Frederik Henri
Nieuwenhuyzen
Gesprek met Indonesië over
de export van bevolkingsprodukten
Wij lazen in het Financieel Dagblad van 5 november 1963 het volgende artikel, waar een deel
van onze lezers zeker belang in zal stellen.
De directie van de N.V. Deli-Maatschappij maakt bekend, dat besprekingen
hebben plaats gevonden nopens een samenwerking met Indonesia voor wat
betreft de export van bevolkingsproducten, waarbij o.a. tabak niet is inbegrepen.
Gezien het vertrouwen van de N.V. Deli-Maatschappij in een gunstig verloop
dezer besprekingen heeft zij besloten haar medewerking te verlenen tot een
minenlijke beëindiging van de thans te Bremen aanhangige tabaksprocedure.
Bovenstaand ccomuniqué van de directie van Toestaan van een exportcredit-verzekering
de Deli Mij waarin zowel het gesprek met nog wel schriel beperkt tot zes maanden
Andermaal heeft de Grote Maaier ingegrepen
en is een trouwe Tong-Tong supporter ons
ontvallen, ditmaal in de persoon van de heer
F. H. Nieuwenhuyzen. Voor vele Tong-Tong
lezers was hij een bekende figuur, niet slechts
door de artikelen van zijn hand, die van tijd
tot tijd in ons tijdschrift verschenen zijn, maar
ook door zijn zo interessante lezingen voor de
Indische Kunstkring. Zijn diepgaande kennis
van de Javaanse taal, het ontstaan daarvan en
de daarmede verbonden legenden en overleve
ringen vormden onderwerpen, die de aandacht
volkomen wisten te boeien.
Een groot deel van zijn jeugd bracht Nieuwen
huyzen door te Djocjakarta, dat hij vaarwel
moest zeggen om in Leiden te gaan studeren.
Na voltooiing van zijn sudie vertrok hij ander
maal naar Nederlands Oost Indië als adspirant
controleur. Zijn carrière bij het Binnenlands
Bestuur beëindigde hij juist voor het uitbreken
van de oorlog als resident van Bodjonegoro.
Daarna uiteraard internering in gevangenissen
en kampen. Na de bevrijding weigerde zijn
actieve geest, zich neer te leggen bij een pen
sionering en gedwongen nietsdoen. De gehele
Indonesische samenleving uit de na-oorlogse
jaren kende hem door zijn functie als secretaris
van de Centrale Prioriteits Commissie Motor
rijtuigen te Djakarta, welke functie door hem
gedurende een reeks van jaren eveneens met
het grootste succes werd bekleed. Hij gunde
zich zelf geen rust en was dag en nacht in de
Indonesië over de export van bevolkingspro
dukten als de vrijwillige beëindiging van het
tabaksproces in Bremen worden aangekondigd,
is belangrijker dan de sobere en diplomatieke
bewoordingen waarin het is gesteld, suggere
ren; het gesprek zal wel op hoog niveau zijn ge
voerd, anders zou de Deli Maatschappij niet
tot publicatie van dit herstelde contact zijn
overgegaan.
In de eerste plaats zo wil ons voorkomen
kan het gesprek van de Deli Maatschappij
met Indonesië over de export van bevolkings
producten niet los gezien worden van be
moeienis met deze producten aan de bron in
welke vorm dan ook al was het maar met
het geven van technische en commerciële ad
viezen ter plaatse. Overigens kan men er be
grip voor hebben dat over deze kant van de
zaak in dit prille stadium van overleg en
terreinverkenning het stilzwijgen wordt be
waard evenzeer als voor de summiere termen
van de aankondiging van het gesprek over de
exporten.
Het herstel van het contact tussen de Deli
Mij en het land waar zij vroeger primair haar
werkterrein had, is bovendien te zien als een
element een zeer belangrijk element in het
proces van het herstel van de algemene econo
mische betrekkingen tussen Nederland en Indo
nesië. Er is een duidelijke lijn in deze ontwik
keling, die zich voor velen te langzaam, maar
toch wel in een realistisch tempo voltrekt.
Nadat in augustus vorig jaar de laatste offi
ciële belemmeringen (met de liquidatie van
het Nieuw-Guinea conflict) voor een opgaande
lijn in de economische betrekkingen vanaf het
bijna absolute nulpunt waren wegge
nomen, is lange tijd ook al weer begrijpelijk
niet veel van een herstel te bemerken ge
weest, althans is daarvan niet veel naar buiten
gebleken. Het was een periode van een voor
zichtige aftasting van elkanders standpunten
en nog moeilijkervan eikaars instelling.
Maar sedert ruim een half jaar, te beginnen
kort voor het herstel van de diplomatieke
relaties, wijzen een aantal factoren en ver
schijnselen onmiskenbaar op een groeiend con
tact. Zo bijvoorbeeld:
Uitlatingen van ir. Philips (na een bezoek
aan Indonesië) waarvan de teneur was, het
bedrijfsleven moet op lange termijn denken
en op grond daarvan zijn positie bepalen. De
kwestie van de schadeclaims is daarentegen
een zaak voor de regeringen.
Een bezoek van een Nederlandse handels
missie aan Indonesië met als algemene waar
neming: er zijn mogelijkheden voor het Ne
derlandse bedrijfsleven in dat land.
weer om de zaak draaiend te houden, hetgeen
onder de destijds bestaande omstandigheden
voorwaar geen sinecure was.
Zijn grote wens, onder de klapperbomen be
graven te mogen worden, is niet in vervulling
gegaan, want enkele dagen geleden heeft de
hijzetting in het familiegraf op „Nieuw
Eykenduynen" in alle stilte plaats gehad.
Moge hij ook in dit kille land de rust vinden,
die hij zo rijkelijk heeft verdiend.
DIRECTIE TONG-TONG
maar toch een begin.
De herleving van het swingcrediet, wat
wij zien als een start voor verdere financiële
betrekkingen met Indonesië.
Het eerste 'contract dat van Swaay Interna
tional als eerste Nederlandse bedrijf in Dja
karta heeft weten te sluiten en dat vooral voor
een toekomstige samenwerking perspectieven
opent.
En bij dit alles: een herstel van scheep
vaartverbindingen, luchtvaartverbindingen, ter
zijde stelling van discriminerende bepalingen
en eei groeiend handelsverkeer.
Spectaculair zijn geen van deze elementen in
de onderlinge verhouding te noemen, maar zij
zijn wel reëel en wijzen duidelijk in een rich
ting van groeiende samenwerking met behoud
van ieders zelfstandigheid.
En nu is er het communiqué van de Deli Mij
als laatste element en even duidelijk in de
ontwikkelingslijn te plaatsen. Ook al met pers-
pectiven, zo mag men nu al voorzichtig con
cluderen.
Men kan zich voorstellen dat de stap tot dit
contact voor de Deli Mij niet zo eenvoudig
zal zijn geweest. Niet zo eenvoudig bijvoor
beeld als bij van Swaay waar het louter volgen
van de respectievelijke zakelijke belangen
beide partijen wij zouden willen zeggen:
uit noodzaak tot elkaar moest brengen. De
grotere bereidheid in Djakarta onder invloed
van de Maleisische moeilijkheden doet daar
weinig af.
Zo zal het in de kring van de Deli Mij, deze
van oudsher op Indonesië georiënteerde en in
deze relaties ervaren en gerenommeerde
maatschappij, bepaald een zelfoverwinning heb
ben betekend, de overtuiging van haar juridi
sche gelijk opzij te zetten. Des te meer waar
dering moet men hebben voor de souplesse van
dit ondernemerschap, dat met oog voor de
mogelijkheden op lange termijn zich aan de
actuele verhoudingen en omstandigheden weet
aan te passen met behoud van haar waardig
heid.
Wij voor ons stellen hierbij gaarne vast dat
door dit jongste bewijs van zakelijke benade
ring van de betrekkingen met Indonesië behal
ve het directe belang van de Deli Mij het
nationale belang opnieuw gediend is.
F. K. H.
Inderdaad, sinds de betrekkingen met Indone
sië zijn hersteld, hebben de handelsmogelijk
heden geen gelijke tred gehouden met bet
optimisme dat zich had gevormd en de gelei
delijk groeiende toenadering in het algemeen.
Er is duidelijk merkbaar een zekere voorzich
tigheid geweest aan de Nederlandse zijde en
een bepaald afwachtende houding van Indo
nesië, welke tot dusverre weinig concrete
resultaten brachten.
Afgezien van de overeenkomst tussen Gebr.
van Swaay en P. N. Metrika, de tinsmelt-
overeenkomst met de Billiton en het ver
huren van het K.P.M.-schip „Keerkring", viel
nog niet veel te melden.
Het is de vraag of en in hoeverre de door de
politieke ontwikkelingen rond Maleisië in
(Lees verder pag. 20)