Prof. Esbach
overleden
In memoriam Auke Sonnega
door Willem Brandi
In „Tong-Tong" heeft kort geleden het bericht van overlijden van de kunstschilder Auke
Sonnega gestaan: hij stierf na een smartelijk lijden, slechts 53 jaar oud. Zijn lijden moet niet
alleen physiek maar ook geestelijk geweest zijn, want hoewel hij in het hoge noorden van
ons land met zijn laaghangende wolken en mistige weiden geboren werd, in Leeuwarden
(9 maart 1910) was zijn hart in het oosten, onder de zon van Indonesië, onder de blauwe
hemel van Bali. Daar heeft hij pas werkelijk geleefd, van 1935, toen hij er heen ging, tot
1958, het jaar van zijn terugkeer in een geboorteland dat hem vreemd scheen, kil, gedis
tantieerd, en dat hem nooit de erkenning geschonken heeft die hem toekwam.
Auke Sonnega heeft zijn opleiding genoten
aan de Kunstnijverheidschool te Amsterdam.
Toen hij in 1935 naar Java vertrok, was het
als reklame-tekenaar. Dat vak beoefende
hij er tot de oorlog, intussen ook schilde
rend. Na 1945 legde hij zich ook geheel en
al op de vrije schilderkunst toe, op Java
maar ook veel op Bali werkend, dikwijls in
contact met Spier en Bonnet, die hij altijd
in hoge mate bewonderd heeft.
Na zijn terugkeer heeft hij in Nederland nog
veel van zijn werk kunnen laten zien, in 't
„Oude Wevershuys" te Amersfoort. Toen
die expositie eind november 1958 geopend
werd was hij zelf echter afwezig: door
ziekte. Het was het begin van een tijd vol
physieke ellende. Hij heeft niet meer de
verraste, verbaasde en verrukte ogen kun
nen zien van hen, die in de Amersfoortse
kunstzaal aan de Muurhuizen naar zijn doe
ken kwamen kijken: het oeuvre van een
waarachtig en zeer oorspronkelijk kunste
naar, die niet alleen de kleuren en het ritme
maar ook de psyche van het oosten op vol
strekt overtuigende wijze in een schilderij
tot tastbare werkelijkheid wist te maken. Ja,
tot een geheimzinnige werkelijkheid échter
de uiterlijke werkelijkheid, de kracht van de
geest en van het symbool.
Zijn stijl was aan die van Bonnet verwant,
en door de Balische kunst beïnvloed, maar
had toch iets volstrekt eigens, met ook
heel persoonlijk verwerkte Egyptische remi-
nicenties. Hij deed in zijn werk gans het
oosten niet slechts in coloriet en curve maar
naar de ziel herleven. Dat was de dichter in
Auke Sonnega, die de oosterse wereld als
het ware een zielsgeheim trachtte te ontruk
ken. Veel van zijn werk maakt daardoor een
religieus-mystieke indruk.
Ik bezit een schilderij van hem, dat een
Balische tempelknaap voorstelt, op een fluit
spelend. Het is uiterst strak gestileerd, bijna
tot decoratie, en toch vol geheimzinnig
leven. Alsof je de bamboefluit kunt hóren
zingen, een vreemd, melancholisch en on
aards lied.
Auke Sonnega is de wereld, zijn familie, zijn
vrienden, de kunst te vroeg ontvallen, maar
zijn werk blijft en zal daar ben ik zeker
van eenmaal opnieuw door anderen ont
dekt worden om de grote erkenning en
waardering te vinden, die de kunstenaar bij
zijn leven al te zeer in bredere kring ont
houden is, althans hier in het westen. In
Indonesië, maar ook in Malakka, te Kwala
Loempoer, en in Singapore, heeft men zijn
werk beter gekend en lief gehad.
In 1953 exposeerde hij, bij een kort verblijf
hier te lande, in de kunstzaal van Lier, Am
sterdam, en het trok belangstelling, zoals
vijf jaar later in Amersfoort; maar het was
alles te weinig om tot een groter kunstmin
nend publiek door te dringen en hij stierf te
vroeg om zich hier in Europa de naam te ver
werven, die hem als schilder toekwam: de
naam van een bijzonder kunstenaar met een
uniek talent en een eigen fascinerende stijl.
Gedurende zijn verblijf in Indonesië heeft
Sonnega in verschillende dagbladen ook
reis-indrukken uit Bali en Java gepubliceerd,
gevoelige schetsen over natuur en mensen
van het oosten. Hij had in zijn laatste jaren,
toen hij niet meer schilderen kon, de illusie
dat hij er een boekje van zou kunnen samen
stellen, maar de uitgevers toonden geen
belangstelling voor artistieke impressies uit
een land, dat door zovelen hier achter de
horizont verdwenen scheen. Het heeft hem
verdriet gedaan.
DEN HELDER -Drieënzeventig jaar oud is
vrijdag overleden onze stadgenoot prof.
V. Esbach, die van omstreeks 1947 tot eind
oktober 1956 aan het Koninklijk Instituut
voor de Marine docent was in de wiskunde
en mechanica.
Prof. Esbach, die Officier in de Orde van
Oranje Nassau was, nam in Den Helder in
het openbare leven een zeer bescheiden
plaats in. Hij was een uitstekend leraar en
onder andere oud-derecteur van de HBS te
Batavia (K.W. Ill-school), oud-hoogleraar
aan de Koninklijke Militaire Academie te
Bandoeng, oud-hoogleraar aan de Med. Ho
geschool te Batavia en oud-hoofddocent
aan het KIM in Den Helder.
Gedurende een aantal jaren was prof. Es
bach voorzitter van het Genootschap Neder-
land-Engeland in onze stad. Toen hij in 1956
werd gepensioneerd, legde hij ook deze
functie neer. Hij leefde rustig in zijn woning
aan de Duinweg, waar hij zich als een groot
liefhebber wijdde aan de kynologie, de
hondenkennis.
Het stoffelijk overschot van prof. Esbach
zal woensdag 19 februari in Driehuis-Wes-
terveld worden gecremeerd; na aankomst
van trein 13.59 uur.
Het bovenstaande namen wij over uit de
Helderse Courant van 17 februari 1964-
Enkelen van ons zullen misschien les van prof.
Esbach gehad hebben en hem dan in gedachten
een laatste groet geven. REDACTIE
„Het is het laatste wat ik nog te geven heb,
want schilderen kan ik niet meer", schreef
hij mij een jaar geleden.
Het was het laatste, maar niet het enige. De
gestorven schilder laat een oeuvre na, dat
een rijpe en rijke vrucht vormt van de gees
telijke sythese tussen oost en west, een
blijvend kostbaar en edel geschenk voor het
nageslacht, dat ééns meer dan nu met spijt
zal beseffen welk een voornaam kunstenaar
in Auke Sonnega ons in 1963 ontvallen is.
Ik heb Sonnega het meest op Sumatra, in
Medan, ontmoet. Hij heeft ook daar enige
tijd gewoond, op de hoogvlakte, in Brastagi.
Hij was een stille, bescheiden, uiterst ge-
voeilge man, die dikwijls wat verwonderd
en peinzend keek, alsof hij bezig was raad
sels op te lossen. Dat was ook zo. Hij zocht
het raadsel van het oosten en het mysterie
van dood en leven. Het laatste raadsel, dat
van de dood, is nu voor hem opgelost.
In zijn werk laat hij voor hen, die nog over
intuïtie en musische gevoeligheid beschik
ken, vele antwoorden na.
WILLEM BRANDT