Venezuela (slot) Evenals de andere Zuid-Amerikanen en de mensen van de Caraibische eilanden, zijn ook de Venezolanen muzikaal en vol gevoel voor rhytme. De oorspronkelijke Venezolaanse muziek komt van de Llaneros, de Venezolaanse cowboys. Trots op hun paard gezeten, zwierven ze vroeger frank en vrij over de eindeloze llanos met als hun enige bezittingen, hun paard, zadel en „cuatro" (viersnarige gitaar), zich als werkkracht verhurend op de haciendas, al naar het hun uitkwam. Na gedane arbeid zongen zij, tokkelend op hun cuatro, melancholieke liedjes over hun llanos, hun jacht, hun land en hun palmen, maar vooral over hun al dan niet hopeloze „amor" (liefde) voor de een of andere schone, die ze beminden met geheel hun „corazón" (hart) en geheel hun „alma" (ziel). Dan is de Llanero sentimenteel, zeer senti menteel. Dat is hij echter niet altijd. Op feesten tokkelt en zingt hij zeer vrolijke liedjes. Dan danst men de Venezolaanse nationale dans, de „joropo", een wervel- dans, die op onze wals lijkt, maar in een ander tempo gedanst. Daarnaast danst men de niet minder wilde Venezolaanse „meren gue" en de Spaanse „zapateado", waarbij met de hielen wordt getrapt. Soms voegen een paar mannen elkaar zingende van alles en nog wat toe, op de wijze zoals de Indo nesiërs dat ook doen met hun pantoens. Kan men als Europeaan, vooral als nuchtere Hollander, al dit drukke en sentimentele gedoe in het begin niet zo erg goed waar deren, gauw genoeg raakt men aan deze muziek gewend en neemt het rhytme bezit van je. De voornaamste instrumenten van een Vene zolaanse band zijn: de „arpa" (harp), de „cuatro" (viersnarige gitaar), de cello en „maracas". Maracas zijn 2 ronde of ovale bollen (kalebassen) op stelen, gevuld met kleine steentjes of iets dergelijks, waardoor ze bij iedere beweging rinkelende geluiden maken. Soms is er nog een man bij, die op 2 stokjes tikt. Behalve deze instrumenten kent men hier ook natuurlijk de „tambor" (trom) en de „furuco". De furuco is een langwerpige trom, zoals de gendang in Indonesië. Deze wordt rechtop gezet; de bovenkant is bespannen met leer waar in het midden een gat is gemaakt waarin een vrij lange stok past, die op en neer wordt bewogen. Dit is een zuiver Venezolaans instrument, de tambor van de Llaneros. Hun mooiste instrument vind ik de arpa. Zij die dit instrument bespelen zijn vaak ware artisten. Ik als indische mag de Venezo laanse muziek en zang graag horen. Sere nades in de nacht brengen mij terug naar mijn geliefd moederland met haar krontjong- muziek. Serenades worden nu echter zelden meer gebracht, omdat het huren van serena debrengers tamelijk prijzig is. De heren komen veelal met hun drieën in een slee van een wagen Wij hebben drie keer zo'n serenade horen brengen aan onze buur meisjes en hebben er stil van meegenoten, zelfs mijn nuchtere man. Zoals echter de echte Llaneros langzaam maar zeker aan het uitsterven zijn, zo verdwijnen ook de serenades en hiermede verdwijnt de oude romantiek. Jammer, erg jammer! Met iedere band treedt een zanger of zangeres op. Traden deze laatsten tot voor kort altijd op in nationale klederdracht, nu zijn de bonte wijde rokken met vele onderjurken vol stroken vervangen door te nauwe strapless japonnen, die aan het ge heel meer dan afbreuk doen. Een unieke figuur in Caracas is de man, men zegt dat hij Columbiaan is, met zijn eenmansband. Hij is te vinden en te horen voor de een of andere bioscoop, theater waar iets te doen is, voor café's en andere drukke punten van de stad. Behalve een grote trom voor zijn schriele lichaam heeft hij aan handen, vingers, voeten en tenen en in zijn mond allerlei instrumenten zitten, die hij gelijktijdig bespeelt. Hij speelt de ene populaire deun na de andere zonder een spier van zijn gezicht te vertrekken. Voor de centenbak heeft hij niet de minste belangstelling. Eens mocht hij voor de T.V. optreden. Een andere merkwaardigheid hier is, dat men nooit kinderliedjes hoort. Voor de T.V. treden op het kinderuurtje kleuters op, die met het aplomb van volwassenen allerlei Venezolaanse schlagers ten beste geven. Dansen, zingen en acteren zit hun al heel vroeg in het bloed. Nog merkwaardiger zijn hun kerstliederen. Deze hebben een cha cha cha rhytme. Kerst feest is voor de Venezolaan een jubelfeest met luidruchtige dansmuziek, hallaca, pan de jamon, (hambrood), dulces (manisan), veel drank, whisky in het bijzonder en veel vuurwerk. Velen versieren hun kerstboom al in het begin van december; een maand lang branden de kaarsjes en knalt men met mertjon. Dit laatste wordt elk jaar weer „ten strengste" verboden, maar overal in de win kels en aan de kant van de weg kan men in december alle soorten vuurwerk tot moordbommen toe, kopen zoveel men maar wil. Alle brandjes en ontploffingen ten spijt soms met dodelijke afloop gaat men een maandlang door met knallen. Pas na Drie Koningen is het weer stil in de stad. Een ander luidruchtig en niet ongevaarlijk feest is Carnaval. Op deze dagen kan men beter thuis blijven of met vakantie gaan buiten Venezuela, want verstaat men onder carnavalsvreugde in Venezuela het elkaar of argeloze voorbijgangers overgieten met emmersvol schoon of vuil water al dan niet vermengd met de een of andere bijtende substantie, zoals tjabé; in plaats van water neemt men ter afwisseling ook verf, rotte eieren of tomaten. Een desillusie voor ons, die dachten hier Carnaval te kunnen mee maken zoals in Brazilië of Trinidad. Dit knoeien met water is natuurlijk „ten streng ste" bij de wet verboden, maar een knies oor, die zich het grote waterplezier eens per jaar door een verbod laat bederven. Meer dan honderd mensen moesten dit jaar als gevolg van dit carnavalplezier in de hos pitalen worden behandeld; vele, maar niet alle boosdoeners werden gearresteerd. Mil joenen liters water waar men in Venezuela toch al niet teveel van heeft, werden node loos verknoeid. Na de feestdagen stond in de krant; „Carnaval 1962 in Venezuela was as usual, both wet and violent. The populace did not listen to government pleas of not hurling water on passers-by. Fights, shoo tings and other gleeful celebrations of the season were also reported." En het is elk jaar weer hetzelfde liedje. Caracas is één van de duurste, zo niet dé duurste stad ter wereld. Daarom staat Cara cas op de U.N.-lijst helemaal bovenaan. Het leven voor minderbedeelden is hier op het ogenblik zeer hard en zeer moeilijk. De levensstandaard stijgt met de dag. Een land voor emigratie is Venezuela niet meer. De Nederlandse gemeenschap in Venezuela telt, als ik het wel heb, ongeveer 600 men sen, waarvan 400 in Caracas zitten. De Nederlandse club doet al het mogelijke om de mensen bij elkaar te brengen en spaart moeite noch kosten de leden en hun gezin aardige uitstapjes en gezellige bioscoop- en dansavondjes te bezorgen. Een clubgebouw hebben wij niet, maar Heineken heeft belan geloos een loods ter beschikking gesteld voor al deze avondjes, waarbij ook dank zij Heineken gratis bier en andere verversingen worden geschonken. De Indische gemeen schap telt niet meer dan een dozijn mensen. Voor een prettig leven in deze drukke en (Lees verder pag. 21) Genietend van het uitzicht 8

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1964 | | pagina 8