ZUID AMERKA I Voor de meeste Europeanen is Zuid Amerika nog altijd slechts een begrip. Men bekijkt de kaart eens en weet bij benadering hoe de verschillende landen ten opzichte van elkaar liggen, maar over het algemeen heeft slechts een enkeling enig begrip van de geweldige omvang van dit continent. Wanneer men ons vertelt, dat Brazilië 3.286.170 vierkante mijlen groot is, dan nemen wij dat wel gaarne aan, maar het zegt ons niet veel. Wij zullen ons dus moeten realiseren, dat dit betekent, dat Brazilië zo ongeveer 250 maal zo groot is als Nederland. Nu is weliswaar Brazilië het allergrootste van de Zuid-Amerikaanse republieken, maar al zijn de andere dan wel wat kleiner, toch blij ven het zeer respectabele lappen grond. Neem bijvoorbeeld Argentinië met tachtig, Peru en Bolivia met elk veertig en Venezuela met dertig maal de grootte van Nederland. Dat zijn alle maal uitgestrektheden, die voor Europese be grippen haast ongelooflijk groot zijn. Daar komt dan nog bij, dat het gehele gebied slechts uiterst dun bevolkt is. Want alleen de kust gebieden zijn in de loop der jaren tot ontwik keling gekomen. Daar zijn de grote steden ontstaan zoals Buenos Aires met rond 5 mil joen, Rio" de Janeiro en Sao Paulo elk met 3 miljoen, Santiago de Chile en Lima met bijna 2 miljoen inwoners. Het onafzienbare binnenland ligt bijna in zijn geheel nog steeds volkomen braak en is ten dele zelfs nog niet eens geëxploreerd. Daarom wordt het grote Amazonegebied nog steeds genoemd als het laatste stukje aardbodem, waar nog romantiek te vinden is. Daar zwer ven nog de Indianenstammen rond, die nooit met de blanken in aanraking zijn gekomen, daar wonen nog steeds de vermaarde Jivaros, bekend omdat zij de kunst verstaan, de hoof den van hun gevallen vijanden te drogen en te krimpen tot de grootte van een vuist. Hoe lang nog? Ook deze stammen zullen ongetwijfeld ten offer vallen aan de steeds dieper doordringende beschaving. De uitdruk king „ten offer vallen" wordt hier opzettelijk gebruikt, want voor de kinderen der wildernis betekent het contact met de blanke beschaving in de meeste gevallen de dood. Toen Colum bus het eiland Hispaniola, het tegenwoordige Haiti en de Dominicaanse Republiek, ontdekte. woonden er ongeveer 100.000 mensen. Na één jaar beschaving Waren er nog ongeveer 200. De missionaris, die bezield met de beste be doelingen in nieuwe gebieden doordringt, wordt helaas op de voet gevolgd door de han delaren, de sterke drank, de ziekten en alle verdere heerlijkheden, die met de beschaving samenhangen. Wanneer men aan de bovenloop van de Perene in Peru een Indiaan ontmoet, die als amulet een kunstgebit op zijn borst draagt, dan vraagt men zich af, hoe dit sym bool van de Westerse beschaving zo diep in het binnenland is terechtgekomen. Is de oor spronkelijke eigenaar vermoord of op andere wijze om het leven gekomen? Is het gebit een voudig verloren Het zal een open vraag moeten blijven. Het is nog maar kort geleden, dat een viertal Amerikaanse zendelingen werd vermoord door de Aucas, een nog geheel wild en primitief levende Indianenstam, die in het Oostelijk deel van Ecuador huist, niet eens zo ver ver wijderd van de hoofdstad Quito. Met het grootste geduld was het de zendelin gen eindelijk gelukt, het vertrouwen van de stam te winnen. Telkens met een klein vlieg tuig over het Indianendorp vliegend, waarbij steeds geschenken werden uitgeworpen, was het ten laatste zo ver gekomen, dat de gehele bevolking uitliep, wanneer men het vliegtuig hoorde naderen. Er werd dan gewuifd en ge lachen en de zendelingen achtten het moment rijp om een landing te beproeven. Deze landing gelukte uitstekend, maar reeds in de eerste nacht werden de zendelingen alle vier ver moord. Het getuigt van grote moed, grote bereidheid tot het brengen van offers en een rotsvast geloof, dat enkele weduwen van de vermoorde zendelingen weigerden, naar Ame rika terug te keren, maar er de voorkeur aan gaven, het werk van hun echtgenoten voort te zetten. Kort geleden is het een dezer vrouwen gelukt, het vertrouwen van de Aucas te win nen en tesamen met haar dochtertje woont zij thans in het dorp van de Aucas. Het is eigenaardig, hoe verschillend de India nen reageren op de komst van reizigers. Som migen zijn vriendelijk en ontvangen de in hun ogen .zo vreemd uitgedoste vreemdelingen met de grootste gastvrijheid, anderen daarentegen verzetten zich met hand en tand en trachten de indringers de toegang tot hun gebied te ont zeggen. Heeft dit wellicht iets te maken met de behandeling, die de Indianen hebben onder vonden van de niets ontziende handelaren, die ten tijde van de grote rubber „boom" hele dorpen zonder vorm van proces tot slavernij hebben gebracht? Het snellen en drogen van koppen, bedreven door de Jivaros, berust op een ritueel. Zij ge loven namelijk niet in een natuurlijke dood en wanneer een van de leden van de stam door de een of andere oorzaak om het leven komt, gaat de medicijnman in trance en wijst dan degene aan, die volgens zijn droom voor de dood aansprakelijk wordt gesteld. De familie van de overledene rust dan niet, voordat de aangewezen schuldige op zijn beurt om het leven is gebracht. Dit is dus een bloedwraak, die geen einde neemt en die tot gevolg heeft, dat de Jivaros langzaam maar zeker aan het uitsterven zijn. Met zekerheid is slechts één geval bekend van een blanke, wiens kop ge droogd en gekrompen is. Deze kop, voorzien van een rode haardos en baard, is eigendom van een Amerikaan, die woont in St. Louis. Waarschijnlijk is het hoofd afkomstig van de een of andere ontdekkingsreiziger; men weet echter niet van wie en gemakshalve wordt de kop aangeduid met de naam Max. Heeft hij ongewild gezondigd tegen de adat van de Jivaros? Was hij wellicht volgens de droom van een medicijnman aansprakelijk voor de dood van een stamlid? Of was eenvoudig de verleiding van de rode haren en baard te groot voor een van deze kinderen van de natuur? Zoals gezegd, de vooruitgang van de beschaving is niet te stuiten. Steeds dieper dringt men door in het oerwoud, waarbij thans het vlieg tuig een grote rol speelt. In Brazilië is men er zelfs niet van terugge schrokken, een geheel nieuwe hoofdstad te bouwen in het hart van het oerwoud. De nieuwe stad Brasilia ligt een duizendtal kilo meters van de kust en was tot voor kort slechts per vliegtuig te bereiken. Toch is men er reeds in geslaagd, de zetel van de Regering en de Regeringsbureaus van Rio de Janeiro naar de nieuwe hoofdstad te ver huizen. Zo geeft dus Zuid-Amerika in alle opzichten scherpe contrasten te zien. Later zullen wij hier wat dieper op ingaan, maar het is mis schien wel aardig, eerst even een korte reis schets in te lassen om enigszins een idee te krijgen van het leven in deze gewesten. Wij zullen hiertoe niet een van de grote steden kiezen en evenmin een van de minst ontwikkel de landen, maar liever een land, dat daar tussen in ligt, Ecuador. De schets beschrijft de aankomst op het vlieg veld van Guayaquil en een bezoek aan een in de nabijheid van die stad liggende onderne ming. Ziehier het verhaal: „Mag ik de dames en heren verzoeken, de riemen vast te maken en niet meer te roken?" De steward vertelt ons, dat wij over enkele minuten zullen landen op het vliegveld van Guayaquil. Reeds vliegt onze DC 8 laag over de Guayas rivier, waar een hele rij schepen bananen ligt te laden uit lichters, die aan beide zijden van de schepen zijn vastgemaakt. Snel scheren wij over de Malecon, de bedrij vige havenkade, waar verkeer van allerlei aard (Lees verder pag. 17) De Malecón te Guayaquil 16

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1963 | | pagina 16