Anti
Veel, heel veel dank
Onlangs lazen wij in de rubriek „Dezer Dagen" van de NRC hoe gauw een bepaald slag
Europeanen het woord „anti-Europeaan" in de mond neemt om hen te signaleren, die er
andere ideeën op na houden dan de „grote rest". Volgens hen is b.v. De Gaulle zo'n anti-
Europeaan.
Natuurlijk (aldus de driestaredacteur van de
NRC), vinden we de Gaulle een verschrik
kelijke man. En het verschrikkelijkste van
alles is, dat hij precies doet wat hij altijd
gezegd heeft te zullen doen, terwijl wij er
allemaal van overtuigd waren dat hij dat,
uit eerbied voor Europa, niet zou doen.
Het is hoogst onfatsoenlijk van de Gaulle
dat hij zich niet laat inkapselen door de
E.E.G., dat hij het verdrag van Rome niet als
instrument van zo'n inkapselingspolitiek tot
zijn recht laat komen, dat hij daarentegen
erop uit is de E.E.G. tot een instrument van
z ij n politiek te maken.
Dat zijn allemaal strepen door onze reke
ning, die we diep betreuren. Maar dat geeft
de mensen die altijd tegen die mogelijkheid
hebben gewaarschuwd, nog niet het recht
om hun mond open te doen! Neen, die blijve
dichtgeplakt met het etiket „anti-Europees".
Dat verschijnsel is overigens voor ons niet
nieuw. Hoe vaak hebben wij de kreet „Anti-
Nederlander!" niet horen opgaan als wij
dingen zeiden, die „men" niet lustte. Wel
makkelijk zo: een moeilijke discussie (die
historische kennis en algemene ontwikke
ling eist) wordt lekker afgesneden en je
hebt in een wip „de publieke opinie" mee.
Contateer dat iets bij een ander volk beter
is dan bij ons en je bent anti-Nederlander.
Noem het weer slecht (i.pl.v. fris) en je bent
anti-Nederlander. Blijf waakzaam voor het
vele goede dat Indonesië in de toekomst
blijft bieden (in bladen als Fin.-Dagblad en
NRC staan herhaaldelijk zulke beschou
wingen) en je bent anti-Nederlander. Noem
jezelf Indo(-Europeaan) en je bent anti-
Nederlander, enz. enz. enz.
Zulke signaleringen hebben ons leven node
loos zuur gemaakt en veel ontwikkeling van
diepere inzichten en nuttige ideeën geremd.
Meer dan dat: ze hebben tweedracht ver
oorzaakt en discriminatie en dat is alle
maal inderdaad on-Europees. Wij zeggen:
thuishorend in barbaarse en totalitaire
samenlevingen.
Eén van deze onverdraagzaamheden heeft
de naam Indo volkomen nodeloos en on
rechtmatig in discrediet gebracht. Een koel
historisch onderzoek van feiten wijst uit,
dat de naam (en hoedanigheid) Indo-Euro
peaan de enige is voor burgers van Euro
pese en Indonesische afkomst in het voor
malige Ned. Oost Indië, die door de Ned.
Regering officieel is geaccepteerd en er
kend, deels door goedkeuring van de sta
tuten van het Indo Europees Verbond
(ordonnantie 7 okt. 1919), deels door be
schikbaarstelling voor vertegenwoordigers
van dit verbond van zes zetels in de Volks
raad. Sindsdien heeft geen enkele andere
Indische groep zoveel gedaan voor het
verhogen van het levenspeil, de educatie en
de maatschappelijk-politieke positie van de
Indo als dit verbond. Alles wat de Indo
sinds „De Paria van Glodok" in de wereld
gewonnen heeft, heeft hij te danken aan het
verbond dat deze naam Indo instelde. Na
vier eeuwen van verwaarloosd leven onder
tai van (vaak kwetsende en vernederende)
bijnamen was Indo de eerste naam, die
maatschappelijke en morele opheffing gaf.
Het was een naam die met eer en trots
gevoerd werd en de Indo heeft zijn offer
van trouw aan de Nederlandse Staat ge
bracht met tienduizenden doden in de
Japanse oorlog en de bersiaptijd.
So what's wrong? Bestaat de naam niet
meer omdat het IEV opgehouden heeft als
zodanig te bestaan? Daarmee wordt een
naam niet uit de historie weggewist. De
Hugenoten zijn blijven bestaan, de Joden
ondanks 2000 jaren zonder vaderland, de
Lithauers, de Armeniërs en vele andere
verdreven en vervolgde volksgroepen. Wat
essentieel goed is en van eervolle tradities
vervuld in een naam en geaardheid, wordt
zelfs versterkt en gelouterd door geschimp
en verdachtmaking. En wordt in latere de
cennia vaak grote algemene achting deel
achtig.
Ondertussen echter is er verdeeldheid en
twist gezaaid en is de integratie van een
som nuttige waarden tegengewerkt. Is dat
Europees? Is dat Nederlands? Ik meende
dat gastvrijheid aan verdreven volksgroe
pen met behoud van naam, religie, zeden
en gewoonten een waarlijk Nederlandse
|iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii:iiiiiiiiii!iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii!I!iiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii|
Hoe worden deze laatste donkere j
I dagen van het jaar voor ons verlicht
door alle goede gaven die U, lezers
I en lezeressen, ons toestuurt!
1 We zijn waren allemaal een j
1 beetje moe, een gedeelte van ons j
1 loopt met traanogen en snuffelneu-
1 zen en nu komen er goede wensen,
1 girotjes met EXTRA giften en bemoe-
1 digende brieven binnen. Dit maakt
1 ons blij en dankbaar en U bezorgt
ons allen hiermee een prettig jaar- J
einde en moed en vertrouwen voor 1
het komende jaar, waar we alweer 14
dagen inzitten als U dit leest.
1 Namens alle medewerkers van Tong-
1 Tong zeg ik U heel hartelijk dank op fj
1 deze plaats.
1 Niet boos zijn ja dat we U niet een
I persoonlijk briefje schrijven? We heb-
1 ben het nog steeds tamelijk druk.
IDA VAN KOETSVELD j
inninininnminimiinmul
karakteristiek was van grote allure en dat
Nederland daardoor in vele eeuwen een
baken is geweest in Europese onverdraag
zaamheid...
Het is goed dat wij het woord „anti" niet te
gauw in onze mond nemen en dat wij beter
h „pro" in zijn beste reputatie hoog
I uden. Wij voorkomen daarmee veel leed,
mtwikkelen bredere visie en verijijken onze
maatschappij. Daarvoor zijn we toch ook
iezer van Tong-Tong, nietwaar? T. R.
Een foto uit de oude doos, In een oude soos. Waarop we zien hoe na afloop van de fuif waarmee het
bestuur van de aloude soos Phoenix te Cheribon op 27 december 1927 zijn scheidende president uitfoof,
dit college het nog eens dunnetjes overdeed. En met de instrumenten van het reeds lang ter ruste gegane
bandje een soort afscheidsmars ten beste gaf.
De opmerkzame beschouwer herkent in de man met de luit natuurlijk onze heer Jiskoot (voorzitter van de
Stichting TONG-TONG) de scheidende praeses. Enkele andere muzikanten zijn, van links naar rechts,
de heren Driessen, directeur van een mestfabriek, dokter Wiers en de violist P. A. W. A. Renardel de
Lavalette. De onthalsde lege bierfles onder het tafeltje spreekt voor zichzelf. H. B.
5