Tong-Tong in Indonesië Spijtoptanten en Nassi Geachte heren Boengs, Aangenaam verrast was ik bij de ontvangst van Tong-Tong en tevens enigszins verbaasd, want de vraag deed zich voor „hoe in vredes naam TONG quadraat toch aan mijn adres kwam waar ik slechts een displaced person ben. Zou haar antwoord te vinden zijn in de opgravingen door NAVORSER? Maar alvorens verder te ngobrollen, op de allereerste plaats „mijn oprechte dank". Ik heb enkele jaren terug iets over Tong- Tong horen spreken maar niet de eer kennis met hem te maken. Nu echter ligt hij voor mij, keurig verzorgd, gelen; ik dacht bij opper vlakkige beschouwing de mij bekende weg Bandoeng - Tjiandjoer - Poentjak - Bogor - Djakartee, maar bij nader inziens echter loe- poet. Links boven voorplaat het trotse devies: „Trouw, Branie, Ondernemend, der baan schrijvende in schier elliptise vorm om de Klapperboom met duidelijk waarneembare inkepingen (neen, ik vergis me beslist niet, die is geen klapa sawit), prijkende op een batikmotief als achtergrond. Het symbool. De naamsaanduiding met hare zovele krullende siertjes waartussen Tong-Tong is geplaatst, doet me niet alleen denken aan de silat van West-Java op de monotonie van de terbang, maar ook aan de schone serimpidans van Mid- den-Java, een danskunst die zelfs Anna Pav lova tot bewondering dwong. De letters ver tonen nogal overeenkomst met het Javaanse alphabet en het Sanskriet Niet al te lastig geweest voor de drukkerij daar? Kang Tong-Tong zelf staat zoals gezegd er precies middenin berkoeniisd en berdjenggot, still going strong, van zichzelf bewust, pen- deknja een kater om heus niet zonder hand schoenen aangepakt te worden en die bij de Herhaaldelijk bereiken ons verzoeken te willen mededelen hoe het thans staat met de toela ting van spijtoptanten in Nederland. Waar schijnlijk houdt dit verband met de jongste behandeling van dit probleem bij de Justitie begroting in de Tweede Kamer. Van meerdere zijden is daarom wederom om verruiming en versnelling van het toelatingsbeleid gevraagd, waarop de nieuwe Minister van Justitie, Mr. Scholten echter nog geen definitief antwoord kon geven, omdat het nieuwe Kabinet hierover nog geen beslissing had genomen. De Minister zegde echter toe geregeld overleg te zullen plegen met de Kamer-Commissie voor de re patriëring uit Indonesië en een definitieve oplossing van het probleem zoveel mogelijk te zullen bespoedigen. Hij sprak daarbij de be moedigende woorden „een goede zaak tot een goed einde" te willen brengen. Wij wachten dus met grote belangstelling en vertrouwen de nadere verklaringen van Min. Scholten af. Verheugend is intussen dat hij in tegenstelling tot zijn voorganger geen afwijzende beslissingen heeft genomen op een gunstig advies van de Commissie-van Vollen hoven, die zoals bekend speciaal werd samen gesteld voor de verstrekking van adviezen aan de Minister van Justitie met betrekking tot het al dan niet verstrekken van visa aan spijt optanten. Intussen wachten nog 7000 visumaanvragrs in Indonesië op een gunstige beschikking op verzoek om toelating in Nederland. Laten wij hopen, dat zij de langste tijd in de misère hebben gezeten en het verruimde toelatings-beleid van Minister Scholten ook hun het zo zeer verlangde "isum zal brengen. Het Nassi-Comité heeft ons verzekerd actief en waakzaam te zullen blijven. DIRECTIE minste aanraking kabaal trapt waardoor mins tens een dozijn mannen binnen de kortst denk bare tijd, gemobiliseerd worden. De voorkant van zijn hoofdbedekking gelijkt amper op die van de alleenheerser van Saudi Arabië, en in haar geheel voldoende waarborg geeft tegen een steenharde klap zonder noch tans een kepala batoe te hebben. Pendek dan terang onze Tong-Tong mag er zijn, en hij is er... en ik ben er trots op. Daarom „Hulde aan Boeng Tjalie en zijn staf van werkers en medewerkers voor aller door zettingsvermogen, het poekoel teroes hunner inspiratieve en intuitieve aspiraties. 3 Maal bravo voor Tjalie c.s. die hunne gaven van hart en verstand dienstbaar hebben gemaakt en nog maken aan het algemeen welzijn van de INDO. Hoe hebben de lachspieren van mijn inwendige anatomie maar niet gewerkt in de stille uren van de nacht bij het lezen van „Piekerans van een straatslijper die dit lees is een hek". Ik heb er van genoten, gebruld, over de erva ringen van Tjalie en zijn kontjos, je voelt je één met hen in broederschap des geestes. De beschreven figuur en beknopte biographie van Oom Djing zijn dingen om te gieren. Echt jammer dat Oom zijn verloren snijtand (of hoek-) niet kon terugvinden na de niet al te zachte kennismaking met de trottoirband. Het vissen op het trottoir, het schillen a la appel van de KSMK door Tjalie's onderwijzer, zo op zijn Njo's weergegeven en geïllustreerd, zijn m.i. de universele therapie voor bromberen, apatische gestelden, pessimisten en bedrofden van hart. En voor ik vergeet mijn complimen ten aan en respect voor Tante Dempsey. Ge lukkig dat haar linkse Tjalie's kin miste, anders is hij wel heus 20 tellen gon. En nu heren Boengs over wat anders. Sinds enkele jaren hielp ik spijtoptanten en maatschappeliike Nederlanders incluis de met Europeanen gelijkgestelden aan rekesten ter erlanging ener inreis-visum voor Nederland met wisselende honoraria van toe- en afwij zingen. De reden der afwijzing is in geen geval bekend gesteld. Bij informatie aan het CCKP is het specifieke antwoord altijd: „AMBTSGEHEIM". Nou verder kom je niet maar de afwijzingen biijven doorkomen. Hoe wel de requestranten in meerdere of mindere mate aan de z.g. eisen zoals familie binding met Nederland, aanpassingsvermogen e.a. heb ben voldaan is het niettemin, voor mij althans, algebraisch, waarom de een wel en de ander geen visum kreeg. Zelfs actief dienende TNI- en AURI militairen, politie-inspecteurs moch ten zich in een visum verheugen, maar vol wassen Indische kinderen wier ouders WNiers zijn geworden en gepensioneerde boengs van het voormalige KNIL, gehuwd met Indone sische vrouwen, kregen vlug een afwijzing. Hoe die kan? Gaat het om de doewit zoals het in de vooroorlogse jaren verging met Ab- doel Moeis... preases van de Sarekat Islam, wiens doelwit was doewit? De fout der spijtoptanten -- slachtoffers van een verkeerd genomen besluit mag hen m.i. niet voor het volle pond worden aangerekend, aangezien hun optie toen geschiedde onder onjuiste en misleidende voorlichting van de zijde der werkgevers enerzijds,, anderzijds door aanmoedigingen daartoe door Padoeka Toean Besar Lamping, toenmalige Zaakgelastigde in Djakarta via pers en radio. Gon, daar sta je boeng. Anders is het gesteld met de maatschappelijke Nederlanders inch ex met Europeanen gelijk gestelden -slachtoffers van de ex post facto- wet? bij de RTC overeenkomst. Deze toch konden niets anders doen dan het bijltje er bij neer te leggen; secundum non datur. Zij Wel leuk, toch, dat Tong-Tong nu ook al in Indonesië wordt gelezen: Hoe ons tijdschrift daar eigenlijk verzeild is ge raakt, moet voor ons voorlopig een raadsel blijven, leant abonnees hebben wij daar te lande nog niet. Na het herstel van de diplomatieke verbindin gen wordt er allengs weer ivat heen en iveer gereisd en wij kunnen ons slechts voorstellen, dat de een of andere reizi ger enkele exemplaren Tong-Tong heeft medegenomen. In elk geval ontvingen wij een brief van een op Java woon achtig lezer, die ons hel bijgaande schreef: hadden bij de souvereiniteitsoverdracht in 1949 slechts het passieve kiesrecht in vreemde tegenstelling echter tot de bevoorrechte groep Vreemde Oosterlingen die het actieve kies recht verkregen, m.i. een onbillijk besluit t.a.v. van de gelijkgestelden, omdat er hoe genaamd geen rekening is gehouden met hun levensbelang. Deze mensen hebben in de koloniale periode na hunne gelijkstelling met Euro peanen nooit in een werkelijke Indonesische maatschappij geleefd. Te willen nu dat het recht, voortvloeiende uit de Toescheidings- overeenkomst zoals Z.E. Minister B. meende te moeten worden toegepast op de gelijkge stelde Menadonezen en Ambonnezen die tevo ren niet in een werkelijke Indonesische maat schappij samen leefden, lijkt mij houdt het mij ten goede het uitvloeisel ener patri archale voorstelling van wat „RECHT" eigen lijk is. Zij zijn theoretisch WNiers, maar praktisch Nederlanders; nu zijn zij Indonesiërs, maar in geen enkel opzicht patriotten. Dit heeft de praktijk wel eens bewezen. Is voor deze mensen dan het licht der hope voor goed gedoofd Voor mijn bekrompen opvatting bestaat er geen „RECHT" dat niet gepaard gaat met „GENADE", zelfs niet in de hermetische Wet van Meden en Perzen, hoewel ik deze aturan nooit onder ogen heb gehad, tjoema gehoor op school. Als aan de een toestemming wordt verleend Nederland binnen te komen, moeten m.i. ook anderen worden toegelaten, tenzij natuurlijk chronische misdadigers etc. Ik denk hierbij onwillekeurig aan het Nederlandse spreek woord „Wie A zegt, moet en dit is een gebiedende eis ook B zeggen" toch, lah ini dia, dat is „recht" in de diepste, wijdste, werkelijke betekenis van dat woord en... voor mijn kleine boengs begrippen bolih die verleng tot Z. Wat U? Of mag ik dan naar aanleiding van de opge dane ervaringen over visum-aanvragen t.a.v. beide genoemde groepen zeggen: „Summum jus summa injuria?", zoals tempo doeloe onder de Grieken? Wij hebben in Nederland toch een Christelijke Regering nietwaar?! Waar blijven dan de Christelijke humaniteitgevoelens t.o.z. der bei de groepen van afgewezen personen incluis gezinnen? Waar de „kinderen van één Vader", zoals op iedere catechisatie wordt voorgehouden. Slaan deze in de praktijk slechts geheel of in de meerderheid op Hongaren en Italianen? Waar de gehoorzaamheid van de leer van HEM, wiens NAAM met alle eerbied door ieder van ons uitgesproken wordt en wiens lering in een paar woorden kan worden samengevat in „GOD IS LIEFDE?" Misschien is alles verkeerd wat ik beweer en slaat het als een tang op een babi, maar apa bolih boeat, leid mij dan in betere banen op dat de opstand in mij bedare. (Lees verder pag. 11) 10

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1963 | | pagina 10