Het Internationale Rode Kruis bestaat 100 jaar en bijna 100 jaar het voormalig Ned. Ind. Rode Kruis en de Palang Merah! Net waren de diplomatieke betrekkingen met Indonesië hersteld en waren de eerste Nederlandse journalisten in Indonesië gearriveerd of president Soekarno herdacht het 100-jarig bestaan van het Rode Kruis. Het lijkt oppervlakkig maar een vriendelijk diplomatiek gebaar, maar... het is meer, het is welhaast een symboliek in de geest van de Djojobojovoorspelling. in/I iLAm.1, TROPISCHE TUIN r TROPISCHE TUIN TROPISCHE TUIN PASAR MALAM HOUTRUST 28, 29 en 30 JUNI Want op het moment van deze herdenking kwam automatisch het voormalig Ned. Ind. Rode Kruis en Palang Merah in de gedachten van vele helpsters. Ik vermoed, dat al mijn zusteren van het voormalig Ned. Ind. Rode Kruis en de Palang Merah uit de laatste wereldoorlog speciaal de jaren, dat Nippon meende de Europese koloniale gebieden in Oost Azië te kunnen onderwerpen en samen te bundelen wel net als ik in gepeins ver zonken raakten. We dachten terug aan die da gen tussen mei 1940 en de souvereiniteits- overdracht in 1949. Want in die tijd hebben we blank en bruin als waardige volgelingen van Henri Dunant zij aan zij gestaan om de nood te lenigen. 1940. Holland was gesloten voor het voormali ge Ned. Indië. Het Rode Kruis aldaar ver wachtte nog meer dreiging en noden en wilde paraat zijn. De cursussen voor helpster eerste, tweede en derde klas van het Rode Kruis werden begonnen. We hadden in geen tijden oorlog gehad daar in de Gordel van Smaragd, dus alles liep niet van een leien dakje. Aller eerst was er geld nodig. Er werd in de soos van Bandoeng een fuif gegeven ten bate van het Rode Kruis. De opbrengst viel tegen. Dansend Bandoeng zag vermoedelijk de ernst nog niet voldoende van in. Ik woonde naast wijlen mevrouw Nijgh, gepa renteerd aan Nijgh en van Ditmar. Het liep tegen Kerstmis 1940. Oma Nijgh zei tegen me: „Als we eens kerstcorsages verkochten ten bate van het Rode Kruis?" Een reuze idee. Indische kerstbomen genoeg, de kralen (voor hulstbessen) eveneens te krij gen op de passer. Mevrouw, haar dochter, kleinkinderen, vriendjes en vriendinnetjes, al les hielp op goed Indische toeloeng menoe- loengwijze. Ik schreef berichtjes in het AID. maar ook in de Indonesische Nycorkexpres, waar de vrouwelijke redactieleden alle mede werking gaven. „Where two strong men stand face to face!!" Van alle kanten werd hulp aangeboden om de collecteren, hoe vaak ben ik niet de kampong ingegaan om onze Indonesische helpsters kerst takjes te brengen en een dompet op te halen! Het was in één woord prachtig. De secretaris van het Bandoengse Rode Kruis, de heer van Ginkel was één en al verbazing dat deze col lecte zonder bal in de soos, zovele malen meer opbracht dan die van het „dansende congres als U begrijpt wat ik bedoel Wat de financiën betreft waren we dus uit de nood. De parktische kant, de opleiding tot helpster liet ook nog wat te wensen over. het ging allemaal wat stroef. Je wist niet precies waar je aan toe was. Ik was eens de wanhoop nabij en plofte neer op een stoel tegenover mijn journalistieke baas Sluimers, spoot mijn depressie eruit, vroeg hèm er iets over te schrijven. Antwoord: „Primo zijn we niet aan oorlog gewend, lees hoe chaotisch het in Londen was na mei. Secundo schrijf die story maar zelf, ik plaats het wel". En ik schreef. Ik kreeg klopjes op mijn schou der van het subcomité, dat ik de boel gepu bliceerd had, op straat werd ik aangehouden om adhesiebetuigingen in ontvangst te nemen, op het militair hospitaal bij directrice en ver pleegsters hoorde ik verontwaardiging. Maar... TROPISCHE TUIN daar kenden ze me als Zuster Wally, mijn mans naam, terwijl ik schreef onder mijn meisjes naam. Wie wel wist dat ik de schrijfster was, was dokter van B„ die me uit mijn prille jeugd kende en me een knipoogje gaf als er in mijn nabijheid over me geargumenteerd werd. Later waren de MGD-zusters en ik de beste maatjes in de oorlogsdagen, al wisten ze dat ik e.e.a. geschreven had, maar... een beetje gelijk had ik toch wel, vonden ze. En toen die laatste oorlogsnachten in het Concentratiehospitaal I. Zij aan zij stond ik er met de Indonesische zusters. Hoe groots, hoe „strong" waren zij de blanke èn de bruine helpsters. Nadat het Concentra tiehospitaal was leeggeruimd omdat de Jap het opeiste voor zijn gewonden, bracht ik de Indonesische zustertjes naar het Emanuelzie- kenhuis en namen we afscheid? Neen, geen afscheid, de hele oorlog door heb ben zij, die toen Palang Merah waren gewor den geholpen aan medicijnen, die ik als blanke niet meer krijgen kon. Hoe heb ik die medi cijnen gesmokkeld naar Tjipageran, waar zus ter Balinge MGD zuster, van origine Suri naamse, de zorg op zich had genomen voor de vrouwen, kinderen en pasgeboren baby s van onze KNIL-jannen in het huis van een oud-kapelmeester van het KNIL en zijn Indo nesische vrouw. De kapelmeester, die vanwege zijn ondergrondse activiteiten het leven heeft moeten laten, riep me eens toe: „Wjaarom zegt U niet, dat U Roelofsma heet en de doch ter bent van die fijne kapitein van^ me, die altijd klaar stond voor zijn Jannen!" De kapelmeester sprak over de jaren 1914/15 toen pipa in Tjimahi in garnizoen lag. Begin 1944... er was een klein ziekenhuis van geestelijk overbelasten. Aan het hoofd stond een vrouwelijke psychiater, voor zover mij be kend is ze overleden nu, ze was getrouwd geweest met een Menadoneze nationalist. Op dat moment met een BB-ambtenaar uit Banda. 's Nachts slopen er Indonesiërs over het erf en dat vonden de Hollandse zenuwverpleegsters maar griezelig. Ze wisten niet, dat deze men sen gestuurd waren door de dochter uit het Menadoneze huwelijk, die op dat moment arts was bij Pasteur en moeder voedsel en berichten liet brengen! Maar dokter was verder ook wat vreemd en moeilijk. Het leek wel of ze een vorm van Godsdienstwaanzin had. Ik werkte in de wijk in Tjihapit, kwam door toevallige omstandigheden in aanraking met het psychiatrisch ziekenhuisje. Eerst wasbeur ten, toen nachtdienst en toen... konden de zusters het niet langer meer volhouden bij de vrouwelijke psychiater en vertrokken. En ondergetekende werd hoofdzuster, maar ik kreeg 100% hulp van een paar andere help sters van het Rode Kruis en we rooiden het. Alleen maar Helpsters van het Rode Kruis! Een vriendin van me, die gemerkt had, dat ik bij luchtalarm 's nachts uit mijn bed sprong om mijn collega's te assisteren bij de extra onrustige patiënten, maakte zich zorgen, dat ik het niet vol zou houden. Maar ik stelde ze gerust en zei „HIJ weet en ziet alles helpt als ik niet meer kan". En zie... HIJ zond de volgende dag hulp. Wijlen zuster Aimée Noteboom, die haar op leiding voor zenuwverpleegster in Den Dolder had gehad stond opeens voor me. Ze had 6 f y CEp Ai VOOR HET EERST OP DE WEERZIEN MET OUDE BEKENDEN ALS KEMBANG SEPATOE ZUURZAK SUIKERRIET PISANG, ENZ. VOOR DE PASAR MALAM DAGEN AFGE STAAN DOOR DE HORTUS BOTANICUS TE LEIDEN. OM TE WORDEN BEWONDERD IN: weken met tyfus gelegen, was nu weer fit en kwam haar hulp aanbieden. Hoe goed hebben we samen gewerkt en onder wat voor omstandigheden. Aimée, Aat Beren- schot-Maurer een Duitse helpster Rode Kruis, echtgenote van iemand van Mijnbouw en de echtgenote van een KPM kapitein, die op Malakka bij de Johanniter-orde van het En gelse Rode Kruis haar opleiding had gehad. Onderwijl hadden we mannelijke doktoren in het kamp gekregen en dokter Theunissen, hoofd DVG als psychiater. Van al deze zijn alleen Aat en ik nog in het land der levenden. Het wordt stil om me heen! Een woord van dank moet me van het hart voor het begrip en de hulp die we hadden van de medische dienst van de Jap. Ik wil memoreren, dat hoewel het N.I. Rode Kruis als geheel was ontbonden, ik de hele oorlog door mijn Rode Kruispas heb mogen behouden, gewaarborgd door de Japan se lettertekens erin. Na de oorlog lukte me het met Kerstmis 1945 toestemming te krijgen (Lees verder pag. 23)

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1963 | | pagina 9