1001 AVONTUREN met de soetil Keukenkalenders t FAUZIAH Gedipl. pedicure I In de Revue van 30 november lazen we, dat de Nederlanders aardig aan de top staan als het op snoepen aankomt. Volgens dit artikel wordt er dagelijks zo'n 4 miljoen gulden uitge geven aan snoeperij. Dit is bepaald geen gering bedrag. Het doet ons denken aan de tijd dat je voor een paar centen de zaligste dingen kon krijgen bij de toekang kwee-kwee. We zijn in het bezit van een tamelijk oud kookboek waar die zaligheden allemaal in staan en ik kan niet nalaten, nu we tóch zo snoeplustig zijn, U enige van deze oude re cepten te geven. KWEE POETRI MANDI U heeft hiervoor nodig: 1 pond ketanmeel 2 ons geraspte Javaanse suiker 3 theekopjes koud water 2 djeroek poeroet blaadjes (hier in gedroogde vorm te krijgen) geraspte klapper. Bereiding: Het meel wordt met de geraspte suiker goed door elkaar gemengd, daarna met het water aangemaakt tot een deeg, waarvan men balle tjes maakt. Deze balletjes kookt men in heet water, tot ze boven komen drijven; daarna stort men ze op een zeef over om ze te laten uitlekken. Nu kookt men de Javaanse suiker met de djeroek poeroetbladeren tot een dikke stroop en doet hier de geraspte klapper door heen. De balletjes worden vervolgens door deze stroop gedaan en opgediend. KWEE TJOETJOER Nodig: Een pond rijstmeel pond Javaanse suiker tot stroop gekookt olie. Bereiding: De stroop roert men door de rijstmeel; wordt dit te dik, dan voegt men er water bij. Ver volgens zet men een wadjan op met olie. Als deze heet is, bakt men van het deeg koekjes, die aan weerszijden bruin gebraden worden. Een klein kopje deeg vormt een koekje. PILOOS U heeft hiervoor nodig: 10 grote aardappelen 2 lepels meel 1 theelepel zout 5 eieren 1 kopje olie fijne witte suiker beschuitkruim Bereiding: De aardappels worden in de schil gekookt, daarna daarvan ontdaan en fijngemaakt. Men roert dit vervolgens dooreen met het meel en het zout en daarna één-voor-één met de eieren. Hiervan worden langwerpig ronde balletjes, goelings zogezegd, gemaakt, die men in be schuitkruim wentelt en in de hete olie bruin braadt. Men eet ze warm, met witte suiker bestrooid. Nog niet genoeg gesnoept? Nu dan nog een recept wat we hier ook gemakkelijk kunnen maken. RIJSTPANNEKOEKJES Nodig: twee kopjes rijst 6 kopjes melk 1 lepel boter 1 kopje gewassen rozijnen 3 eierdooiers 2 gestampte beschuiten 5 d 4 lepels suiker het geklopte eiwit boter, suiker, kaneel. Bereiding: De rijst koken in de melk, met de boter en rozijnen. Is de rijst gaar, afzetten, bekoelen en daarvan beslag maken met de eieren, be schuitkruim en suiker. In boter de pannekoek jes lichtbruin bakken. Opdienen met boter, suiker en kaneel. Nu niet alleen watertanden als U al dit lekkers leest, maar ook eens een keer maken! We kozen die recepten waarvoor alle ingrediënten verkrijgbaar zijn. We geven toe dat het veel gemakkelijker is om even naar de banketbakker te lopen, maar juist deze lekkernijen zult U daar niet kunnen krijgen en het is toch ook wel eens leuk als man en kroost uw kookkunst luide roemen, of geruisloos, zoals die van mij, maar snoe pen, om geen ander woord dat met vr... be gint te gebruiken, doen zeIKS Nu komen de laatste troostprijswinnaressen die ieder een keukenkalender hebben gewon nen. De hoofdprijzen komen, zoals reeds ge zegd, in ons Kerstnummer. Van mevrouw A. J. v. d. Berg vonden we het volgende vers het aardigst, hoewel de laatste regel een dichterlijke vrijheid bevat. Géén recept van saté, maar wel, en hoe heeft mevr. v. d. Berg dit kunnen raden, van klappertaart, wat zeg ik, twéé recepten, een van oma en een van kleindochter! Er hangt een Indisch kookboek aan de muur Geen woorden, maar daden, kóóp, 't is niet duur Vooruit, het is de moeite waard. Van alles staat erin, van saté tot klappertaart. De tweede regel onderschrijven we natuurlijk volkomen en we hopen dat degenen die nog niet deze unieke kalender bestelden dit alsnog zullen doen. Mevrouw A. J. L. Heynsius-Kocken houdt niet van zeuren. We ontvingen de volgende mis sive: Beste Tong-Tong, Hierbij géén omong kosong maar een vers van vier regels volgt hier, zoals gevraagd in nummer vier. Er hangt een Indisch kookboek aan de muur, Met banjak recepten van zoet en zuur; ook van asinan, sambel en petis, Net zo variërend als het leven is'. Gevarieerd is de kalender inderdaad. Meer dan 80 recepten staan erin, dus er is vast wel iets bij dat U zult willen maken. En dan tot slot een vers van mevrouw Adema waar we veel plezier om hebben gehad. We zagen haar man met een lieflijke grijns vóór ons Er hangt een Indisch kookboek aan de muur Het geeft mij daaglijks raad van uur tot uur Mijn man hij lacht nu altijd honingzoet Omdat zijn lodeh nooit meer loepoet. Alleen, die lodeh staat er niet in, maar mis schien vindt meneer A. sajoer lemeng ook erg lekker die er we! instaat en is hij bereid hiervoor ook een vriendelijk gezicht te zetten. IKS Toch zou ik haar nooit willen ruilen Ik hoop zo dal U het plaatst, omdat ik het zou beschouwen als een huldebetuiging aan mijn moeder, en mét haar alle andere Indone sische mamsjes en omaatjes, die net zo praten als zij. Want wist U, dat er nog ettelijken on der ons zijn, die' hun Indonesisch moedertje wegmoffelen" voor de buitenwereld? Laat mij dan op deze povere wijze, die moe dertjes in het Hebt zetten van onze belangstel ling, niet om hen uit te lachen om hun taaltje"maar integendeel om eer te bewijzen aan hun liejde, trouw en branie, om hun man nen en kinderen te yolgen naar dit koude kikkerland. Mijn mamsje is „Wong-Djówö", die aardig Hollands spreekt, ofschoon het wel eens wil gebeuren dat ze één en ander door mekaar haspelt. Zo stapte ze eens een bakkerswinkel binnen en bestelde: „Een half dozijn moorde naars en een half pon babybok". Niet begrijpend, het gelaat één en al vraag teken, vroeg de juf achter de toonbank vrien delijk lachend wat of mamsje wel bedoelde. Deze beet op haar onderlip, verwarring in haar ogen, die echter een tel later blij oplichtten. Ze wenkte naar de juf, wendde zich naar de etalagekast en wees: „Deze een half dozijn en deze half pon"... De verkoopser lachte breder en corrigeerde: „Ah, U bedoelt moorkoppen en bókkepootjes Mijn mamsje was ook eens met vakantie in de States bij haar zoon. Aangezien deze en zijn vrouw beiden werkten, kon het voorkomen dat de telefoon overging tijdens hun afwezigheid. Het ding laten rinkelen maakte mamsje dol; ergo pakte ze manmoedig de hoorn van de haak en sprak: „Jès dit is de hous van mister sjoeltie, die is no hoom... aèm de motdar van mister sjoeltie, ik no spiek Engels, wel hollan... beetje..." klats bom! ging de hoorn meteen weer op de haak, als vreesde ze dat ie haar zou bijten. Zoonlief leerde haar wat Engelse woordjes die ze keurig opdreunde: rét is rood- brèt is brood- dét is dood (tot het haar verveelde, dan maakte ze er een grapje van: „Ija, teroes dèt-dot-brèt-brot tot njemprot-njemprot" d.i. sproeien) Met anything, something, nothing, everything had ze meer moeite: „Wah, teroes met sing- sing-sing, koerang sedikit wordt viese woord", lachte ze dan. H. G. SIEBENHAAR-SCHOLTE Nagelvernieuwing t pedicure steunzolen I elastieken kousen naar maat J I voetoefeningssandalen naar maat T Supp-hose kousen naar maat t BRONKHORST 29 ROTTERDAM I Tel. 010- 73142. 1! I Voor DEN HAAG, spreekuur iedere T donderdag, eerst afspreken Tel. 010- I 73142. Behandeling liefst na afspraak. I Eventueel aan huis. 13

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1963 | | pagina 13