaat kwamen we J toevallig in contact met de Surinaamse jongeren-Vereniging Manan"de ver- T eniging van de in Nederland verblijven- I de Surinamers van Hindoestaanse af- komst. We maakten in een Indisch restaurant kennis met Rudy Ghafoer- khan, raakten in gesprek. Door zijn J bemiddeling werden we enige dagen later gastvrij ontvangen op een gezellige T avond van „Manan"Er was iets be- kends in de sfeer, en wij voelden ons J al spoedig thuis. Kan het eigenlijk anders? Uit welk gedeelte van de tropengordel je ook komt, er zijn altijd 1 punten van overeenkomst. De heren I Lutchman (voorzitter) en Gampat (se- I cretaris) toonden zich uitstekende gast- I heren. Het eerste contact was gelegd. T Weldra werden we uitgenodigd op de J immigratie-herdenking van de Hindoe- J stanen die op 5 juni j.l. 90 jaar in I Suriname waren. Én toen was het hek I van de dam. „Manan" komt met een I eigen stand op onze Pasr Malam met I veel belangwekkends uit hun land en T met specifieke gerechten (verzuimt U I niet de stand te bezoeken!). „The Manan Band" zal op zondagmiddag I 30 juni typische muziek ten gehore I brengen, met een ritme waarbij je je T benen niet stil kunt houden. Last not I least was de heer Swami Prasad bereid f ter kennismaking bijgaand artikel voor f ons te schrijven. Er zullen meer artike ls len volgen. Wij zullen ze graag opne- I men en wij zijn er zeker van dat deze X eerste contacten zullen uitgroeien tot een plezierige permanente samenwerking I op velerlei gebied. T Swagatam (dat is Hindisch voor: wel- X komin Tong-Tong! REDACTIE voor de aangeboden gelegenheid om onze bij drage te mogen leveren aan de Pasar Malam. Een lid v. d. Surinaamse jongeren Vereniging „Manan" L. SWAMI PRASAD Semua bangsa berabad-abad, masing-masing mempunjai adat. Bagaimanapun warnanja kulit, sakit djuga djika ditjubit. (Door de eeuwen heen hebben alle volken hun eigen zeden en gewoonten. Hoe de huidskleur ook moge zijn, het doet toch zeer als men erin knijpt). Tina katjang kadele njieun ketjap warna hideung. Mingkin loba nu barule boga anak nu harideung. (Van de kadele-bonen maakt men zwartkleurige ketjap. Stees neemt het aantal blanken toe die donkere kinderen hebben). Ma'af, Ma!af! Wil degene die deze pantuns voor ons maakte weer even zijn naam bij de redactie opgeven? We zijn die helaas door onnaspeurbare redenen kwijt geraakt en wilden bij gelegenheid toch ook de andere pantuns plaatsen. RED. Het borstbeeld van LOUIS COUPERUS, dat op zijn honderdste geboortedatum 10 juni j.l. namens de regering door Staatssecretaris Air. Y Scholten werd overgedragen aan het Haagse Gemeentebestuur. Op de foto ziet U het beeld-,belazer"zoals dat des morgens om half 11 werd onthuld aan de Haagse Surinamestraat in de Archipelbuurt, waar Couperus woonde toen hij zijn eerste romans schreef. Een uur na de plechtigheid was het alweer verdwenen. Waarom? Ongeveer 10 jaar geleden kreeg de beeldhouwer L. Sondaar zijn opdracht voor het beeld van Coupjezoals sentimentele Haègse dametjes in de twintiger jaren dwepend de schrijver van „Eline Vere" en „Stille Kracht" noemden. Toen die 100ste geboortedatum naderde, bedacht de regering, dat nu het moment was gekomen om iets met die opdracht te doen. Maar Sondaar had het beeld nog niet klaar, vandaar eerst dat gipsen afgietsel van het beeld betoeleen bronzen buste met goud kleurige patine op een massief granieten sokkel. „Wag heduldig. straks staat tegen de groene bossage de GOUDEN COUPERUS. MIES R.

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1963 | | pagina 8