Lebaran-gedachten DE NIEUWE LETTER Wat gaat de tijd toch snel. Een jaar geleden kon Nederland alleen nog knarsetanden als het aan Indonesië dacht. Nu zijn de diplomatieke betrekkingen hersteld en weliswaar vormt het Indonesia-Malaysia-conflict een donkere wolk aan de horizon, maar de weg naar construc tieve samenwerking tussen beide volken ligt tenminste weer open. In ruimer verband is de Europese en zelfs wereld-politiek t.a.v. Oost-Azië ook grondig veranderd nu Frankrijk communistisch China heeft erkend, Nederland er ook al een handelsmissie heeft heen- gestuurd en zeker vele andere naties in dit voetspoor zullen volgen. Het merkwaardige blijft dat zelfs de knapste journalisten en diplomaten niet verder kun nen zien dan deze eerste verandering (en hoogstwaarschijnlijk missen de meeste zelfs de essentiële betekenis van de verandering). Als voor Job blijft „onze weg toegemuurd en is duisternis over onze paden geleid." Er schijnt een eind gekomen te zijn aan de beheersing van de wereld door twee ideolo gieën (democratie en communisme) door twee machten (Amerika en Rusland). Zou immers het herstel van diplomatieke betrek kingen tussen Frankrijk en Rood China ooit leiden tot een positieve alliantie, dan is met China's miljoenen-legers en Frankrijks atoombom een nieuwe macht geschapen van ontzagelijke allure*). En ook al zou het zover (vooreerst) niet gaan, een nieuw stel sel van markt- en valuta-verhoudingen is zeker op til, als een vaste handel ontstaat tussen Rood-China en vele thans nog uit sluitend aan Rusland of Amerika verbonden handelsgebieden. Alweer is een situatie ontstaan, waarin maar zeer weinigen het tempo van de moderne tijd kunnen bijhouden. Toekomstverwachtin gen zijn speculatiever geworden dan ooit. Staatsleiders als De Gaulle en Mao zijn mensen met een formidabele intelligentie en wilskracht. En zelfs „mindere goden" als Nasser, Soekarno en Castro kunnen de wereld telkens voor nieuwe „schaakposi ties" stellen, waarbij het „mat" om het hoekje van de deur wacht. Aan de andere kant heeft Nehru niet kunnen opbrengen wat van hem verwacht wordt, de „slapende reus" Brazilië schijnt aan de drempel te staan van een economische catastrophe (en niemand weet wat de politieke gevolgen ervan zullen zijn). De naakte Arabische woestijn is olie-macht nomor satoe gewor den. „Nakaarters" in Nederland kunnen slechts machteloos betreuren dat niet vroeger de basis gelegd is kunnen worden tussen een begripsvol samengaan van het Nederlandse en Indonesische volk, waardoor nu een sterke macht had kunnen bestaan van Nederland's commerciële en industriële ver mogens en „Het Vijfde Volk ter wereld." In het kleine Hollandje is Zwolsman een Gar- gantua geworden, doodgewoon door gebrek aan „wereldruim". Als wij in de historie teruggaan, merken wij dat „super-kolonia len" als Raffles en Coen hun tijd eigenlijk vér vooruit waren in hun conceptie van Pacific-Asia" als sleutelpositie tot reëele machtsverhoudingen. Nogmaals: de tijd gaat veel sneller dan ons waarnemingsvermogen kan bijhouden. Ik schrijf dit artikel op 27 januari en als het geplaatst wordt in Tong-Tong kunnen zich reeds radicale veranderingen voltrokken hebben. Ons gedachten-tempo is eigenlijk nog steeds dat van het Oude Europa. Ver diept in ons verleden en verknocht (of vast gespijkerd) aan oude normen, worden wij „uitgerangeerd" voor we het in de gaten hebben. Het is net als met de straatnaambordjes in Amerika: even klein als in Europa (dat nog steeds ingesteld is op voetgangers en wiel- rijdersverkeer) en dus niet meer leesbaar voor automobilisten (en heel Amerika rijdt auto), die zich in veel groter tempo voort bewegen. Gevolg: altijd de zijstraat missen waar je in moet. Zolang je het gebied kent, waarin je rijdt is zelfs een vluchtige blik op een onduidelijk bordje in het donker vol doende, maar in een onbekend gebied (en Azië IS onbekend gebeid voor de Euro peaan) kunnen wij tijdrovende en zelfs fatale fouten maken. In onze politiek en algemene kijk op wereld situaties, bij ons versneld tempo dat vaak van buiten opgedrongen wordt, oriënteren we ons niet nog veel te veel met hopeloos verouderde maatstaven? Voor velen van ons is Frankrijk nog steeds „verlof-Frankrijk": Parijs, Pigalle, cultuur, maar kennen wij Frankrijk? Het economische en politieke? Voor velen van ons is Indonesië nog steeds „koloniaal Indië met achterlijke „Inlanders"". Egypte is Port Said (Simon Arzt, dubbeltjes duikers). Amerika: dollars, gangsters, film sterren. Enz., enz. BIJ DE VOORPLAAT: I Een maand lang, tijdens de Poeasa, heb- ben zij vrijwillig afstand gedaan van het J „automatisch recht" op maaltijden, en met een lege maag beter gerealiseerd dat Brood evenals het Leven een Genade T is. Dus is de eerste maaltijd na de J Poeasa, de Lebaran-selamatan, een feest van inzicht, genade en dankbaarheid. Kunnen we er nog wel bij, hier in het Westen? Nochtans: ook uit de verte i wensen wij het volk dat wij eeuwen lang j J ivaardeerden, een gelukkige Lebaran en t een voorspoedig nieuw jaar toe! T TJALIE ROBINSON J Het is leuk de serie artikelen van Eijkel- boom in het linkse Vrij Nederland te lezen (is het nieuwe links in Holland nog wel hetzelfde als het oude links?). Van de oude hatelijke anti's tegen het „kolonialis me" en zijn dragers is soms niets meer te vinden. We lezen b.v.: Het tropische eilandenrijk heeft onze recht zinnige kooplieden en onkreukbare ambtenaren altijd onweerstaanbaar aangetrokken." Ah, men zal misschien nog blijven volhou den dat er heel wat dieven en uitzuigers waren onder de handelaren en knoeiers en onderdrukkers onder de ambtenaren, maar in elk geval wordt nu het bestaan van rechtzinnige kooplieden en onkreukbare ambtenaren volmondig erkend! Wat de geest van de Indischman betreft (de wijdere, ruimere, waar wij in Tong-Tong met trots van durven te getuigen), zegt Eijkel- boom: Het was eerder zo dat een in ons calvinistisch klimaat verschrompeld deel van de ziel plotse ling een bodem vond, waar het weliger kon tieren dan de hele rest van de persoon Over de door ons gewaardeerde levens houding van de Indonesiër van onbezorgd heid en levensvreugde: „...vraagt men zich af hoe men in deze maand, deze week, deze dag nu weer aan de kost zal kunnen komen, overigens zonder het zorgelijke gezicht, waarmee de noorderling zelfs zijn pleziertjes ondergaat." En t.a.v. de juiste kijk op het leven in Indo nesië: „Elk Indonesisch overzicht moet gecompleteerd worden met de beschrijving van een vaak moeilijk te vatten atmosfeer." Ah zo, een moeilijk te vatten atmosfeer. De „pappot-maatjes" van Nederland gaan dus NIET altijd op. „There are more things in Indonesia, dear Dutchman, than you dreamt of in your philosophy!,, En nu zit Eijkelboom nog maar kort in Indië! Nog vijf jaar en hij is geschikt om redacteur te zijn van Tong- Tong en zal hij bij ommekomst in Nederland met mensen als Meyer Ranneft, Gerke, Ritman en vele lezers van Tong-Tong be gripsvoller en plezieriger praten dan met velen van zijn eigen partij. ■k Wij Tong-Tongers mogen dan fouten ge maakt hebben in het verleden; wij mogen dan nog vaak minder juiste opvattingen heb ben van het nieuwe Indonesië (dat wij tien (Lees verder pag. 19) n[IINIIIIIIIIilNII!i:::!!lllllllllll!ll!!inilllllllllll!llllllllll!lli:['.::Mill!!l!l!lllll!lll!lll!llllillll!lll!lll!lllll!llllllllllllllllllllll!llllllllllllllllllllllllllllllllll!llllllllllllllllll!Ullllil!!!llllillllllllllllllllll!lilllil!!ni:ii:illllllllll!lllllllilll!ini I Tong-Ton is het nieuwe jaar begonnen met de inlossing van een oude belofte: dat we dit blad zouden drukken in een grotere letter ten gerieve van onze oudere lezers. 1 1 Hiermee verliezen we zeker een paar kolommen aan inhoud, maar we vertrouwen erop dat we aan de andere kant weer zoveel abonnees terugwinnen (die „wegens slechte ogen" bedankten), dat we in een later stadium misschien weer een paar extra pagina's kunnen geven. 1 Laat ons jongeren deze technische maatregel goed begrijpen. Wij worden allemaal s I ouder en onze ogen worden slechter. Vroeger of later zullen we blij zijn dat we 1 I Tong-Tong gemakkelijker kunnen lezen dan de krant, zodat we langer kunnen blijven j meedoen. Ook de jongeren behoren tot „De Laatste Garde", al zien ze het nu nog niet zo. Dat deze Garde zeer lang mag blijven leven en met deze nieuwe letter Tong-Tong J 1 kan blijven dienen opdat een eervolle traditie van „De Tropische Nederlander" zo lang mogelijk hoog gehouden blijft! 3

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1964 | | pagina 3