1001
AVONTUREN
met de
soetil
Keukenkalenders
Taai-taai
Bloemenkwartet van Java
Is het al zo lang geleden?
Wie helpt?
Van „Dessa-vrouw" kreeg ik een zalig recept
van frikadel-tahoe met garnalen.
1 blok tahoe
1 ons garnalen
selderij, ui
1 ei, peper, zout.
Tahoe en garnalen fijnhakken en vermengen
met peper, zout, selderij en de fijngesneden
ui. Het ei los kloppen en eveneens door het
gehakt mengen. Vervolgens ballen ervan kne
den en in warme olie bakken, net als gewone
frikadel.
MIE DJAWA VAN TAHOE
U heeft nodig:
tahoe, spitskool, taoge, prei, selderij
uien, knoflook, rode lombok, 2 ons vlees
en ketjap asin.
De tahoe word tin kleine stukken gesneden
en half gaar gebraden. Het vlees koken en in
dobbelsteentjes snijden. Dit opbraden met de
fijngesneden knoflook, uien, groenten en de
tahoe. Inplaats van peper gebruikt U de fijn
gesneden lombok. Afmaken met ketjap asin.
Dan nog een recept van:
BOEMBOE MEGAGNA (kip)
1 kokosnoot raspen en zonder olie lichtbruin
braden en daarna (na afkoeling) fijnmalen.
Een kopje vol fijngesneden uien en 3 teentjes
knoflook (ook fijngesneden) lichtbruin opfrui
ten. Fijn kneuzen tezamen met een theelepel
ketoembar-djienten en klein stukje kentjoor.
Deze boemboe met de kip opkoken daarna de
fijngemaakte gebraden kokos en uien toevoe
gen met wat zout en een stukje kaneel.
(Een recept voor geroutineerde kooksters,
want het lijkt me nogal bewerkelijk!)
Hier komen we dan weer met een paar be
kroonde verzen. De beste van de allemaalste
plaatsen we in het Kerstnummer.
Mevrouw J. A. Davidsz-v. d. Hoeven stuurde
ons het volgende vers:
Er hangt een Indisch kooboek aan de muur
Een huisvrouw rent naar haar overbuur
En roept: Hoera, eindelijk kan ik je leren
Indisch te koken, je hoeft dan niet meer op
mij te teren.
Mevrouw A. C. A. Jasper haar dompet kempès
lagi
Er hangt een Indisch kookboek aan de muur
En sedert dien is het leven o, zo duur!
Ze vreten me de oren van m'n kop
En smikk'len zelfs hun vingers daarbij op!
Mevrouw V. van Zadelhoff kreeg een prijs
voor het volgende vers:
Er hangt een Indisch kookboek aan de muur
Met veel recepten uit de goede oude tijd
Toen onze tjang geduldig zat voor 't vuur
En haar kookunst werd geroemd, wijd en zijd.
Met Sint Nicolaas (1929) was er van groot
mama in Holland een pakje gekomen, waarin
behalve boterletter, chocoladeletters, ook een
grote taai-tai pop zat. Natuurlijk werd hier
van gesmuld en baboetje moest meeproeven.
„Mmm, enak", zei baboe. „Ja", zei de toen
pas kortgeleden uit Holland gekomen njonja
trots, „ini taai dari oma". Zij verbeeldde zich,
dat baboetje toen een beetje vreemd keek en
met wat lange tanden van de taai-taai at.
Later toen njonja de taal wat beter kende, o.a.
het woordje „tahi", begreep zij dat toch wel.
G. SAD JA
OCHTEND.
Wijd wordt het slaapkamerraam opengewor
pen om de frisse ochtendlucht binnen te laten.
Een slank meisjesbeen wipt over 't raamkozijn,
gevolgd door het ranke figuurtje. Met zekere
stappen loopt het meisje naar een plek in de
tuin waar ze haar lievelingsbloemen weet. De
fijne geur zou haar trouwens de weg er heen
leiden. Ze bukt zich naar de nietige plantjes en
plukt een handvol geurende melatti's. Langs
dezelfde weg die ze gegaan is komt ze ook
weer terug in haar kamer. De lieve witte
bloempjes schikt ze tussen haar linnengoed,
maar houdt drie exemplaren apart. Nadat ze
haar ochtendtoilet heeft voltooid, stopt ze
deze als finishing touch in haar „en coeur"
uitgesneden bloesje. Straks op kantoor, zal de
fijne aroma haar blijven omringen bij de
geringste beweging die ze maakt. Haar baas,
een Duitser, die nog maar kort op Java is,
zal zich steeds afvragen, hoe het toch komt,
dat de meisjes hier zo'n bijzondere fijne, frisse
geur verspreiden.
MIDDAG.
Twee uur 's middags. De zon staat hoog aan
de hemel en een loom makende hitte heeft
zich over het land gespreid, 't Is dan ook 't
siësta-uurtje. Alleen een paar figuurtjes lopen,
zorgvuldig de schaduwkant opzoekend, langs
de weg. De vreemdeling, die zich echter onder
de kenangaboom begeeft, heeft een aangename
verrassing. Niet alleen, dat 't hier koel is,
maar er hangt een heerlijke geur. Verwonderd
kijkt hij omhoog om naar de oorzaak te
Ik sta op ons erf. De zon is net ondergegaan.
Nog gloeit de lucht wat roodachtig. De koele
nachtwind voert het ruisen van de koffie- en
dadapbladeren aan. Krekelgetjirp zwelt aan.
In ons huis wordt het licht hoger gedraaid.
Ik hou van de avonden in onze kebon.
Langzaam ga ik het pad op naar het prieel,
's Zondags zitten hier de gasten, die van de
fabrieken komen om nog meer buiten
te zijn. Ze komen dan om aardbeien en bloe
men ook. En later op de dag, wanneer ze
honger krijgen, wordt er nasi goreng besteld.
Die nasi goreng, waar ik veel stukjes tjèlèng-
vlees in gedaan heb. En de empal-tjèlèng en
dèndèng-tjèlèng en de sambal ketjap erbij
Wat een genot was 't dat kostelijke eten
klaar te maken, de schalen ermee te vullen,
groot en klein er van te zien smullen! En
daarbij als drinken zwarte koffie of legèn.
Alles uit eigen kebon. O, God, heb ik dat
alles wel genoeg gewaardeerd?
Het laatste rood is opgegaan in diep-donker-
blauw. Sterren laten zich duidelijker zien.
En plots, daar is het, de eerste geluiden van
een gamelan in een dessa in de buurt. Dan
volgen de geluiden elkaar op als een geregeld,
traag ruisende bergstroom. Het geluid springt
naar de heuveltoppen, zo van top naar top,
heel voorzichtig, als op teenspitsen. Vult de
dalen er rijkelijk mee. Kruipt behoezaam in
bladerkruinen, koestert zich tegen de vulkaan-
top. En de wind, dol op die liefelijke gelui-
denlast, draagt haar op haar wijde armen,
gooit haar speels de lucht in, is steeds op
tijd om haar hier of daar op te vangen en ver
der te gooien, tot alles in de omtrek vervuld is
van haar zoete lieflijkheid.
Ik weet, dat dit zal duren tot diep in de
nacht. Eerst tegen de morgen zal die gamelan
zwijgen en al die fluwelen geluidskinderen
zullen weer tegen de gamelanmoeder aan
kruipen, moe van het huppelen en geluksge
voel-brengen en zullen ze gaan slapen, tot de
volgende avond ze er weer uit mogen.
Tot troost van de mensen die ze horen.
ELBE
zoeken. Hij ziet alleen onaanzienlijke gelige
bloemen; kan haast niet geloven dat déze
zo'n aroma verspreiden. Hij plukt er één, en
werkelijk deze onopvallende bloem met z'n lan-
geel-groene bloembladen, is 't die zo verruk
kelijk ruikt. De Javaanse vrouwen weten dit
opperbest en steken ze dan ook in de kondeh.
U kent het volgende wel: De heerlijke geur
van moeders haarwrong.
AVOND.
Een mooie maanlichte tropenavond. In de tuin
staat een sedep malem in volle bloei. De lucht
is bezwangerd van de bedwelmend zoete geur.
Een avond gemaakt voor de „liefde!" Op het
pad loopt innig gearmd een paartje. Behoed
zaam leidt hij haar naar 't prieeltje. Even
lieflijke geur van de tuberoos...
NACHT.
Vredig beschijnt het maansikkeltje 't kerkhof.
De op knekels lijkende takken van de kem-
bodja streken zich omhoog in de lucht, als om
erbarming smekend. Toch is 't geen angstwek
kend gezicht; 't heeft meer iets berustends.
Ook hier is de lucht vervuld van een zacht-
zoet aroma. Zouden dan aan deze ogenschijn
lijk kale takken dan bloemen zijn die zo heer
lijk ruiken?
Bij nadere beschouwing ontdek je zelfs heel
mooi gevormde bloemen; ivoorkleurig naar
binnen toe zich verdiepend tot zachtgeel. Ver
rassend fijn. Zelfs de dodenakker hier wordt
omzweefd door bloemengeur. E. R. M.
Wij kregen de volgende brief.
Mijn oude moeder van S3 jaar zong mij het
volgende lied voor:
Van alle landen hier op aard,
Is Java mij het meeste waard
Dat eiland rijk aan zegen (bis)
Schoon er noch druif, noch koren groeit,
Rijst, koffie, thee en suikerriet,
Dat groeit er allerwegen (bis)
Al is der vooglen zang en toon
Op Java niet zo heerlijk schoon
Als het lied der nachtegalen...
Tot zover herinnert zij zich het liedje. Zij
kan zich zoiets nog voor de geest halen van:
doekoe, djamboe, ramboetan en heerlijke ana
nassen, alsook nuttig onderwijs.
Volgens haar eindigt het liedje aldus:
En waar ik ben geboren (bis)
Wie van de lezers kent het hele liedje? Wilt
U het voor ons opschrijven, zodat wij het
door kunnen sturen naar de dame van 85 jaar,
die zo dolgraag juist dit lied nog eens helemaal
zingen wil. En dan niet wachten tot morgen,
of volgende week, neen NU.
Alvast hartelijk dank. REDACTIE
13