DE TUGER IN HET VOLKSGELOOF Verboden geneeskunst in het oerwoud „Win with Ike" stond op de rok, die de oneindig dikke, oude vrouw droeg. Win with Ike, en de glimlachende kop van Eisenhower wiebelde, schudde en beefde met alle deiningen van het logge lichaam mee, toen de vrouw bevangen werd door de opgeroepen „geest". Haar kunstig geknoopte hoofddoek de anjiesa schoof eerst van links naar rechts, viel dan naar beneden waar een assistent van de toverdokter de doek opraapte, om hem met een vliegensvlugge beweging als een soort voorschootje om de reusachtige heupen van de dansende vrouw te wikkelen. Zij stopte er geen ogenblik voor, maar de man had er zo'n handigheid in, dat het ingewikkelde werkje (in alle betekenissen van het woord) in een ogenblik achter de rug was. f Met trommels en kruiden tegen de geesten De zwarte voeten stampten de maat mee, die de trommels sloegen, haar handen trachtten het vluggere rythme van de rammelende „sik- sikkies" uit de lucht te rijpen. Onder de wie belende, glimlachende kop van Amerika's president was het lichaam een en al beweging. Alleen het hoofd bewoog niet mee. Met halfgesloten ogen staarde de vrouw naar de gebiedend uitgestoken hand van de, in het halfduister der vaag verlichte hut wel reus achtig schijnende man. Haar hoofd bleef steeds door onzichtbare touwtjes gebonden op dezelfde hoogte, vreemd en sinister-rustig in een wereld van onrust en bewogenheid. De trommelaars die achter de bruine, zweet- glinsterende rug van de half naakte man hun afwisselende maat uit de verschillende trom mels, houten bank en uitgeholde kalebassen haalden, voerden nu samen met het koor het tempo op. Steeds vlugger, vlugger, heviger. Door het zingen heen beet het hijgen van de dansende vrouw. In het razende rythme scheen de hut mee te neigen, dansten de schaduwen mee aan de muur, wiegelden de mannen en vrouwen mee, die langs de drie wanden dicht op elkaar zaten, wiebelde zelfs de baby mee, die slapend tegen de heupen van haar vader rustte. Toen... Toen liet de „dokter" zijn arm zakken. Toen vervaagden een na een de roffels van trom en rammelaar. Toen zwegen de zangeressen en scheen het licht helderder te branden. Toen waggelde de vrouw, blaffend als een hond, naar buiten, in de nacht van Suriname, waar een gelig-rode maan met een vaal en naargeestig licht de palmbomen tegen de achteigrond van het oerwoud tekende. „Ik weet niet of zij genezen is", zegt een paar minuten later de dokter tegen ons, die op zijn veldbed zittend in een miniem kleine hut een siokje warme limonade drinkt. „Misschien is zij nu al goed, misschien moet ze nog een paar keer behandeld worden. Dat weet je nooit meteen". En hij voegt er aan toe: „Ik heb een tijd geleden een vrouw hier gehad, die krom liep van de pijn. Ze had al een paar maanden in een ziekenhuis gelegen, was van dokter naar dokter gelopen en vond geen baat. Ten einde raad is zij toen naar hier gekomen. Mijnheer, de vrouw loopt weer recht, en heeft plezier in het leven". „Maar hij heeft geen papiertje met een zegel, mijnheer", zegt een stem, en daarom deugt het niet". De stem behoort bij een glimmend hoofd, dat door de nauwe deur gestoken is. En dit hoofd weer behoort op het lichaam van de zwager van de „Dokter", die hier ergens in Suriname een soort openluchtzieken huis er op na houdt en „onbevoegd de ge neeskunst beoefent", zoals dat in officiële termen heet. Pas na veel moeite laat men de blanke bezoe kers toe, en de laatste schakel, een oude onder wijzer uit Paramaribo, die zijn volk kent en hun zeden lief heeft, moest heel wat bewijzen voor hun goede trouw overleggen. Vooral wordt het moeilijk als men foto's wil nemen, omdat er eens een paar bakra's (blanken) waren geweest, die caricaturen hadden gete kend, die helemaal niet in de smaak waren gevallen. Zo'n „toverdokter" neemt zich zelf immers volkomen au serieux; zijn volgelingen geloven in hem en zijn wonderbare kracht. De blanken spotten er slechts mee. En de autoriteiten hebben alles verboden wat op Je „officiële" uitoefening van de „wintie". de oude bezwe- ringsdans lijkt. Daarom moet een ieder beloven geen namen te noemen en als er gefotografeerd wordt de gezichten zodanig te camoufleren, dat men hen niet achterhalen kan, die hier gene zing zoeken. Als afsluiting van onze artikelenreeks over Suriname, namen we bijgaand f verhaal over uit ELSEVIERS WEEK- J BLAD van 16-12-1953. 4 X REDACTIE 4 X T Eerst dan mogen de blanke bezoekers een plaatsje zoeken in de centrale hut tussen de vrouwen, meisjes en mannen, die gekomen zijn -meestal uit de stad, en dan lopende: om genezing te zoeken, of gewoon een wintie mee te maken. Padron (de lange smalle trommel), apintie, kwawabanjie, dreunen, roffelen, kwekken door. Eentonig zeuren de liederen verder. Onaange daan schuift de „dokter"- huppelend op een been springend, langzaam om zijn as draaiend, vooruit en achteruit, zijn ogen steeds gericht op de trommelaars. Links van de dansvloer staan op een tafel een paar flessen met sterke drank en een halve kalebas met „pimbadotti" (witte verf). De „obiaman" (er is een duidelijk verschil tussen „dresiman", de dokter, „wintieman", leider der geestendansen, „obiaman", soort tovenaar) draagt de rituele witte banden om borst en bovenarmen; rinkelend slaan medail les onder het dansen tegen zijn glinsterend bruine heupen waaromheen een fel gekleurde doek ligt. Om het hoofd loopt eveneens een band, waarvan gekleurde linten hangen, en in zijn handen draagt hij een soort rammelaar en een voorwerp, dat op een in een doek gehulde paardenstaart lijkt. Met deze „staart" wijst hij naar de personen die hem moeten volgen. De meisjes en vrouwen zelden wordt er een man aangewezen komen dan op de dans vloer, draaien mee, stampen mee, totdat de een of andere geest in haar vaart. Er zijn tal van geesten in de wereld van het Surinaamse bos, en zij kunnen in het mense lijk lichaam zoveel verwarring stichten, dat een jongen als een haan kraait en loopt, of een meisje als een slang over de grond schui felt. Zij kunnen nog veel meer, en wij zien iets van hun kracht, als de „obiaman", en later een van zijn klanten, opeens een bundel takken van een der met doornen bezaaide „awarra- plant" pakt en er zijn lichaam mee omstrenge lend verder danst. Toen wij na de dans hun lichamen bekeken, was er nergens ook maar een druppel bloed of een schrammetje te ontdekken... De geesten kunnen uiteraard ook iemand in zijn verderf storten of genezen. Onze obiaman bediende zich slechts van zijn kracht om de patiënten die vertrouwen in hem stellen te helpen. „Ik gebruik kruiden en water, niets anders dan kruiden en water, en ik genees de mensen er mee. Vaak moet ik eerst hun geest genezen, want vele ziekten komen uit de geest", zei hij. „Maar hij heeft geen papieren, geen stempels, geen examens!" Hij zei het een beetje scham per en voegde er aan toe: „Praat U er maar niet verder over. Ook niet in de stad". Daarna werden de bezoekers naar de keuken meegenomen, waar ze net als alle andere klanten en gasten een bord eten kregen, want zo'n avond is precies ingedeeld, met etens- pauzen en al. Dat mag dan ook wel, want de trommels die omstreeks acht uur in de avond beginnen, zwijgen niet voor vier of vijf uur in de ochtend. En daarna was er voor de bezoekers uit de stad weer het modderpad, vallen en opstaan, en de lange rit terug naar de stad. Voorop schommelde in het maanlicht onver moeid de dikke vrouw met haar Eisenhower- rok: een roodachtig baken in de ochtendsche mering. J C HA7,EWTNKEL Op de grens van Magie en realiteit in de rimboe Een boek, dat zó absoluut origineel en zó boeiend is, dat het een best-seller worden móet: geen bundel authentieke jachtverhalen, geen wetenschappelijke studie, geen wonderlijke Oosterse sprookjes, maar alle drie tesamen, in een levendige studie van mens-tijger en man-eater". LUXE-POCKET van 255 pagina's met 19 illustraties, uitgegeven door „The J American Tong-Tong, Publishers", Whittier (Cal.), verkrijgbaar bij TONG-TONG, Prins Mauritslaan 36, door storting van f 4.25 op giro 6685. f 6

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1963 | | pagina 6