t Pesapèn (Rustenburgerpad) Raadsels VOOR ONZE BIBIT Tante Mieke AX B x C X D Xd E X F X G-X 7 Nése* Pesapèn of in het Hollands Rustenburgerpad, is 'n buurt die men kan vergelijken met de Jordaan. Ook de Kebalènbuurt en Kalongan, dito Krembangan. Want die buurten waren gezellige buurten, met hun lief en leed onder de wonenden. De meeste bewoners waren min of meer aan elkaar verwant. In dit stuk moet men zich verplaatsen in het begin van de 20ste eeuw. 1901. Z"als ik in mijn stuk „Kremban gan" vertelde, ./erd ik geboren in de Rosen- doornlaan 16, 'n straat pal grenzende aan Pesapèn. Hierdoor rekende ik mij tot de Pesa- penners. Tot goed begrip diene, dat Pesapèn bestond uit Pesapènkali, Pesapèntengga, Ke- bonsassaran, Nieuw Hollandstraat, Dwars Nieuw Hollandstraat, Pesapen Balokan, Gang Boltze, Rosendoornlaan, Heerenstraat of Dja- lan Grisik (Grisee). De bewoners van Kalisos- sok rekenden wij ook tot de Pesapènbevolking. Ook de wonenden van P&ssarpesapèn. En dan nog de bewoners van Gang Boentoe (Gang Boentoe Nieuw Hollandstraat). Zoals ik reeds eerder vertelde waren de bewo ners meestal aan elkaar verwant. Ook wat Pesapèn betrof. Alleen de families als hierna genoemd waren vreemden, als U begrijpt, wat ik bedoel. Dat waren de families Kievit, Hac- cou, Swartjes, Dahmen, Hingert en Wehrmann. Ook de familie Mossel. Nu had je toen de families Abbink, Cramer, Davidsz, Felix, Goudsmit, Fruneaux, La Gordt Dillié, van der Linden, van Mottrik, Barendse, Smit, Ge- swind, Stam, Brangert, Sissinclee, Klein, van IJsseldijk, Parijs, Martens, van Ligten, Heij- man, Meijer, van Swieten. In Kalisossok de families De Graaf, Stam, Gerards, De Boer. Van Nieuw Hollandstraat de families Abbink, Stenebome, Hennekam, Bianchi, Fischer, Boe drie, Momfils. Ik zal maar niet doorgaan met namen noemen, het zou teveel worden en dan kom ik niet tot het verhalen over het leven (toen in Pesapèn). Dit begin ik vanaf juni 1901. Ik was toen 'n jongetje van 5 jaar en 'n paar maanden oud. Bijna 6 jaar. Ik had met vrucht de Fröbelschool, tegenwoordig Kleuter school genoemd, doorlopen. Tidah doorge lopen. Dit schooltje was in het gebouw van de Meisjesindustrieschool (Paradestraat) op de hoek bij die brug met de zwart geteerde books. Van de onderwijskrachten herinner ik mij nog mejuffrouw Wilehr, 'n schat van 'n mens. Nu moet men weten, dat op zo'n Fröbel school spelletjes werden gedaan, ook wat streepjes maken, tekenen op onze manier, kortweg de kinderen 'werden bezig gehouden. Het was een gemengde school, meisjes en jongens. Op het erf stonden 'n paar sawoket- jikbomen, van die rode sawo's, waarvan de pit ten werden gebruikt voor pitie of bèlöan. Ook voor tjantjèng. Ook brachten wij de pitten naar huis om die te geven aan Tjangs of tantes. Die hadden ze nodig om te dakkèn, of wel voor het tjekiespel of lintriks. Nu over die spelletjes op die Fröbelschool. Zakdoek- leggen, touwtje springen, bikkelen, baren, obaksodor, èbbrèk, bokbokstavast. De meisjes waren dikwijls ondeugend, want de jongens werden dikwijls gedwongen touwtje te draaien, zij maar springen. Wanneer wij niet wilden, omdat wij met onze spelletjes bezig waren, pitie of tollen, dan schopten de meis jes onze tollen weg, sampik masuk Krem- banganleiding. Deze leiding lag op zij van de school. Nakal betoel, die meisjes toen. Op n dag speelden wij zakdoekleggen. Ik werd de gene die met de zakdoek moest lopen en toen ik moest djongkok heb ik de zakdoek in mijn broekzak gestopt. Juffrouw boos en ik moest voor straf in de hoek staan. Maar wanneer de juffrouw even weg was, dan trok ik lelijke gezichten tegen de anderen of ik stak mijn tong uit. Of maakte ik geluiden. Het was op die Fröbelschool heel gezellig en ook kregen wij eens per jaar met Koninginnedag 'n klein feestje, met stroop en taartjes. Erg leuk. Ik herinner me nog als de dag van gisteren, toen ik voor het eerst naar dat schooltje moest. Ik kreeg van Tjang ('n reuzetjang) 'n mooi pakje aan, 'n wit petje op, en moest ik 'n trommeltje (met koord, om over je schouder te gooien) met boterhammen. Die Tjang, die Tjang, die zal ik nooit vergeten, Boekan main, zij was 'n juweel van 'n mens, ik schiet woorden tekort om haar te prijzen. Deze Tjang zat er goed voor en had aardig wat geld en daarbij 'n behoorlijk pensioen. Zij woonde bij haar dochter en schoonzoon in. Die schoonzoon had 'n goeie baan bij de Douane. Tot goed begrip dit: Mijn moeder was weduwe en had 'n betrekking in 'n groot hotel op Simpang te Soerabaja. Mijn moeder kon zeer goed koken, boleh tanjak aan oud- Soerabajanen. Niet dat ik mij er op beroemt, maar betoel waar. Zij kon goed koek bakken ook, zoals spekkoek, annanastaartjes, banketjes met kenari en andere dingen meer. Mijn moe de was intern, had 'n goede kamer en be hoorlijk salaris. Maar ik mocht niet met haar mee, dus was ik verplicht ergens tampat te krijgen. Zo kwam ik bij die onvolprezen Tjang terecht. Ik woonde er goed en de ver zorging was prima. Niets te klagen. Die drie lieve zieltjes (Tjang, Tante en Oom) hielden erg veel van me. Al was ik soms nakal, toch kon ik bij hen een potje breken. Tahoe baik! En nu mijn gewichtige stap in mijn kinder leven. Zoals ieder kind was de eerste dag naar de grote school 'n gewelidge dag en boekan main. Vroeger begon het nieuwe schooljaar steeds in de maand juni. Vakanties 2 maal per jaar. Zo ging ik dan de eerste dag ter schole. Pokkebriefje meebrengen. Natierlijk altijd een beetje zenuwachtig. Pagi-pagi (erg vroeg) al op. Mandi jang betoel met saboen wangi (sa- boen merk 4711). Wangi betoel. Daar had die lieve Tjang voor gezorgd. Die lieverd! Want je moet lekker ruiken zegt Tjang. Sepa- toe (schoenen), kaos (kousen), pekèan (kle ren) dan pètjil (petje) semoea haroe (nieuw) en allemaal goed en degelijk spul. Haar ge knipt. En toen kleden, toen al gekleed, tjang kom met verrassing. Nieuwe schooltas, welke over je schouders en op je rug. Dan nieuwe griffeldoos en griffels, al gepunt. Broodtrom mel met lekkere boterhammen (armbal). De naam is eigenlijk warmbol. Van broodbakkerij Leroux. In Soerabaja welbekend. Want Tjang zegt, anders jij kaliren (honger) op school. Lantas zij komt ook met horloge en ketting. Horlogenja merk Roskopf. Prijs 2.-Kaloek kapot, boewang maar. Belih lain bij van Arcken in de Sociteitstraat. Dat horloge mooi betoel. Met gouden (sepoean) grote wijzers, ook formaatnja horloge groot. Tikken van dat horloge geweldig hard. Als je het horloge in Pesapèn aan de muur hing, dan hoorde je het getik in de Boomstraat. Ha, ha, ha! Ook kreeg ik van Tjang 10 gondangs (wij noemen dat drieduit) voor sangoe. Die gondangs ge bruikten de mensen ook om de ouderwetse krossimales te grendelen. U weet wel om die bladen uit te slaan, waar je je benen op moet leggen. (Wordt vervolgd) Beste kinderen, Hierbij weer een stelletje raadsels van tante Mieke. Deze zijn niet zo erg moeilijk. We loven weer één prijsje uit en geven jullie een maand de tijd. De oplossingen die na 15 januari binnenkomen doen echt niet mee deze keer. Je weet het, naam, leeftijd en adres erbij en sturen naar IKS, Prins Mauritslaan 36, Den Haag. IKS is niet tante Mieke hoor. Ik ben van de redactie en kijk alleen de raadsels voor tante Mieke na. De brieven die jullie erbij schrijven stuur ik wel door naar tante Mieke. Nu kinderen, doe je best. We verwachten veel en niets dan goede oplossingen. IKS Welk dier staat hier? Vul alle woorden van links naar rechts in. Als je daarna de letters, die op de kruisjes vallen achter elkaar schrijft, krijg je een edelsteen. 0. Met een r ben ik het meervoud van een nuttig vat. Zonder r moet ik nog een kip of haan worden. Ra ra ra, wat ben ik? Zonder s ben ik het tegendeel van kort. Met een s ben ik een (meestal) giftig dier. 14

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1963 | | pagina 14