Padjadjaran of Soenda,
het laatste Hindoerijk van West-Java. A.D. 1333-±1524
„INGET MATI" „AD PATRES"
Fa. Johs. Ouwejan Zn.
Gijsbert Johannes Ernst (Paatje) Versteegh
Wanneer het Soenda rijk Padjadjaran1)
ontstond heeft men niet met zekerheid kun
nen vaststellen, maar wel in welk jaar de
kraton Pakoean Padjadjaran werd gesticht:
in Sjaka 1255 A.D. 1333.
Dit stichtingsjaar wordt n.l. vermeld op de
bekende batatoelis of beschreven steen, die
in Batoetoelis nabij Bogor (Buitenzorg) werd
gevonden en al in de Compagnies tijd bij de
Nederlanders vermaard was.
Reeds in 1918 schreef J. W. E. de Ruiter
over „Hindoe Oudheden nabij Buitenzorg",
met een 8 tal afbeeldingen van beschreven
stenen en beelden, naar foto's van F. von
Bartheld, mil. opz. Top. Dienst, in Jaarboek
T.D. 1918.
Het jaartal op de batoetoelis luidt panda
(pantja (5) - pandawa (5) - ngamban (2) -
boemi (1), welke tjandra sengkala vertaald
betekent 5-pandawa - dragen - aarde of
Sjaka 1255 A.D. 1333.
Over het cijfer van de honderdtallen in het
chronogram zijn heel wat pennen in bewe
ging, gekomen, om er enkele te noemen,
behalve de Ruiter, C. M. Pleyte, Dr. Holle,
Prof. Dr. H. Kern, Dr. Hoesein Djajadinin-
grat, R. M. Poerbatjaraka en Prof. Dr. N. J.
Krom2).
Allen hebben getracht dit cijfer vast te
stellen, tot het tenslotte een 2 werd voor
„ngemban" of dragen, volgens de opvatting
van Poerbatjaraka.
„Naar het ons voor komt heeft de opvatting
van Poerbatjaraka, dat het woord in kwestie
ngemban luidt en de cijferwaarde 2 heeft
nog de meeste kans juist te zijn, en zolang
geen tegenbewijs wordt geleverd, menen
wij te mogen aannemen, dat de steen is
gedateerd 1255 Sjaka, d.i. 1333".
Aldlus Prof. Krom, waarbij hij in een noot
verwijst naar een woord met gelijke beteke
nis als ngemban n.l. ananggoeng of dragen
door 2 personen, in een tjandra sengkala in
de Nagarakertagama.
De Balische tjandra sengkala „segara (4) -
naggung (2) - boemi (1)" of Sjaka 124 staat
bij het legendarisch ontstaan van de „sega-
re roepek" zee-engte of straat Bali, maar
ook bij de scheiding der eilanden Java en
Madoera en volgens de Oud-Jav. tjandra
sengkala was dit in „samoedra 4) - anang
goeng (2) - boemi (1)" of Sjaka 124 A.D.
202(3).
Deze oude legende (Nagaraktertagama (Z.
15:2) leeft op Bali nog steeds voort in het
oude lontargeschrift Pamentjangah Ngoerah
Sidemen4).
Als stichter van Pakoean Padjadjaran wordt
op de batoetoelis (in de Keramat Embah
Batoetoelis) genoemd Ratoe Poerana, die
"lil
Begrafenis-
en Crematie-Onderneming J
Opgericht 1924
ROUWKAMERS
en ONTVANGKAMERS
AIRCONDITIONED
Kantoren: Fred. Hendriklaan 7
Den Haag, Tel. 070-556427 (3 lijnen)
gewijd heette Prabhoe Goeroe Dewatasrana
of Sjri Badoega Maharadja.
Wat de val van Padjadjaran betreft, een
Javaanse traditie stelt deze in Sjaka 1300
A.D. 1378s) en in één Zuid-Balische tj. s.
vond ik die vermeld in Sjaka 1761 A.D.
1839; vermoedelijk zijn beide jaartallen ver
minkt.
De hierboven genoemde vorst van Padjad
jaran, Maharadja, sneuvelde, als vermeld in
Pararaton en Kidoeng Soenda, in de strijd
van Boebat bij Madjapahit, met zijn dochter,
de voor Koning Hajam Woeroek van Madja
pahit bestemde bruid en met zijn ridders en
dienaren, tegen het leger van deze koning,
in Sjaka 1279 A.D. 1357.
Deze Sjri Badoega Maharadja was echter
niet de laatste Padjdjaran vorst. Na hem
wordt nog genoemd de vorst van Soenda,
Sangiang, volgens de Portugezen, in 1522.
Hij sneuvelde toen tegen de Mohammeda
nen van Banten of Bantam.
Padjadjaran werd kort daarna, tussen 1522
en 1526, veroverd door een Islamiet uit
Pasei (Atjeh) die van daar in 1521 was
gevlucht voor de Portugezen met behulp
van de vorst van Demak. Deze Faletahan,
aldus genoemd door de Portugezen, re
geerde over Bantam, in naam van Demak.
Hij werd later bekend als Soenan Goenoeng
Djati, de laatste der wali's of Islampredikers
van Java, die op hoge leeftijd in A.D. 1570
te Tjirebon stierf, en daar ook werd begra
ven in kampong Astana op de Djatiberg7).
Pakoean Padjadjaran viel de Mohamme
danen pas enige jaren na 1570 in handen.
Op 10 december 1963 overleed, na
een langdurig lijden, onze lieve broer,
zwager en oom
AUKE CORNELIS SONNEGA
tot 1958: kunstschilder op Bali
op de leeftijd van 53 jaar.
Uit aller naam:
A. A. Kellermann-Sonnega
Ede
De teraardebestelling heeft plaats
gevonden op 13 december 1963 op
de Begraafplaats „Den en Rust" te
Bilthoven.
In een der havenplaatsen van Padjadjaran,
lag aan de Tjiliwoengmonding Soenda Kela-
pa, dat sedert 1527 onder Banten, Djajakarta
of Djakatra heet, na 1619 Batavia of Betawi
en nu Djakarta8).
Ermelo, 7 november 1963
L. C. HEYTING Th. Zn.
1) Lang vóór Padjadran bestond in West-Java het
oude Hindoerijk Taroemanagara, vermoedelijk in
het stroomgebied van de Tji Taroema, waarvan
de vorst Poernawarman bekend werd door zijn
oorkonden op steen (begin 5e eeuw A. D.).
2) Dr. N. J. Krom, HindoeJavaansche Geschiedenis,
2e dr. 1931 bi. 404-405.
3) Zo vond ik in 1932 dit ontstaan van straat Bali
vermeld in verschillende tjandra sengkala-lijsten,
die ik omstreeks 1920 op Bali verzamelde. Zie
ook Notulen Bat. Gen. 1923 bl. 297 en Krom,
H. J. G. bl. 146 n. 4. „Emban" vindt men ook in
de Pararaton (25 33) als persoonsnaam van een
patih in Sjaka 1238, gezel van Nambi in Loema-
djang (Oost-java). „Wanggoeng" vond ik ook
voor 2 „in een andere tj, s. uit Z.-Bali nl.
„Babad roendah Wilatikta" Madjapahit)-nang-
goeng (2) - goenoeng (7) - andjala (4) - sasih (1)
Sjaka 1472 of A.D. 1550. Toen viel Madja
pahit.
4) Tijdschr. B.G. 1859 bl. 69.
5) Sir Stamford Raffles, History of Java, dl. II 2nd
ed. 1830 bl. 257.
6) Krom H. J. G. bl. 462.
7) Dr H. J. de Graaf, Geschiedenis van Indonesië,
1949 bl. 93.
8) Bovenstaand opstelletje schreef ik n.a.v. een art.
van „J.C.H." in Tong-Tong 30-4-1963, nr. 20, bl.
10, waarin helaas geen bronvermelding van tekst
en foto's van de 3 afgebeelde batoetoelis.
Met droefheid geef ik hierbij kennis
van het overlijden van mijn broer
A. W. F. DE JONG
(Guus alias „Gie")
op 23 december j.l. in de ouderdom
van 68 jaar.
G. L. de Jong (Toddy)
Den Haag, L. v. Meerdervoort 1567.
Tot onze diepe droefheid overleed
onze lieve Echtgenote, Moeder,
Dochter, Behuwddochter, Zuster, Be
huwdzuster, Tante en Nicht
ADELAIDE WIJNHAMER,
geb. Griët
op de leeftijd van 42 jaar.
Namens allen:
W. F. Wijnhamer
Den Haag, 30 december 1963
Wolvenrade 124
Op 4 januari ging geheel onverwacht van ons heen, onze innig geliefde Vader,
Behuwdvader, Grootvader, Overgrootvader, Broeder, Behuwdbroeder en Oom,
Ridder in de Orde van Oranje Nassau,
in de ouderdom van 81 jaren.
Uit aller naam:
Ph. Versteegh
's-Gravenhage,
Ruimzicht 61
De teraardebestelling heeft woensdag 8 januari op „Nieuw Eykenduynen"
plaatsgevonden.
Géén bezoek.
Enige en algemene kennisgeving.
16