Toreador, kambing nja lepas!
Djangan takoet! Mattie lekas
WAROENG SOEBOER
KOKKIES Rijstwinkels
Jeugdherinnering
Tante Mien, gezellig dik, hield van tuinieren.
Ze was dol op mooie bloemen en kweekte
graag groenten in eigen tuin. Dat was zo
heerlijk op een onderneming, daar kon 't
allemaal.
Ze hield ook veel van dieren. Had een paard,
honden en katten, eenden en kalkoenen. Een
kidang, een tamme eekhoorn, een baby-loewak
en, de held van dit verhaal, een grote bengaal-
se bok, Katjong.
Tante Mien maakte er een gewoonte van,
's-ochtends voordat de zon fel scheen, kebon
te helpen in de groente tuin.
Terwijl hij patjolde, nieuwe bedden aanlegde
en mest aandroeg, wiedde zij 't sla-bed of
aardde ze bietjes aan. Met een solèt van
bamboe prikte ze vrolijk in de vette aarde.
Zo woelde ze op een heerlijke morgen ijverig
in 't aardbei-bed. Gehurkt op 't pad. Naast
haar, een mandje, reeds half gevuld met geuri
ge, rode vruchtjes.
Op zijn weitje vlak bij, stond Katjong, een
touw om de nek, vast gemaakt aan een in de
grond gedreven pen.
Wat was er vandaag met hem? Rusteloos
blikte hij om zich heen. Geen trek in 't ontbijt.
Stampend met de voorhoeven op de grond
gooide hij af en toe de kop ongeduldig om
hoog.
Wat ging er om in dat bokkebrein?
Voelde hij zich eenzaam? Verlangde hij naar
een vriendinnetje met dit mooie weer?
Of was 't alleen maar een onschuldig bokke-
pruikje
Wie zal 't zeggen.
Tante Mien, slechts aandacht voor de aard
beien, trok zich van Katjong niets aan. Ergens
scheen hem dit te prikkelen.
Een boos plan kwam in hem op, dat hij op 't
zelfde moment ten uitvoer bracht.
Van geen gevaar bewust hoorde tante Mien
plots driftig hoefgetrappel achter zich. Om
kijkend zag ze Katjong op zich afstormen.
In vliegende ren, kennelijk van plan haar op
de horens te nemen. Ja, dan is 't niet zo leuk
om dik te zijn. 't Viel niet mee om overeind
te komen. Even later rolde ze dan ook om,
midden tussen de aardbeitjes.
„Rotbeest!" schold ze, onhandig opkrabbelend.
Ze wreef over een pijnlijke plek aan de onder
kant van haar rug, staarde naar de modder
en aardbeivlekken op haar schone japon.
Toen ze opkeek was Katjong alweer in aan
tocht. Hij was doorgerend; echter, niet tevre
den blijkbaar met de schade die hij reeds aan
richtte, besloot hij over te gaan tot een nieuwe
aanval.
Daar kwam hij aan, snuivend, kop omlaag
Wat moest ze doen? Weglopen? Dan kreeg
ze toch de klap nog wel. Hij was immers veel
Slamet
Dateng
Koningstr. 16, Den Haag, tel. 60 41 4?
HET ADRES waar U lekker en goed
koop INDISCH kunt eten. ELKE DAG
VERS. Ook kant en klaar mee te nemen
Geopend dagelijks van 10-10 uur.
Zondags van 2-10 uur.
sneller. En waar was nu toch kebon. In geen
velden of wegen, als je hem nodig had. Zeker
la-oet'en. Schaften.
Vertwijfeld keek ze om zich heen. Daar, aan
haar voeten een dik stuk hout. Ze bukte zich
om 't op te rapen.
Op 't moment dat Katjong toestootte sprong
ze op zij, en... beng! kwam 't hout neer op 't
bokkenlijf.
Verbaasd stond het dier stil. Toen, woedend
over zo'n ongehoorde brutaliteit bij een ge
woon mens, rende hij weg. Draaide zich even
verder om, kop omlaag... Rangngngngng
Maar tante Mien wist nu hoe ze handelen
moest. Ze liet hem komen, tot heel dicht bij.
Dan een sprong op zij... pang! een klap.
Ze maakte er veel zijsprongetjes; en 't regende
slagen op Katjongs rug. Terwijl ze luidkeels
schreeuwde naar Kebon. Maar die liet zijn
getoek-ketella niet graag koud worden.
Gelukkig kreeg ook manlief trek; in een
boterham met aardbeien.
Iedereen weet het, KOKKIE verzendt
alle rijsttafelartikelen naar binnen- en
buitenland.
Enkele voorbeelden: 1 liter ketjap (dus
bijna 2 grote flessen) in gesoldeerd blik
(kan niet kapot dus) naar Amerika,
inclusief vracht kost slechts 11.70.
Zelfde blik doch SUPER kwaliteit
12.90. Spekkoek, gewicht ca. 7 ons,
van Oma Tio (dus djempol) naar Ame
rika inclusief vracht 13.25.
Witte de Withstraat 128 - Tel. 89438
Slotermeerlaan 125 - Tel. 13 03 62
AMSTERDAM-W.
't Pad aflopend van de fabriek naar huis, keek
hij van boven neer op de arena. De groente
tuin. Een woedende bok, die al maar heen en
weer raasde, zijn vrouw heldhaftig zwaaiend
met een dikke stok, die ze telkens deed neer
dalen op de rug van die bok
En 't lijkt niet aardig wat hij deed. Want,
brullend van 't lachen sloeg hij zich op de
dijen, en bleef nog genieten van dit unieke
schouwspel. Hij kende zijn vrouw; een manne
tjesputter, die haar bokje wel stond.
Toen hij uitgelachen was, liep hij 't pad af
naar beneden om haar te bevrijden uit haar
netelige positie.
Katjong werd weer vastgelegd aan de pen, en
koelde zijn woede verder op de loentas-pagger.
Ja, ja. Die tante Mien!
PLANTERSVROUW
Willemstad, 10 september 1963
Naar aanleiding van het stukje „Slangenrivier"
in Tong-Tong no. 3 van 15 augustus 1963, is
het mij een behoefte het navolgende te schrij
ven ter plaatsing in Tong-Tong, indien het
mogelijk is.
Toen ik bovengenoemd stuk las, waande ik
mij weer even in mijn jeugd doorgebracht in
Soekaboemi. Alles wat is beschreven in dat
„stukje geschiedenis" heb ik n.l. ook van zeer
nabij gekend. Zoals bijvoorbeeld het schiet-
terrein (is de foto: „ergens" bij Soekaboemi
misschien niet de weg naar dat schiettterrein?).
Ook de schrijver van „Slangenrivier" P(eter)
Leembruggen is mij bekend. Hij zal zich mij
echter wel niet meer kunnen herinneren, want
meestal interesseren „grote broers" zich toch
niet voor het vriendinnetje van hun „klein"
zusje. Ik heb n.l. in dezelfde klas gezeten op
de 2de School, in het onvergetelijke Soeka
boemi, met Vicky. Ook kwam ik enkele keren
bij haar aan huis spelen, aan de Vogelweg
(achter no. 25). We zaten toen samen in één
van de laagste klassen en ik meen Jan en Peter
toen in de hoogste klasse. Ook kan ik mij nu
nog herinneren, dat er nog een broertje bij
kwam. Nu zou ik denken: een nakomertje.
Hij heet Herman, als ik het me nog goed
herinner. Verder was er daarna nog een
nichtje in huis: Emmy Boom.
Ook George v.-d. Laar alias Boenkie kan ik
me nog herinneren, hij was toen ook op de
2de School. Wij kleine meisjes hadden toen
nogal bewondering voor „zijn brani", al zijn
het dan ook kwajongensstreken in de ogen
van de volwassenen.
Vicky ging daarna naar de Zustersschool en
niet lang daarna ik ook met mijn 2 zusjes. Ik
zat toen weer in dezelfde klas en jaren bleven
Vick en ik klasgenootjes, totdat we naar Djokja
gingen verhuizen. Kan mij nu nog herinneren,
dat ik het toen helemaal niet prettig vond,
om van alles afscheid te moeten nemen: van
de vriendinnetjes, van de school en van het
prettige Soekaboemi.
Ik heb toen nog enkele jaren briefcontact
onderhouden met Vicky, maar daarna zoals
het gewoonlijk gaat met de jeugd was op
eens alle contact verbroken. Misschien geen
lust tot schrijven, misschien teveel huiswerk,
enfin, de oorzaak weet ik heus niet.
Het laatste contact echter, kan ik mij nu nog
zeer goed herinneren, ik ontving in Djokja een
visitekaartje van Vicky, voordat ik dat open
de dacht ik: „ze is zeker verloofd, of ge
trouwd". Maar ik las er enkel op: „1 APRIL!"
Ik ontving dat kaartje n.l. op die dag van het
jaar, dat men elkaar beet mag nemen. Nu,
jammer dat Vicky toen niet persoonlijk aan
wezig was, om getuige te kunnen zijn van
mijn reactie op die goede mop! Na zoveel
jaren (meer dan 30 jaren!) weet ze nu dus
dat ik erin ben gevlogen, als ze dit stuk onder
ogen mocht krijgen, waar ook ter wereld.
Ook hoop ik dat ze nog steeds voor humor
vatbaar is, want zonder gevoel voor humor
komen wij zeker niet door alle soesah van
het leven.
Met dank aan Tong-Tong die het mogelijk
maakte, dat oude herinneringen van tempo
doeloe voor ons weer „verlevendigd" worden.
Mevr. A. L. HEYNSIUS-KOCKEN,
Curasao
14