VROUW Een vrouw werkt voor de Verenigde Naties A WAS—A WAS—A WAS Kokkies Rijst winkels Kokkies nieuwste filiaal SIMONSKERKESTRAAT 11 WAROENG SOEBOER Voor ons, gewone vrouwen, is „De Verenigde Naties" een begrip, waar mannen zich mee bezig houden. Het is politiek, en als je de verhitte discussies hoort van de Heren der Schepping krijg je het idee, dat er aan die organisatie nog heel wat veranderd moet worden, en dat eigenlijk de heren rond je goede eigen eetkamer tafel de aangewezen personen zijn om die reorganisatie tot stand te brengen. Bestelt NU, herhaal NU al, de over heerlijke spekkoek van Oma Tio. Gegarandeerd blijft 4 maanden goed. Prijzen voor Amerika inclusief vracht 13.50 en 17.(speciaal). In Nederland inclusief vracht 9- en 12.50. Verleden jaar moesten wij tientallen mensen teleurstellen, omdat soedah uit verkocht. AMSTERDAM-W. Witte de Withstraat 128 - Tel. 89438 Slotermeerlaan 125 - Tel. 13 03 62 Amsterdam-Osdorp. P.S. Wij verzenden pakketten over de gehele wereld. Mijn man had na een loopbaan van 20 jaren een functie gekregen bij de Verenigde Naties in het Midden-Oosten en wij hadden samen genoten van de romantische sfeer in Damascus, Beiroet en Jeruzalem. Maar het werken liet ik, overigens zonder enig bezwaar maar aan hem over. Eerlijk gezegd, begreep ik vaak niet waar ze het allemaal over hadden. Dan was het UNESCO, de volgende dag was het F.A.O. en de week daarop was het weer de I.L.O. die het zorgenkind was. Ach, je moet die mannen ook wat gunnen, en op stuk van zaken kunnen ZIJ niet over jurken en recepten praten, dus gun ze ook wat... Een jaartje geleden werden wij in de Congo geplaatst en in het begin was het weer het gewone recept. Kennismaken, cocktail party, Congolese Vrouwenvereniging, Fancy fair, etc. Allemaal weer interessant, want ieder volk heeft nu eenmaal bepaalde trekken, die ik steeds weer het bestuderen waard vind. Naast veel verschil ontdek je altijd, dat in de grond de mensen toch niet zoveel verschillen. Ik vind het altijd een genoegen hun legenden en spreekwoorden te bestuderen. En een huis jongen of koopvrouw langs de deur is een inspirerende bron voor ontdekkingen. Op een dag kwam mijn man thuis met de me dedeling, dat de Nederlandse dokters de volgende zondag op de lunch zouden komen. Het menu behoef ik nooit voor te berei den. Dat is steeds en met verzekerd succes: De aloude Nassi Goreng, compleet met kroe poek en toebehoren. Maar hier was er nog een extra verrassing. „Hij wil je laten werken", zei mijn echtvriend terloops. Aangezien hij „moeilijk" keek, vroeg ik op dat moment maar niet om nadere uitleg maar 's-avonds bleek mij, dat er in Leopoldville een Holland se bezetting zou komen voor het ONUC hos pitaal en ik werd nieuwsgierig. De lunch op zondag was gezellig en onder de koffie, met bijbehorend cognacje beleek dat de heren behoefte hadden aan een recep tioniste. Die dame moest Engels, Frans en Nederlands spreken en lichte administratie doen. Verder de toekomstige patiënten ont vangen en een beetje op hun gemak zetten. En waarachtig, twee dagen later was ik in dienst. Een beetje zenuwachtig wel, dat moet ik bekennen. Mijn man leidde 'mij in op de bekende vlotte manier, die echtgenoten plegen te hebben om acht uur 's morgens. „Nou, je ziet het wel, ik kom je om twaalf uur weer ophalen". En weg was hij en ik besteeg be scheiden de receptie zetel. Laat ik maar meteen eerlijk zeggen dat het een heerlijk werk is. Je verveelt je geen moment. Al voor achten staan ze klaar. U kent het be faamde instituut van ons goede vaderland „Het Ziekenfonds". Nu, daar lijkt het soms een beetje op, maar dan alles met die gezellige internationale sfeer, die je nu eenmaal bij de „Verenigde Naties" hebt. Mijn eerste klant, en ik zal hem nooit verge ten, was een Nigeriaan. Keurig in een stukje textiel van ongeveer zes meter verpakt, losjes om de leden geslagen. Na een gezellig, maar volkomen onbgrijpelijk discours van zowat vijf minuten ontdekte ik, dat hij meende Engels te spreken. Maar we werden het toch eens. Om het maar meteen makkelijk te maken, parkeerde hij zijn goed ontwikkelde voet op de toonbank en legde mij visueel uit wat er aan haperde. Na nog wat verstandig kijken van mij naar het gekneusde landingsgestel kon ik hem overhalen een inschrijvingsbiljet te accepteren en hij vertrok naar de consultatie kamer van de poliklinisch arts. En zo ging het verder de hele dag, van acht tot twaalf en een beetje rustiger van twee tot vijf. De dokters zijn schatten, die met eindeloos geduld hun werk doen. Maar je krijgt heus rare gasten. Zo verschenen op een middag twee tamelijk rijpe heren van middelbare leef tijd. Ze leken erg op elkaar al waren ze geen broers. Alle twee een beetje uitgebreid rond de evenaar en met een pijnlijk vertrokken gezicht. Hand op de buik en huilerige stem. En allebei in het Frans, dat het pijn deed in hun buikje. En ERG. Zoals wij vrouwen weten, heeft een man NOOIT een beetje pijn, nee, hij is praktisch overleden als hij bij de dokter komt. Slechts door uiterste wilsinspan- ning staat hij nog, maar het loopt met hem op een eind, dat is duidelijk. Dat was ook duidelijk met mijn pseudo tweeling. Ik ging ze direct ijverig inschrijven, Naam, Voornaam, Dienstonderdeel etc. En toen even vragen WAT het nu eigenlijk was. Ja, dat was inge wikkeld. Het was in de nacht begonnen en de diagnose varieerde van kwaadaardige kanker tot acute blindedarmontsteking. Opeens kwam ik op het lumineuze idee om te vragen wat ze de vorige avond gegeten hadden. Dat bracht hen tot nadenken. Ze keken elkaar diep zinnig aan en begonnen in rap Frans aan een inventaris van een compleet restaurant. Die knapen hadden gewoon TWEE diners geno men bij twee verschillende families waar ze zo binnen waren gedwaald. Dat heb je hier in die mannen maatschappij. Soms eten ze in geen dagen iets anders dan een sandwich of een paar eieren en dan weer hebben ze een kans en nemen die. Ik schreef op hun kaart, dat het hier vermoedelijk een geval betrof van overladen maag. Dat lazen ze aandachtig en „proefden" de Nederlandse woorden. Ze ke ken NOG ernstiger naar elkaar en naar mij en vertrokken met een ernstig gezicht naar de onderzoekkamer. Toen ik ze een half uurtje later langs zag komen met hun flesje castor- olie, keken ze nog steeds ernstig. Ze namen met de traditionele handdruk (alles is hier op zijn Frans) afscheid van mij en reden even later weg, nog steeds onder de indruk. Ik heb ze NIET terug gezien. De Congolezen hebben weer andere ideeën omtrent medicijn. Dat moet STERK zijn en gratis. Dat laatste is belangrijk. Je hebt er geen idee van, hoe spitsvondig ze je uit kun nen leggen dat de Verenigde Naties iets moet doen voor ALLE volkeren en dus ook en vooral voor hen. Het zijn geboren advocaten. En ze houden van een Palabre of een matate, zoals een discussie in hun taal, het Lingala, heet. Het genot van het spreken is haast nog meer waard dan het gelijk hebben. Een enkele keer raak je wel eens van de wijs. Zo verscheen voor de toonbank een landzaat, die een kaart had van de UNO (United Nations Organisation). Edoch, het was een papiertje wat al een paar jaar ingetrokken was, en wat hij vermoedelijk in het naastbij- zijnde bar had gekocht voor een flesje bier. Het ging trouwens niet om hem, maar aan zijn zijde schommelde een wei-doorvoede Con golese schone, die medische bijstand behoefde. Ik legde hem uit, dat het ECHT niet ging en na een kwartiertje beleefd babbelen, liet hij het erbij. Wie schetst mijn verwondering toen ik opgemelde schone een uurtje later weer voor mijn neus zag, nu begeleid door een heer met volledige documentatie, die verklaarde dat het dametje zijn heuse vrouw was. Op mijn vraag, hoe het dan eigenlijk zat, vertelde hij mij dat hij .petit frere" was van die andere en zodoende rechtmatig op kon treden als wettig echtgenoot. En hier heb je nu weer een voor beeld hoe moeilijk het is, om andere zeden te bevatten. F. BA1JENS-REINDERS (Wordt vervolgd) Slamet Dateng Koningstr. 16, Den Haag, tel. 60 4142 HET ADRES waar U lekker en goed koop INDISCH kunt eten. ELKE DAG VERS. Ook kant en klaar mee te nemen. Geopend dagelijks van 10-10 uur. Zondags van 2-10 uur. Dinsdags gesl. 12

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1963 | | pagina 12