o "A' y s *8
8 II 2. *-8
Pioniers der Bergcultures (II)
pasarmalam X§
8 1 /no
1
HTF Ai ^1°
8 Ir A T y no
8 L V. c f"8
8 8
88
8 8
8 8
■H
NAVORSER
„INGET MATI" „AD PATRES" 1
Fa. Johs. Ouwejan Zn.
oooooooooooooooooooooooooooo
o 1 m b"! «8
O I ft J O
KERKHOVEN.
Toen G. L. J. van der Hucht in 1860 enige
tijd met vrouw en dochter in Nederland
verbleef, namen zij naar Indië hun neef
Eduard Julius Kerkhoven, 1834-1905, mee,
de jongste zoon van Van der Huchts zuster,
Anna Jacoba. Deze kwam eerst op Parakan
Salak, waar zijn neef Adriaan Holle intus
sen zijn oom als administrateur opvolgde.
Later kocht van der Hucht het land Sinagar
waar Albert Holle toen directeur en E. J.
Kerkhoven administrateur werd. Hij is dit
vele jaren geweest. Met Albert Holle samen
richtte hij de Soekaboemische Planters
Vereniging op, waarin hij vele jaren een
belangrijke rol speelde. Hij zag het belang
in van de wetenschappelijke voorlichting
voor de theecultuur. Verder was hij een
groot paardenliefhebber, die veel aan de
fokkerij deed en ook ijverig deelnam aan de
races in de Preanger en te Djocja. Hij was
zowel bij de Europese als bij de inheemse
bevolking zeer gezien, de laatste kende
hem als „djoeragan sepoeh". Hij stierf op
Sinagar en is daar begraven.
Zijn zoon, Adriaan Rudolph Willem, 1868-
1944, die hij op jeugdige leeftijd naar
Nederland had gezonden, behaalde in Delft
de ingenieurstitel, kwam eerst, op Java te
ruggekeerd, bij de spoorwegen, maar was
toen enige tijd in de Ver. Staten werkzaam,
waarna hij in Indië terugkeerde, na een
korte periode van werkzaamheid op Sinagar,
met zijn vriend Jhr. J. A. Mazel, het inge
nieursbureau „Kerkhoven en Mazel" op
richtte, dat later uitgroeide tot het „Tech
nisch Bureau Soenda".
In 1906 maakte hij zich hiervan los, en ves
tigde zich op „Panoembangan", een land,
dat aan zijn vader behoorde en dat hij ver
der als thee- en rubberland tot bloei bracht.
Hij is daar tot kort vóór zijn dood, toen hij
door de Jappen werd verdreven en in Soe-
kaboemi een onderkomen moest zoeken,
gebleven, de laatste jaren bijgestaan door
twee zijner zoons. Hij was in 1905 gehuwd
met de jongste dochter van zijn neef Dr. J.
Bosscha, en had 5 zoons en 3 dochters,
van wie er 2 slachtoffer werden van de
oorlog, n.l. de 3de zoon Joan Julian (1909-
1943) die als krijgsgevangene in Japan
stierf, en een dochter, Melisande Tatiana
Marie (1919-1945) die als medisch studente
in Groningen door de Duitsers werd gefu
silleerd wegens illegale activiteiten. De
oudste zoon, Adriaan Paul Constant Carel
(1906-1951) stierf te Batavia, drie andere
zoons en de twee overgebleven dochters
leven nog In Europa.
I|llllllllllllllllllllllllllll!lllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll|
Begrafenis-
en Crematie-Onderneming j
Opgericht 1924
ROUWKAMERS
en ONTVANGKAMERS
AIRCONDITIONED
Kantoren: Fred. Hendriklaan 7
1 Den Haag, Tel. 070-556427 (3 lijnen)
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
20
Een oudere broer van Eduard Julius Kerk
hoven kwam op rijpere leeftijd ook naar
Java uit. Dit was Rudolph Albert K. (1820-
1890) die in 1865 voor de N.l. Gas Maat
schappij in Indië kwam en later het per
ceel Ardjasari in erfpacht kreeg. Hier werkte
hij vele jaren. Later volgde hem zijn jongste
zoon, Augustus Eugenius (1858-1924) op,
die het land tot grote bloei wist te brengen.
Hij had één zoon en één dochter, de eerste
is niet naar Java teruggekeerd, de dochter,
Catharina, geb. 1895, trouwde met Jean-
Marie Auguste Nickel, geb. 1892, die na
zijn schoonvader administrateur van Ardja
sari werd (1920 of '21). Zij repatrieerden
omstreeks 1931.
De oudste zoon van R. A. Kerkhoven was
Rudolph Eduard (1848-1918). Tijdens het
verlof van zijn oom E. J. K. van Sinagar nam
hij het administrateurschap van Sinagar
waar, werkte daarna korte tijd bij zijn
vader en begon toen de onderneming Gam-
boeng, waar hij eerst koffie, toen thee en
kina plantte. Na verscheidene moeilijke
jaren werd ook dit met succes bekroond.
Van de vier zoons van deze Kerkhoven
keerden er drie naar Indië terug, n.l.
1. Rudolph Albert (1879-1940), die in 1928,
na de dood van K. A. R. Bosscha, hoofd
administrateur werd van „Malabar". (Hij
was gehuwd met Johanna Cornelia Mulock
Houwer, 1871-1950). Het huwelijk was kin
derloos.
2. Emile Hubertus, geb. 1884, geh. met
Tennigje Justine Pauline van Dijk, geb. 1890,
volgde zijn vader te Gamboeng op. Zij had
den 2 zoons en 2 dochters, waarvan één
zoon in de Illegaliteit sneuvelde, de andere,
evenals één getrouwde dochter naar Canada
emigreerde.
3. Karei Felix, geb. 1887, geh. met Cornelia
Wiechert begon de thee-onderneming Negla
op de Pengalengansche hoogvlakte. Hij
keerde na de oorlog naar Nederland terug.
Hij heeft 2 dochters.
Deze drie Kerkhovens waren allen inge
nieur. De andere broeder heeft na zijn
schooltijd zijn toekomst in Nederland ge
vonden, de enige zuster Bertha Elisabeth
trouwde met Mr. F. M. J. de Rijck van der
Gracht.
BOSSCHA.
De gebroeders Bosscha stammen uit een
geslacht van geleerden: hun vader, groot
vader en overgrootvader waren allen pro
fessoren.
Dr. Johannes Bosscha in de Preanger
bekend als „Dr. Jan" ging oorspronkelijk
(in 1888) als geoloog naar Borneo, hij kwam
uit als directeur van een goudmijn, schakel
de later over op een plantersloopbaan, eerst
in Borneo (koffie), later op Java, waar hij,
na een jaar het administrateurschap voor
zijn broer K. A. R., gedurende diens verlof
op Malabar te hebben waargenomen, het
erfpachts perceel „Taloen" begon, waar hij
van 1903-1919 werkzaam is geweest en zich
ook in de Soekaboemische Landbouw Ver
eniging en verscheidene andere verenigin
gen nuttig maakte door zijn veelzijdige
wetenschappelijke aanleg. Zijn jongste
dochter, Constance Pauline Marie, werd de
O A O
O 1 _M Jo
tong tong
g De Indische jaarmarkt, een tropisch g
O evenement in Den Haag, dat het vorig O
O jaar door ruim 20.000 mensen werd g
g bezocht. Wees tijdig met het reser- O
O veren van standruimte. o
O Voor inlichtingen kunt U gebruik o
q maken van onderstaand formuliertje, g
g AAN HET ORGANISATIE-COMITE g
O PASAR MALAM TONG-TONG O
8 Prins Mauritslaan 36 - Den Haag 8
g (tel. 070-55.07.49.) g
g Zend mij geheel vrijblijvend inlich- g
O tingen betreffende de Pasar Malam O
g Tong-Tong 1964: g
O O
g (Firma)naam: g
O O
O Adres: O
O Woonplaats: o
O O
g (Handtekening) g
O O
OOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOO
echtgenote van haar neef A. R. W. Kerk
hoven.
Karei Albert Rudolph Bosscha studeerde te
Delft voor ingenieur, maar voltooide deze
studie niet, tengevolge van bijzondere om
standigheden. Hij ging eerst naar zijn oom
E. J. Kerkhoven op Sinagar, toen korte tijd
naar zijn broeder in Borneo, keerde daarop
terug naar Sinagar. Zijn neef Rudolph Kerk
hoven (van Gamboeng) vatte toen het plan
op, om op de hoogvlakte van Pengalengan
een thee-onderneming op te zetten, of
schoon velen voorspelden, dat dit, op een
hoogte van ruim 5000 voet, een mislukking
zou worden. Kerkhoven hield echter vol,
vond K. A. R. Bosscha bereid als admini
strateur van de nieuwe onderneming „Mala
bar" op te treden, en zag zijn vertrouwen
beloond, want het land kwam zeer spoedig
tot grote bloei.
Bosscha heeft zich op velerlei gebied ver
dienstelijk gemaakt. Hij had een werkzaam
aandeel in de vestiging der Technische
Hogeschool te Bandoeng, de bouw van de
sterrenwacht te Lembang en de oprichting
van het Kanker-Instituut te Bandoeng, welke
stad hem tot ereburger benoemde. Hij stierf
in 1928 en is op zijn geliefde Malabar be
graven.