TONG TONG BOEKENCLUB
nrlf» ffft
TONG-TONG No. 001
Geografische plaatsnamen op Java
Men vindt talloze plaatsnamen met Adi en
Ngadt, hetgeen betekent schoon, voortreffelijk;
Baoe, oorspronkelijk de schouder met de bo-
ven-arm, later: kracht, bescherming, ook een
oppervlaktemaat; Raksa, Reksa (bijv. in Krak-
saan), bewaken, beveiligen; Ardja (Ardjdja),
Red ja, vrolijk, welvaart, bloei, ook Ajoe, beide
ook met rah; Radja, vorst, koning, grote;
Kreta, Kerta, Karta, rustig, veilig, vreedzaam,
buiten zorgen; Soera, dapper, stout, overwin
ning; Djaja, idem; Dana, gave, mildheid;
Derma (in Dermajoe, 'ndermajoe, verbasterd
tot Indramajoe), weldadig, goedgunstig; Sida
(in Sidaardja, Sidajoe, Sidadi), succes, wel als
biiv. in ons Weltevreden); Poerba, Poerwa,
begin, oorsprong, het eerste; Praba, straal,
lichtglans, luister; Ted ja, idem; Lingga, li
chaam, uiterlijke vorm, teken, overeind staan
de; daarna: geëerbiedigd, als teken beschouwd;
Soeka, vreugde, lustgevoel; Boemi, de aarde;
Laja, hoog, het hoge, hemel; Poera, vestiging,
residentie; Koeta, versterkte plaats, stad; Baja,
gevaar, nood, hachelijk; Soka, leed, droefheid
(gevaar voor verwarring met soka angsoka,
een bloemendragende boom); Tjita, hart,
gemoed; Raga en Ragi (in Panaraga, Stagen),
lichaam, later zich vergeestelijken; Prana,
verworden tot Pana, heeft in het Sanskrit en
het oud-Javaans verschillende betekenissen uit
te drukken door ons: zintuig, orgaan, levens
adem, levenwekkende kracht; in modern Ja
vaans: dodelijk, van een wond, op de juiste
plaats treffend, van een wapen, juist ter
snede; Sari, stuifmeel, bloem, essence; Pati,
dergelijke betekenis (zie boven); Sana, Skrt.
en Oud-Jav. Asana, verblijf, zich bevinden,
zitplaats; Djoewana, ongedeerd, aan gevaar
ontkomen; Bodja, Spijs, gastmaal, mildheid,
levensonderhoud; nagara, en nagari, door
Europeanen verhaspeld tot negorij), vorsten
zetel, vorstendom, regentschapshoofdplaats;
ook de hoofdplaats met omgeving, direct van
uit de kraton bestuurd (desa is ook van Skrt.
afkomst: landstreek; kampong erf, buurt
schap); Galoeh en Sotja, beide oorspronkelijk
juweel; Basoeki, thans eenvoudig: geluk (zie
boven); lali, vergeten, gedachtenloos, zich
zelf vergeten, boven het bewustzijn verheven;
rata, glad, effen, overal verspreid, waar men
heen ziet; arga, aga, berg, bergspits; giri, gili,
idem; wana, woud; bintara, wildernis; saba,
vergadering bijeenkomst, dikwijls bezoeken;
rondgaan, rondlopen, om levensonderhoud te
zoeken; warna, wrena, rena, zie boven; tasik,
meer, zee. Uit deze serie woorden zijn de hier
bedoelde geografische namen gevormd, waar
bij elk lid der samenstelling, zowel vooraan als
achteraan kan staan.
„Iwan de Verschrikkelijke" is op 20 november
verschenen, zodat het niet langer mogelijk is,
tegen de voor-intekenprijs te bestellen.
,,De Tijger in het Volksgeloof" blijft sterk de
aandacht trekken. Van vele bibliotheken,
uitgeverijen, tijdschriften ontvingen wij dank
betuigingen en vleiende recenties, eveneens
van vooraanstaande personen, zoals onder meer
van de heren J. W. Meijer Ranneft en R.
Nieuwenhuys. Een kleine greep uit bij ons
binnengekomen beoordelingen:
„De Stem van Ambon": Uit het geschrevene
blijkt de grote liefde, die de schrijver heeft
voor het mooie land, waar hij het grootste
deel van zijn leven doorbracht en voor de
rimboe en alles wat daar leeft...
„Nederlands Maandblad": Het is vlot ge
schreven en buitengewoon interessant, geeft
een goede kijk op de vele psychische spannin
gen in het gevoelsleven van de Indonesiër.
Bijgeloof en geloof aan geesten spelen een
grote rol in zijn bestaan, zó groot, dat dit voor
hen, die nimmer in Indië zijn geweest, bijna
onbegrijpelijk moet zijn. Wij bevelen dit vlot
geschreven boek gaarne in ieders belangstelling
aan, en speciaal in die van onze „oudgasten".
J. B. H. B. te Den Haag: Mag ik U na het
lezen van uw „Tijger in het Volksgeloof"
even mijn oprechte bewondering betuigen over
de wijze waarop U de zo sluwe, brutale en
gevreesde „Menseneters" als mens en als jager
te slim, te voortvarend en te behendig bent
geweest Hulde.
W. F. v. W. te 's-Hertogenbosch: Mijn harte
lijke complimenten en lofuitingen aan de heer
J. C. Hazewinkel voor zijn schitterend ge
schreven boek. Voorwaar is dit met een mees
terpen neergelegdWanneer de spannendste
momenten voorbij waren, ging ik weer terug
lezen, tot wel drie of vier maal toe.
De beperkte oplage van „De Tijger" begint
al aardig te slinken en indien U zich dit
merkwaardige boek nog wenst aan te schaffen,
raden wij U aan, teneide teleurstelling te
voorkomen, ons omgaand uw bestelbon te
zenden.
Onze gramofoonplaat Tong-Tong No. 1 is er;
als U radio Veronica kunt beluisteren hebt U
hem waarschijnlijk al gehoord. U weet het:
aan de éne zijde „Terang Boelan", gespeeld
door Flip Willemsen, aan de andere zijde
„Doornroosje", voorgedragen door Huug
Sachs.
Huug Sachs in de studio
Weet U nog, uit Terang Boelan? Djangan
pertaja omong dari bini, Doeit belandja
dipakeh oleh tjeki.
Wij vinden het wel aardig, hierbij de foto's te
publiceren van de beide artisten, die voor onze
eerste plaat verantwoordelijk zijn.
Er komen al heel wat bestellingen binnen en
hoewel de plaat pas een paar dagen uit is, nu
al enkele complimenten over de kwaliteit.
Als U te lang wacht met bestellen, loopt U de
kans, dat de voorraad is uitverkocht. Wees er
dus vlug bij.
Hans Berlijn in de opnamekamer
Flip Willemsen tovert „Terang Boelan" uit de
snaren