DE POSITIE VAN DE VROUW IN DE ISLAM
VOOR DE VROUW
Vanaf de vroegste tijden tot op heden zijn de
vrouwen het onderwerp geweest van zeer inte
ressante en leerzame besprekingen. Er bestaat
een uitgebreide literatuur over dit onderwerp
in alle landen en in alle talen. Dichters, ge
leerden, wijsgeren, profeten, schrijvers, denkers
en mannen van allerlei levensrichtingen hebben
daar hun aandeel toe bijgedragen, doch tot nu
toe zijn de vrouwen een raadsel gebleven voor
de mannen. In „Mrs. Brown's brieven" zegt
Thackery:
Wanneer ik zeg, dat ik de vrouwen ken,
bedoel ik, dat ik ze niet ken. Elke vrouw
die ik ken, is op zichzelf een raadsel voor mij
en ik twijfel er niet aan, of zij is dit voor
zichzelf eveneens".
Butler zegt in zijn „Veelzijdige gedachten":
„De zielen van vrouwen zijn zó klein, zó
nietig, dat sommigen geloven, dat zij in het
geheel geen ziel bezitten".
De apostel Paulus zegt: „Want inderdaad, de
man behoort zijn hoofd te bedekken, want hij
is de beeltenis en de glorie van God, maar de
vrouw is de glorie van de man. Want de man
bestaat niet voor de vrouwen, maar de vrouwen
voor de man".
De Duitse wijsgeer Otto Weiniger zegt: „Ze
heeft de mogelijkheid niet in zich om helder,
duidelijk te denken, geen andere herinnering
dan de bekwaamheid om uit het hoofd geleerde
dingen te herhalen. Haar oordeel is onzeker
en gevoeligheid slechts pover, behalve waar
het voelbare gewaarwordingen betreft. Zij is
sentimenteel, doch niet in staat diepe emoties
te ondergaan".
Een andere Duitse wijsgeer, Nietsche, zegt:
„Wanneer een vrouw naar leren, studeren
neigt, dan is er iets mis met haar sexe-orgaan".
In het Russische handboek over Huiselijk
Gedrag: „Domostory" genaamd, wordt gezegd:
„Als een vrouw weigert te gehoorzamen en
geen aandacht schenkt aan wat haar man ook
maar zegt, is het aan te raden haar met de
zweep te slaan in de mate als haar schuld dat
noodzakelijk maakt. Dit moet echter niet in
tegenwoordigheid van anderen gebeuren, maar
liever wanneer zij met haar man alleen is".
Een vluchtig overzicht van de positie der
vrouw in Engeland met een wet van de 18e
eeuw en wel het Parlement van 1770. Het
doet nu vreemd aan zoiets te lezen
„Alle vrouwen van welke leeftijd ook, van
welke stand, beroep of rang, die na deze wet
zich aan enig onderdaan van Zijne Majesteit
zullen opdringen, hem zullen verleiden en tot
een huwelijk misleiden en wel door middel
van het gebruiken van reukwerken, verf,
schoonheidsmiddelen, kunsttanden, vals haar,
opgevulde heupen of hooggehakte schoenen,
zal zich de straf op de hals halen bij de wet
van kracht geworden tegenover hekserij, tove
narij en gelijke misdragingen en een huwelijk,
dat onder dergelijke omstandigheden wordt
gesloten, onder schuldigverklaring van de be
ledigde partijen, zal van nul en gener waarde
zijn, dus ongeldig"
Met verbazing lezen wij in de „Times" van
22 juli 1797 het volgende vreemde nieuws:
,,De toenemende waarde van het zwakke ge
slacht wordt door vele schrijvers beschouwd
als een zekere aanwijzing van een toenemende
beschaving. Daarom mag Smithfield (een
markt die berucht is voor de verkoop van
vrouwen) zich er op beroepen een bijdrager
te zijn tot een bijzondere vooruitgang in fijn
heid, want op de markt was de prijs opnieuw
gestegen van een halve tot drie en een halve
guinea"
Door H. M. V. Temperley worden er in 1823
nog meer gevallen van „De verkoop van
vrouwen" in Engeland vastgelegd. In 1856
zegt Emerson in „Engelse trekken": „Het
recht van de man om zijn vrouw te verkopen
is tot in onze tijd behouden gebleven".
Het was pas in 1893, dat aan een gehuwde
vrouw het recht werd geschonken zelf aan een
contract deel te hebben. Aan een absolute
scheiding door een wettig proces werd in Enge
land pas in 1857 wetsgeldigheid gegeven door
de „Wet op Huwelijkszaken" en dit gebeurde
dan op grond van ontrouw.
R. A. Kartini
Foto: Archief Kon. Inst. v/d Tropen
ARABIË:
Na dit korte overzicht van de positie der
vrouwen in velerlei landen en in verschillende
tijdperken, keren we ons nu naar Arabië om
te zien hoe daar de toestanden waren voor de
vrouw en ten tijde van de komst van de Heilige
Profeet van de Islam.
De Arabieren, vooral de Mekkanen, gaven
zich over aan drinken, dobbelen en dergelijke.
Muziek, dansen en zingen werden evenals in
andere Oosterse landen beoefend door een
klasse van vrouwen, die in een dienstbare
positie leefden, welke „Kiyan" werd genoemd.
De onzedelijkheid van deze vrouwen was
spreekwoordelijk. Toch werden zij hogelijk
gewaardeerd en de grootste stamhoofden maak
ten haar openlijk het hof. Een weduwe werd
beschouwd als geheel deel uit te maken van
het vaderlijk erfdeel van haar overleden echt
genoot. Zo ging zij over tot het gebruik van
de zoon.
Onder de Arabieren werd het als eerbaar be
schouwd om de vrouwelijke pasgeboren babys
ter dood te brengen. De families, die zich aan
deze praktijken overgaven, hadden óf een
overdreven opvating van hun maatschappelijke
positie, óf zij waren niet in staat passende
echtgenoten voor hun dochters te vinden.
In zijn boek: „De Maatschappelijke structuur
van de Islam" (uitg. 1957) zegt Ruben Ley:
,,ln het orgaan van AL-ISLAM De
Moskee, Den Haag troffen wij een
uitgebreide beschouwing aan over de
positie in de wereld van de vrouw in
de Christelijke gemeenschap en die in
de Mohamedaanse gemeenschap, vroeger
en nu.
Het is te begrijpen dat in dit blad de
vergelijking gunstig moet vallen t.a.v.
de Moslem-beschaving en dat het on
derzoek van de WERKELIJKHEID
ontbreekt. Want helaas wordt de positie
van de vroitw beïnvloed door goede
mannen (en vrouwen) en slechte. Die
bestaan overal ter wereld.
Het is echter wel goed van tal van
historische opvattingen en toestanden
kennis te nemen zonder direct met een
stok overeind te springen; te bedenken
wat er veranderd en verbeterd is EN
NOG VERBETEREN MOET! En daar
zijn we zelf dan bij.
De positie van élk mens in de wereld
en van zijn soort wordt geleid door
hen die waakzaam zijn, strijdbaar, eer
lijk en benevolent.
„In het algemeen waren de vrouwen van
Arabië in de vroege Moslim tijdrekening on
derworpen of aan hun naaste mannelijk fami
lielid, zoals haar vader, broeder of wie het ver
der mocht zijn, of aan haar echtgenoot, wiens
recht over haar werd aangenomen hetzelfde te
zijn als het recht dat hij over elk ander eigen
dom had".
Verderop zegt hij: „Vóór Mohammad blijkt
het, dat de mogelijkheid van de Arabische
beurs de enige grens heeft gesteld aan het
aantal vrouwen'.
De komst van Mohammad bracht een verras
sende en een nieuw tijdperk-makende verande
ring te weeg in de positie der vrouwen. De
vernieuwingen die hij instelde, hadden een
heel grote vooruitgang als resultaat wat de
positie der vrouwen betreft. Als een van de
grondleringen van zijn geloof dwong hij het
af „eerbied voor vrouwen" te hebben.
Om mee te beginnen: er bestaat een beroemd
gezegde van de Heilige Profeet, dat luidt:
„Liet Paradijs ligt aan de voeten van de Moe
der". Kan er een betere manier zijn om de
nadruk te leggen op de gehoorzaamheid aan
iemands moeder?
Hij verzekerde de vrouwen rechten, die zij
voordien niet bezaten. Hij veroordeelde de
gewoonte van voorwaardelijke huwelijken en
hij ging polygamie tegen door het maximum
aantal vrouwen tot vier te beperken onder
zekere omstandigheden.
De mensen in het Westen zijn er erg gauw bij
om polygamie te beschouwen als een kwaad
en het in praktijk brengen ervan niet alleen
als onwettig, maar ook als het resultaat van
bandeloosheid en onzedelijkheid te zien. Zij
vergeten, dat de grote stamvaders van het
Hebreeuwse ras, die door de volgelingen van
alle Semitische geloven als voorbeelden van
zedelijke grootheid werden beschouwd, zelf
polygamie pleegden in een mate, die naar onze
moderne begrippen het toppunt van wettige
onzedelijkheid schenen. Het kan ook niet ont
kend worden, dat Hazrat Mozes met zeven
vrouwen trouwde en Hazrat David hield er
een groot aantal op na. Zullen zij gezien wor
den als onzedelijk of als zinnelijk?
Een van de huwelijksvormen, welke onder de
Romeinse wetgeving erkend was, werd „Usus"
genoemd. Het hield in, dat wanneer een
vrouw een jaar lang met een man als zijn
echtgenote leefde, hij aanspraak op haar kreeg
door een soort verjaring. De Twaalf Tafels
(Romeinse Wetboeken) wezen uit, dat dit kon
worden voorkomen, als de vrouw zich voor
een tijdsperiode van drie nachten per jaar van
de man verwijderd hield (Usurpatio tri noctii).
(Lees verder pag. 13)
12