„Zorgwekkend' Oude foto's en documenten van het I.E.V. (alle lezers lezen a.u.b.l) I ff In het „Financieel Dagblad" van 23 januari j.l. troffen wij een artikel aan over de „Zorg wekkende Positie" van de Nederlandse dagbladen, welke positie uitvoerig was uiteengezet in een nota van deze bladen aan de Regering. Zeer veel argumenten van de Nederlandse dagbladen gaan ook (en soms zelfs in sterkere mate) op voor periodieken en tijdschriften. Onze lezers, die geïnteresseerd zijn in de bestaanskansen van dit blad, zullen ondervol- gende beschouwing zeker moeten lezen. Als wij beginnen met de slotbeschouwing van het betrokken artikel, lezen wij dat de gemiddelde abonnementsprijs van dagbladen per week ongeveer 48 ct. bedroeg in 1952 tegen 64 ct. in 1962, dus een stijging van 33V3%, terwijl de omvang van de krant in die jaren is toegenomen met 117'/2 Hier, aldus de nota, is van een wanverhouding sprake, de abonnee betaalt gemiddeld niet meer dan de kosten van het bedrukte papier en de bezorging! Bekijken wij nu de positie van Tong-Tong, dan merken wij dat in de slechts zeven jaren van ons bestaan, de abonnementsprijs gestegen is van ongeveer 25 ct. per num mer tot ong. 60 ct. per nummer, een stijging weliswaar van 140%, maar daartegenover is de toename van de omvang van ons blad er één geweest van 4 pagina's tot 24, dus van vijf honderd procent! Technisch is er in deze getalsverhoudingen tussen dagbladen en Tong-Tong praktisch geen verschil, hetgeen bewijst dat de zake lijke opzet van dit blad niet slechter is dan van welk dagblad ook (wat velen denken). Naar algemene maatstaven is Tong-Tongs beleid goed geweest. Vergelijken wij echter onze algemene positie met die van de dagbladen dan blijkt onze positie veel moeilijker te zijn: met een op laag die aanzienlijk lager is dan die van het doorsnee dagblad (en met bovendien een beperkte afname-mogelijkheid) zonder enor me inkomsten uit advertenties en zonder het miljoenen-kapitaal waar de meeste dag bladen mee werken (en die flexibiliteit in slechte tijden mogelijk maakt). Tong-Tong is te vergelijken (tussen de grote dagbladen) met een kleine ambtenaar, die zijn budget beheren moet en vele malen omgekeerde dubbeltjes en zonder ooit „even opgelucht ademhalen". ALLE medewerkers aan Tong- Tong kunnen buiten gemakelijk méér ver dienen voor minder inspanning. Ons zelf standig bestaan is wél duur betaald daarom zijn we er ook trotser op! Hier volgen verder (bekort) een aantal ande re moeilijkheden van de dagbladbedrijven die min of meer ook voor Tong-Tong gelden: a. De zeer snel voortschrijdende ontwikkeling op het gebied van de techniek van het dagblad bedrijf. die voortdurend investeringen in nieu we apparatuur noodzakelijk maakt en die bovendien doet verwachten dat binnen afzien bare tijd veel thans bestaande apparatuur ver ouderd zal blijken te zijn. Op dit terrein zullen in de toekomst zeer grote investeringen nood zakelijk zijn, ook al in verband met de voor de pers onontkoombare eis van actualiteit. Bespa ringen zullen hieruit slechts in geringe mate kunnen resulteren. Dit argument gaat onverkort op voor Tong- Tong. Als we bovendien nagaan dat al deze technische zorgen bij dagbladen gedragen worden door een hele staf en bij Tong-Tong maar door één man, Rogier, die bovendien ook nog illustrator, fotograaf en algemene „planner" is, realiseert de lezer zich wel dat én van modernisering én uitbreiding én zelfs bezuiniging geen sprake kan zijn! b. De noodzaak om de redactionele voorlich ting voortdurend uit te breiden en aan te pas sen aan de steeds voortgaande ontwikkeling van onze maatschappij op economisch, politiek en cultureel terrein, en aan de steeds toene mende onderlinge afhankelijkheid van de we reld waarin wij leven. Ook op dit punt is Tong-Tong een „chroni sche armoelijder", want uitbreiding van ons stafje kunnen wij niet betalen, evenmin als vaste medewerkers. Daartegenover staat dat wij eigenlijk veel meer over moeten heb ben voor regelmatige artikelen over onze mooiste tradities, die echter geschreven moeten worden door experts die wij nooit betalen kunnen. Denk aan beschouwingen over agricultuur, handel, architectuur, oud heidkundig onderzoek, bestuur, etc. etc. Hiervoor zijn academici nodig met lange ervaring en op dit gebied zijn wij praktisch „overgeleverd aan liefdadigheid" want wie wil en kan werken voor niets? c. De noodzaak van steeds verdergaande spe cialisatie in de voorlichting, zonder welke het dagblad de huidige maatschappelijke ontwikke lingen niet zal kunnen volgen en weergeven. In zijn eenvoudigste technische vorm komt dit neer bij Tong-Tong op goede reportage: we moeten mensen de straat op sturen om allerlei „kandjengbesars" te interviewen of over te halen voor ons te schrijven. Maar we komen amper door ons kantooorwerk heen met ons stafje. Aan buitenwerk valt niet te dénken. d. De voortdurende stijging van lonen en ver betering van andere arbeidsvoorwaarden in alle sectoren van het bedrijf. Tot op zekere hoogte is dit voor ons geen zorg, want alle werkers voor Tong-Tong v/erken voor óf zeer weinig óf voor niets Maar er is toch wel een soort geweten dat aan de directie knaagt. Als wij eraan den ken dat op den duur in vele jaargangen een onbetaalbare schat aan documentair werk is verzameld, waarvan later historici, letter kundigen, ethnologen, etc. veel profijt zullen hebben, dan doet het toch wel pijn te besef fen dat voor deze schat schrikbarend weinig werd betaald aan „verzamelloon". e. De groeiende concurrentie van andere publi citeitsmedia. Spreekt vanzelf. Commentaren hierop heb ben we in de afgelopen jaren bij dozijnen gehad: voor hetzelfde geld koopt men zoveel pond méér. „Telegraaf" of filmsterren of algemene ontwikkeling. Na deze „parade" kunt U vermoedelijk alleen nog het hoofd schudden over twee constante (en nota bene diametraal tegen over elkaar staande) opinies over Tong- Tong, meer speciaal: Tjalie. 1. Tjalie is geen zakenman. Als zelfs dag bladkoningen (vaak uitmuntende zakenlie den) zó benard zijn, dat ze een nota moeten aanbieden aan de Regering, wat moet men dan van Tjalie verwachten? Méér dan zaken talent: een soort wonderdoenerschap! Blijf redelijk! ven met wat zout, wordt het gaar of half 2. Tong-Tong is „commercieel". Op de eerste plaats beseft men niet dat élke Onaf hankelijkheid (dus niet betaald worden uit club- of partijkassen) zó opgezet moet wor den dat men „zichzelf betaalt". Wie dit „commercieel" noemt, beseft het verschil niet tussen een publiciteitsbedrijf en b.v. een kruideniers- of bouwbedrijf, waar winst ma ken altijd nummer satoe blijft en men zelfs om regelmatige of meer winst te maken bereid is onafhankelijkheid prijs te geven in ruil voor méér kapitaal, wat Tong-Tong nooit kan doen. In de grond heeft het Tong-Tong-werk niets te maken met „zaken doen" (al is de tech niek uiteraard zakelijk). Ons bestaan wordt gedragen door loyaliteit, zedelijke verplich ting, intelligentie, onbetaalbare zaken en helaas altijd beperkt tot een kleine groep mensen. In de publiciteitswereld van Neder land zijn wij als de kantjil uit de legende tussen de Reuzen van de Natuur. Ons bestaan is doodgewoon een sprookje. Zij het een LEVEND sprookje. En op mijn woord, het zijn de beste mensen die in sprookjes geloven... T. R. juni™iiiiiiililllllllllllllllllllllllllllllllllllllililllllllllllllllllllIIllllillllllllllllllllllllllllllllllllllllllllltlimiiliMUlPiiyjj 1 In verband met het voornemen van een groot aantal ex-IEV-ers en sympathisanten 1 om de dag waardig te gedenken dat 45 jaar geleden het IEV werd opgericht, is ook het plan geopperd een „foto- en documenten-galerij" in te richten op de a.s. Pasar I Malam van 27 t/m 30 juni a.s. 1 Gaarne roepen wij bij deze alle ex IEV-ers (en kolonisten, IEVVO-ers en IEVJB-ers) j 1 op documentaire foto's en geschriften, die zij nog hebben, aan ons op te sturen IN BRUIKLEEN. Want natuurlijk willen wij niemand's dierbare bezit afnemen, tenzij som- J 1 migen menen, dat hiermede een IEV-archief beter gediend zou worden. Het herdenkingscomité garandeert een zorgvuldige registratie en concentieus beheer 1 van al het toegezonden materiaal. DIRECTIE TONG-TONG luim

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1964 | | pagina 3