m
r
Wat Njoek, het apenjong beleefde
VOOR ONZE
BIBIT
Tante Mieke
De Kinderkaravaan
V J
#W*« I
Njoek, het brutale apenjong, dat altijd alles
wilde weten, zien en proberen, was na een
tocht met veel belevenissen bij de familie
Kalong terecht gekomen. Hij had er de nacht
doorgebracht net als de kinderkalonkjes
veilig beschermd door de vlerken van vader
en moederkalong. Kalongs hangen altijd
met twee scherpe teennageltjes aan een
tak, met de koppen omlaag. De jongen
hangen aan het lichaam van de ouders en
Njoek als logé mocht met het ene kalong-
jong samen bij de moeder hangen. Hij was
echter niet gewend om ondersteboven te
hangen, dus draaide hij zich om, zodat zijn
kopje tenminste omhoog kwam. De kalongs
vonden hem wel een beetje eigenwijs, maar
ze lieten het maar zo en zeiden er zelfs
niets van. Ze hadden te veel medelijden
met het verdwaalde aapje. Njoek had heer
lijk geslapen en was de andere ochtend
gelijk met het kalonggezin wakker gewor
den. Hij kon zich nu niet meer voorstellen,
dat hij zich de vorige avond zo verdrietig
en klein had gevoeld. Nu had hij weer de
grootste praats, want eigenlijk schaamde hij
zich een beetje. Hij was immers Njoek, die
nergens bang voor was, die alles durfde en
door zijn vriendjes bewonderd werd om
alles wat hij deed. Maar ja, dat was het
juist; zijn vriendjes en zijn vader en moeder
en de hele familie, ja het hele grote woud
waar hij zo gelukkig leefde, daar verlangde
hij hoe langer hoe meer naar.
,,lk moet naar huis", zei hij tegen de ka
longs. ,,lk ben veel te lang weggeweest.
Mijn ouders denken vast, dat de tijger ons
drietjes heeft opgegeten, mij en Grrrrrr en
Uh-Uh. Die moet ik nou het eerst gaan
opzoeken, want ze durven immers niet
alleen uit het ravijn te klimmen. U wordt
allemaal hartelijk bedankt voor alle goeie
zorgen. Dag lieve kalongs". En vrolijk en
welgemoed stapte Njoek van de kalongs
weg. De moederkalong riep hem nog be
zorgd na: „Je moet eerst eens stevig ont
bijten voordat je op reis gaat, hoor. Als je
daar langs die grote oude holle boom gaat,
zul je gauw bij een hoog grasland komen, en
daarachter heb je een bananentuin, daar
kun je je buikje dik eten. Het ga je goed,
apenkind. En loop nooit meer weg van je
moeder".
Njoek grijnsde, en slingerde zich de kant
uit van het beloofde bananenbosje. Hij
moest zich eerst met moeite door het hoge
gras heenworstelen. Het groeide hoog
boven zijn koppetje uit, hij kon er niet over
heen zien, en dus zag hij ook niet welke
richting hij nam. Af en toe sprong hij dan
maar een flink eind omhoog, zodat hij even
een glimp van de omgeving zag. Hier en
daar ving hij een slapende krekel, die hij
met huid en haar verorberde. Eenmaal strui
kelde hij bijna over een kleine slang, die
14
net zo hard schrok als hij en verschrikkelijk
begon te sissen in Njoek's richting. Njoek
blies kwaad terug en sprong behendig een
andere kant uit. Eindelijk hield het hoge
gras op. Njoek liep met grote sprongen
naar de bananentuin heen. Maar juist toen
hij in de eerste de beste bananenboom
wilde klimmen zag hij iets vreemds vlak bij
hem op de grond. Het was een stuk pisang-
stam, dus een afgekapt stuk van een
bananenboom, maar het lag ergens aan
vastgeprikt en dat vond Njoek juist zo raar.
Hier hangen ze met hun koppen naar beneden.
Dat zou óns wel duizelig maken.
Hij liep er met een boogje omheen. Iets
onder die stam vond hij wel bekend, maar
het was toch anders dan anders. Wat was
het toch? Ineens zag hij ook, dat die stam
die daar vast geprikt zat, een beetje be
woog. En toen hoorde hij ook een snikkend
stemmetje praten. „O, hoe krijg ik dat nare
ding van me af. Het is zo zwaar, ik kan me
niet bewegen, hoe kom ik van deze gevaar
lijke plek weg. Straks komen die mensen
jongens terug en dan is het te laat". En toen
Njoek nog eens extra goed keek, van heel
dichtbij, herkende hij een stekelvarkentje
onder het stuk boomstam. Nu moet je weten,
dat een bananenboomstam eigenlijk alleen
uit vezels en sappen bestaat, met maar een
heel dun schilletje er om heen, dat je
onmogelijk de bast kunt noemen. Je kunt er
gewoon met je nagel in kerven en dan komt
er vocht uit. Het is dus zacht.
En nu hebben de Indonesiërs de gewoonte
om op deze manier stekelvarkens te vangen:
een stuk bananenboomstam op hun stekels
te gooien, zodat ze niet weg kunnen.
Njoek bekeek het arme stekelvarken van
alle kanten.
„Waarom hebben ze dat gedaan?" vroeg hij
verwonderd.
„Ze willen mij opeten", snikte het gevangen
dier in doodsnood.
Toen ging Njoek aan het werk. Hij wrikte
en duwde aan de pisangstam. Eerst aan de
ene kant, toen aan de andere. Het stekel
varken begreep, dat het geholpen werd. Het
hield zich heel stil en gaf de raad: „Schud
maar eens flink aan de stam, het doet mij
wel pijn, maar hoe eerder de gaatjes wijder
worden, hoe eerder ik bevrijd zal zijn".
Njoek werkte als een kerel. En het lukte
hem werkelijk het stekelvarken te bevrijden.
Wat was het dier hem dankbaar. Het pro-
peerde eerst een paar keer om zijn prach
tige witte en zwarte stekels vlug neer en op
te zetten, wat een sterk riselend geluid
maakte. Toen piepte het een paar keer zijn
dankwoordjes tegen Njoek en verdween zo
snel als zijn korte pootjes het toelieten het
hoge grasland in.
Njoek bleef wat hijgend van de inspanning
op het stompje boomstam zitten, en krab
belde over zijn kleine apenkopje. Toen dacht
hij in de verte de vreemde mensentaal te
horen, deed vlug een sprong naar de
laagsthangende pisangtros, griste een grote
vrucht er af en verdween er mee achter
het stekelvarken aan in het metershoge
grasland. Daar was hij voorlopig veilig
De jongeren, die thuis een T.V. apparaat
hebben, zullen op 29 februari j.l. de
eerste zaterdag van de Boekenweek, de
jeugduitzending hebben gezien, waarin door
auteur, illustrator, uitgever, drukker en bin
der allerlei wetenswaardigs werd verteld
over de tot stand koming van een boek.
Het boek, waarnaar werd verwezen, was de
7e druk van het bekende werk „De Kinder
karavaan" van An van der Loeff.
Het feit dat dit boek zijn zevende druk
beleeft, is voldoende bewijs voor de graagte,
waarmede het gelezen wordt.
Jullie kunt dit boek bij ons bestellen voor de
prijs van 5,50. Vul de onderstaande bestel
bon maar in en Tong-Tong zorgt er voor,
dat jullie het boek per post wordt thuis
bezorgd.
BESTELBON
N.V. TONG-TONG
Prins Mauritslaan 36
DEN HAAG.
Stuur mij franco per post „DE KIN
DERKARAVAAN' van An van der
Loeff. De prijs ad 5,50 plus f 0,20
porto, dus totaal f 5,70
1) zend ik per postwissel.
2) stort ik op girorekening 6685 van
Tong-Tong, Den Haag.
Naam:
Adres:
Woonplaats: