'ftf f TONG TONG BOEKENCLUB v- v* Islam in Indonesië DE TÜGER IN HET VOLKSGELOOF TONG TONG 001 Buang sadja dalam pitjiku - Gooi het maar in mijn pet. V BESTELBON Dit vraagstuk kan men gemakkelijk in 2 delen verdelen: 1. De eerste contacten van de Islam met Indo nesië; 2. De werkelijke verspreiding en bloeitijd van de Islam in dit land. Het is een uitgesproken feit, dat Indonesië het eerst in aaraking kwam met de Islam door de Moslim-kooplieden, die kwamen uit Arabië (Hodzara Maut) en de Westelijke gedeelten van het voormalige Brits-Indië (Gudjraat). Hun eindbestemming was meestal China. Zij passeerden dan altijd het kanaal van Malakka en, zo nodig, wachtten zij daar ook de gunstige tijd af om hun reis voort te zetten. Daarom werd Malakka een zeer belangrijk centrum voor de handel, en om die reden kwam Malakka veel eerder in aanraking met de Islam dan zelfs de Noordelijke kust van Sumatra en andere gedeelten van Indonesië. De eerste contacten met de Islam vielen in de 2e eeuw van de Hidjra (Islamitische jaartel ling), d.w.z. in het midden van de 8e eeuw na Christus. Deze vluchtige aanrakingen, die dus slechts plaats hadden in het voorbijgaan van de kooplieden, duurden niet minder dan 5 eeuwen; hierna ziet men pas de werkelijke intrede van de Islam. Het was in de 13e eeuw van de Christelijke jaartelling, dat de werkelijke grondvesting van deze godsdienst plaatsvond in Indonesië, dat één van de schoonste landen van de wereld is. Wat betreft de periode van de bevestiging van de Islam, is een welbekende Indonesische geleerde en schrijver van onze tijd. Hadji Agu-salim, eveneens tot dezelfde conclusie gekomen. Maar een Hollandse schrijver, Stu- terheim, vermeldt zijn opinie zelfs nog iets eerder. Hij verklaarde in zijn boek Islam in Indonesië", dat de Islam haar intrede op Noord-Sumatra al in het jaar 1196 had gedaan. Dit verschil in tijd is niet zo ernstig, omdat het afhangt van het feit, hoe men het ziet. Het is echter zeer waarschijnlijk, dat het tijdperk van het einde van de 12e eeuw wel beschouwd kan worden als de beginperiode van de grote campagne, die zich voortzet tot de 16e eeuw. In de 13e eeuw was de Islam zo ver in Indo nesië doorgedrongen, dat men op Sumatra enige heersers vond, die tot de Islam waren toege treden. Sultan Malik El-Saleh was één van die heersers; hij stierf in 1297, en zijn graf in Noord-Sumatra is nog wel op te sporen temid den van de oude graven. In hetzelfde tijdperk vindt men ook een zeer bloeiende Islamitische havenstad: Samondra, die nauw verband houdt met de geschiedenis van de Islam in die tijd. Een bekende Isla mitische reiziger, Ibn-Batoeta (rt 1350), heeft deze stad ook in zijn boek vermeld. Hij vertelt daarin, dat men duidelijk kan zien, dat de Islam uit India afkomstig was, daar men overal in dat gebied dezelfde cultuur en invloed kan waarnemen. In 1292, toen de bekende Italiaanse reiziger en historicus Marco Polo in die streken kwam, bracht hij ook een paar maanden door in de havenstad Samondra. Daar wachtte hij op de gunsige wind voor zijn reis naar Perzië. Wanneer men de oudere geschiedenis van Indonesië bestudeert, merkt men zeer duidelijk, dat de 14e eeuw een zeer gunstig begin was wat betreft de bloei van de Islam. In deze tijd kwamen Moslims uit Gudjraat (India), die zich daar vestigden. Hun eerste komst was geweest als handelaars en kooplieden. Maar nu kreeg deze komst een heel andere betekenis: deze had een zuiver heilig en geestelijk karakter. Zij vestigden zich daar met de be doeling de Islam te verspreiden, en zonder twijfel hebben ze dit werk met hart en ziel doorgezet. In de 14e eeuw vindt men een speciale organi satie, wier hoofdzetel in de stad Demak was, gelegen op Midden-Java. Daar bouwden zij een grote Moskee als middelpunt van hun activiteiten. In die tijd waren er o.a. 9 heili gen, die zeer actief deelnamen in deze strijd. Men noemde hen Islamitische mystici. Een bijzondere persoonlijkheid onder hen was Ma- lik Ibrahim, meer bekend onder de naam El- Maghrabi. die in 1419 stierf. Zijn graf in Gresik bij Soerabaja wordt dikwijls door de Moslims bezocht en wordt als heilig be schouwd. De gehele campagne van de verspreiding van de Islam, die verscheidene honderden jaren duurde, werd uitgevoerd en doorgezet op zeer vreedzame wijze. De schoonheid van de Isla mitische leer, het praktische, zeer goede voor beeld van de belijders en het geestelijk hoge peil waren de aantrekkingskrachten, die deze campagne tot zeer groot succes heeft geleid. Aan het einde van de 16e eeuw bereikte de Islam in Indonesië haar hoogtepunt, toen de meerderheid van het land de godsdienst van de Islam tot de hunne maakte. ïmman van de Moskee, Den Q. U. HAPIZ, In Nederland hebben we heel wat afgelachen met het vaak verkeerde gebruik van de Indo nesische taal door drukkers en zetters die die taal natuurlijk niet machtig zijn. Men kan van een Nederlandse drukker niet verwachten dat hij die taal kent, maai wel mag men verwach ten dat een zetter de uiterste zorg aan zijn werk besteedt en dan zal zelfs de vreemdste taal hem weinig moeilijkheden opleveren. Overigens dient elke OE sinds 1948 te wor den weergegeven door een U. Dit is gebeurd bij koninklijk besluit. Uitzonderingen vormen de eigennamen (dit geldt voor de Indonesische/ Maleise taal, niet de Nederlandse) Tetapi apa dapat orang-orang djuling (wat kan het schelen maar gebruik dat zo nooit want wat er staat is waanzin) ik denk dat velen begrepen hebben dat de fouten in de tekst op de schouders van de zetter drukken en pokoknja asal kita tertawa busuk dirinja (en niet dirihnja... hoor!) Salam hangat dari SUHANDI ,i JC.HAZEWINKF-L v v O - T' $5 Er waren wederom enkele leuke recenties over „De Tijger in het Volksgeloof". Het „NIBEG-Orgaan" schreef o.a.: „Een interessant boek. Het onderwerp is gehouden in de sfeer, zoals zij, die in Indië geweest zijn levend met zich genomen hebben naar Holland; ook al heeft men daar wellicht nooit een tijger ontmoet. Maar men wordt toch gemakkelijk meegenomen naar dat land, dank zij het schrijverstalent van de auteur". In de Haagse Courant schreef Rico Bulthuis aangaande onze pocket o.a.: C. Hazewinkel mengt feiten en vertelling door elkaar. Hij spreekt over „de gestreepte" als over een dier soort dat hij biologisch wil benaderen, maar tegelijk vertelt hij er de sprookjes en legenden overen komt zodoende tot een heel oorspron kelijk werkje, dat bekoorlijk is door de onge dwongen toon waarin het is geschreven" U kunt de Tijger nog bestellen door spoedige opzending van de elders in dit nummer opge nomen bestelbon. De verkoop van onze eerste gramofoonplaat loopt hard. Wanneer U de plaat dus nog vóór de Kerstdagen in huis wilt hebben, raden wij U aan, ons omgaand een postwissel of giro te zenden met vermelding op de strook van „TONG-TONG No. 001". De plaat kost 3.50. 'Niiiiiiiiii.iiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiKiiiiiiiiiiiiiiuiuiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiuiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiil, Beste Tong-Tong, stuur mij platen i 3 no. 001 voor f 3.50 per stuk. i Totaal 1 Naam: 1 E Adres: 1 1 Woonplaats: g (Handtekening) 3 Het bedrag ad zal per giro/post- wissel aan U overgemaakt worden. IiiiMiitimiHiiiiitmiiBrifiiiniuimiiiiutmiHiiHiiHHiiiuiHiiiiiiiiiiMHiiiiniramiiimiidiriiiiiiHiiiiiiHiiH 7

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1963 | | pagina 7