De handelsbetrekkingen met Indonesië SIM AVI Sinds ons laatste artikel over deze materie (T.T. no. 10) is er een versnelling opgetre den, welke niet anders dan verheugend is. Allereerst dan iets over de politieke toe stand. Waarnemers in Djakarta zijn van oordeel dat Soekarno met zijn jongste kabinetsreorganisatie een halt heeft willen toeroepen aan de ambitie van de strijd krachten en van de communisten en daar tegenover mensen van het „midden" naar voren heeft geschoven. Indien deze mensen hun positie van het „midden" kunnen hand haven en tot gelding brengen, kan dit slechts verheugend zijn, voor onze ver wachtingen. Buitenlandse credieten Een bijzondere commissie van de Indo nesische regering heeft in beginsel 14 buitenlandse inschrijvingen aanvaard voor de uitvoering van verschillende projecten, met een totale waarde van 105 miljoen dol lar. Er zullen credieten worden beschikbaar gesteld, die zullen dienen om de verhoogde opbrengst aan te wenden ter afbetaling van deze leningen. Naar de verwachting zullen de buitenlandse credietgevers binnenkort beginnen met de bouw van een suiker fabriek, moderne uitrusting voor de vis vangst, een bedrijf voor de verwerking van palmolie, kleine scheepswerven, houtzage rijen, een fabriek voor de verwerking van cocosolie, alsmede tinraffinage-apparatuur en idem voor nikkel. De Indonesische rege ring zal garant staan voor de roepiahs, die nodig zijn voor de uitvoering van de pro jecten. Bevolkingsrubber De Indonesische handelsdelegatie heeft bij monde van haar voorzitter, Z.E. Kolonel Achmed Yusuf, verklaard, dat Indonesië streeft naar de oprichting van een Neder lands-Indonesische maatschappij voor de verkoop van Indon. bevolkingsprodukten. Het is zeer waarschijnlijk dat de Indon. handelsdelegatie een figuur voor de ogen staat, welke gelijkenis vertoont met de Duits-Indonesische maatschappij te Ham burg, Indoham, die gevormd werd door een vijftal Duitse handelshuizen en de P.P.N.- Baru (Gouvernementslandbouwbedrijven) voor de verkoop van Indonesische onder- nemingsprodukten. Het feit dat de Indonesische ambassadeur in Washington, mr. Zairin Zain, het nuttig heeft geacht om gedurende de aanwezig heid van de Indon. handelsdelegatie naar Nederland over te komen, wijst in deze richting, daar hij destijds als Indon. ambas sadeur in Bonn veel tot de oprichting van de Deutsch-lndonesische Tabaks Handels- gesellschaft in Bremen en in Hamburg heeft bijgedragen tussen deze joint-ventures" en door de Indon. voorgestelde Ned.-Indon. maatschappij treden echter al direct ver schillen aan het licht. Immers, de Duits- Indon. maatschappijen hebben ten doel de veiling en/of verkoop van de z.g. onder- nemingsprodukten, en het is voorshands niet de bedoeling van Indonesië om de ver koop daarvan aan de Duitse maatschappijen te onttrekken. Het mag daarom als vrij zeker worden aangenomen dat de voorgestelde Nederl.-Indon. maatschappij z.g. bevolkings produkten zal verhandelen, zoals bevol kingsrubber (natte slabs), peper, kopra, rotan, gommen en harsen en andere bos- produkten. Het lijkt verder niet waarschijn lijk, dat het de bedoeling zal zijn om bij voorbeeld kopra door een joint-enterprise te doen verhandelen. Indonesië heeft tot aan 1958 op zeer verdienstelijke wijze de kopraopkoop centraal kunnen doen en daar mede als z.g. single-seller dit produkt ge makkelijk kunnen afzetten. De opkoop en export van kopra berust thans in handen van twee staatshandelsondernemingen, maar de opkoop geschiedt nog niet geheel naar wens, maar dit betekent helemaal niet dat daarvoor een jointenterprise noodzakelijk zou zijn. Er blijven dus nog maar weinig produkten over, wanneer men peper, door het zeer bijzondere karakter van de produktie, zou uitsluiten en rotan eveneens, waarvan men vertelt, dat deze ondergebracht zou worden bij een Duitse combinatie. Toch is de Indo nesische suggestie niet oninteressant. Op dit ogenblik bestaat tussen de Indon. regering en de Zwitserse „Société Générale de Surveillance een Indonesische belangen gemeenschap in de vorm van een 51-49% participatie in een Indon. maatschappij. Aan de oprichting daarvan heeft de heer J. Ver hagen, directeur van de Internationale Con trole Mij te Rotterdam, destijds achter de schermen een belangrijk aandeel gehad. Er zou dus ook meer aandacht kunnen worden besteed aan de vorming van „joint enterprises". Nederland bezit op dit gebied maatschappijen en deskundigen, die zeker in een dergelijke situatie belang zullen stellen, bijv. Pakhuismeesteren voor thee, palmolie, rubber, latex etc. etc. Het is immers van bijzonder groot belang, dat de bemonstering en controle bij afscheep het vertrouwen heeft van de kopers. KJCPL KPM De K.J.C.P.L. heeft goede hoop, dat met het herstel van de goede betrekkingen met Indonesië voor haar en de K.P.M. gaande weg nieuwe ontwikkelingskansen komen in de Archipel. Dat vertrouwen werd tijdens de officiële proefvaart op de Noordzee van de 12.000 tons dw vrachtvaarder „Straat Frank lin", gebouwd bij Verolme, uitgesproken door de heer L. Speelman, directeur van de KJCPL. „Wij zijn zeer geïnteresseerd en zien vooral mogelijkheden in nieuwe ver bindingen tussen Indonesië en Zuid- Amerika, Australië, Afrika, China, India en Pakistan. Het tempo, waarmede e.e.a. kan worden gerealiseerd zal echter langzaam zijn". Reeds hebben beide rederijen rechtstreeks contact met de Indonesische autoriteiten en het eerste resultaat hiervan is het char teren door de Indonesische regering van het KPM-schip „Keerkring". Het contract werd kortgeleden getekend. Indonesië heeft duidelijk behoefte aan scheepsruimte. Wel is de rol van beide scheepvaartmaatschap pijen in de afgelopen jaren grotendeels overgenomen door Britse, Japanse en Simavi, bij de meesten van U welbekend, is nog altijd springlevend. Haar werkgebied is grotendeels verplaatst. In Suriname, India, Pakistan, Nigeria en Cameroen is de medische nood nog altijd ontstellend groot en hier helpt Simavi door de benodigde geneesmiddelen en instrumenten te sturen. Van 27 januari tot 2 februari zal in Den Haag de jaarlijkse collecte gehouden wor den. Zoudt U willen helpen door een huis aan huis collecte in uw eigen straat? U kunt U hiervoor opgeven bij: Mevrouw K. Guépin-Schlesinger Van Aerssenstraat 269 Den Haag Tel. 55 87 98. Deense scheepvaartmaatschappijen, maar het grote pluspunt voor de Nederlanders is hun materiaal, dat bewust is afgestemd op de vaart tussen de Indonesische eilanden en de buitenwereld. In tegenstelling tot andere Nederlandse rederijen, die zich door andere contracten in het Verre Oosten in zekere mate hebben gebonden, is er voor de KJCPL geen enkele belemmering de diensten op Indonesië te hernieuwen. Nieuw emplooi was gevonden in passagiersvervoer tussen Australië en Japan. Onder de aan Indonesië ter beschikking gestelde kredieten van 2 x 25 min gld. kun nen geen buitenl. goederen naar Indonesië worden verscheept. Het crediet is uitslui tend beschikbaar voor de betaling van Nederlandse goederen en diensten. In het bulletin wordt uiteengezet welke formali teiten de Nederlandse importeur, of expor teur of transito-handelaar moet vervullen voordat hij een transactie met Indonesië kan afsluiten. De invoer van goederen uit Indonesië met uitzondering van die welke voorkomen op de lijsten behorende bij de invoerbeschikking 1963 kan zonder ver gunning geschieden als de bemaling plaats vindt in bi-laterale guldens. Aangezien Indo nesië voor exporten naar Nederland in het algemeen geen bi-laterale guldens accep teert, moet men bij de CDIU of een produkt- schap een deviezen vergunning (formulier IDV) aanvragen. Daarvoor moet een aan vraag per formulier IAV worden ingediend, vergezeld van een afzonderlijk schrijven, waarin wordt verzocht om vergunning voor betaling in convertibele valuta. Dit kunnen dus ook convertibele guldens zijn. De uit voer van goederen naar Indonesië kan m.u.v. goederen voorkomende op de lijsten behorende bij de Uitvoerbeschikking 1963 vergunningsvrij geschieden. De betaling vindt plaats hetzij in bi-laterale guldens, hetzij in convertibele valuta. Voor beiden moet een formulier B worden overlegd. (Lees verder pag. 17) 9

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1964 | | pagina 9