De zwemles
Wie heeft ze gekend?
Jos.
van Arcken
VARENDE VACANTIE
JZelden zijn magere sprotten als ik, goede
zwemmers. Na heel veel oefening is het me
gelukt, armen en benen zo te bewegen, dat
ik niet direct als een steen omlaag ga, als
ik in het water duik.
Er is zelfs een tijd geweest, dat ik aan de
kant van het zwembad moest blijven staan
of met het kinderbad genoegen moest ne
men. Dat was toch wel erg beschamend
voor een jongen van twaalf.
Het stadje waar wij woonden had verschei
dene mooie zwembaden, maar wat had je
daaraan als je al maar door toeschouwer
moest blijven. Je kon natuurlijk lid worden
van de zwemclub, ook als niet zwemmer.
Het zwemmen werd je dan wel door de
gediplomeerde zwemleraar bijgebracht. Ik
informeerde naar de mogelijkheden. Contri
butie 2,50 per maand, dinsdag en vrijdag
een uur zwemles. In mijn voortvarendheid
dacht ik: „Wat heb je aan twee lesuren in de
week? Tegen de tijd dat ik het kan, heb ik
een baard." Ik klaagde mijn nood bij een
vriend, die zwemmen kon. Het was moeilijk
te leren, vertelde die me. En daarbij gevaar
lijk. Stel je eens voor, dat je verdrinken
zou? Dat kon me weinig schelen, zei ik. Als
ik maar zwemmen kon. Desnoods na dat
verdrinken.
Enfin, het kostte me vijftig centen lesgeld
per maand. Lesuren? ,,Je haalt me na
schooltijd op en we gaan door tot het don
ker begint te worden", zei Nono. Dat was
mannentaal, 's Anderendaags schrokte ik
mijn middagmaal naar binnen. Met veel
water. Had ik dat laatste maar niet gedaan.
Maar ja, wie dacht er nu aan, dat ik vóór
de dag om zou zijn, liters water zou hebben
geslikt? Ik sprong op mijn stalen ros zonder
spatborden en was in een oogwenk bij
Nono. Twee groezelige vingers in de mond
en een schel fluitje haalde Nono naar
buiten.
Ons „zwembad" lag dichtbij. In een vlaag
(Vervolg van pag. 18)
We varen nu op de St. Laurens. Ik ga foto's
maken en mijn fooienpot klaar zetten.
Zit nu heerlijk op het achterdek te zonne
baden in een dekstoel en wacht op de
pantry man. Ik ben ineens ontzettend geluk
kig en tevreden. Peter zit naast me en speelt
gitaar, hij zingt er leuk bij. Hij kan alles,
van opera tot rock 'n roll. Alleen op ver
zoek speelt hij Granada, werkelijk indruk
wekkend. Ik lig nu ergens anders te schrij
ven, de een of andere domtokker kwam met
zijn draagbare lawaaidoos naast me zitten.
Hopeloos. Weer een onderbreking gehad.
De Duitse kok kon ergens een deksel niet
vanaf krijgen, worstelde geweldig en had op
het laatst het ding om zijn nek hangen. Fijn.
Peter geeft nu de pantryman een serenade,
iets Spaans, ik moet nu voor handgeklap en
castagnetten begeleiding zorgen en er komt
iets heel moois aan, ik stop dus. Over een
paar dagen ben ik thuis. Hoera!
Tct ziens, groeten aan iedereen!
HENDRIK DE ZEEVAARDER
van óf te groot optimisme óf van geestes
ziekte, had een van onze buurheren een
diepe vijver laten metselen. Karpers hadden
diep water nodig en deze vijver was drie
meter diep. Aan drie zijden keurig ommuurd,
ontleende ons zwembad het water aan een
paar heldere bronnen. De niet ommuurde
zijde, grensde aan de hoger liggende sa-
wahs. Regende het, liep het water uit dé
sawahs in ons bad. Dook je vaker in het
water of zat je er langer dan een half uur
in te spartelen, vertoonde het water een
mooi kleurtje. Net zo'n kleur als chocola
met een wolkje erin. In adamscostuum stond
ik naast de onmetelijk groot lijkende bak te
rillen. Dat kwam beslist niet van de kou,
dat kon ook niet, omdat ik zelfs het water
nog niet had aangeraakt. Ik probeerde me
te beheersen, maar mijn kalverknieën klap
perden rustig verder tegen elkaar op. Als
mijn beenwerk zo gesmeerd ging als het
knieklapperen van toen, was ik nu beslist
wereldkampioen over alle afstanden!
Nono, ook al gekleed in het kostuum waarin
hij werd geboren, deed het me voor. Als
een manke telganger, worstelde hij daar
door het water. In mijn ogen, razend snel.
Nog even theorie, hoe je je armen en benen
bewegen moest. Dit laatste niet zoals ge
bruikelijk voorover op je buik. Neen, dat
was te lastig. Staande deden wij het. Pro
beert U het zelf maar eens, het gaat prima.
Heel voorzichtig stapte ik op de onder
water gemetselde smalle richel. Iets door
mijn knieën gezakt, armen vooruit, handen
plat tegen elkear. Stoere blik gericht op de
circa drie meter van me af liggende scheids
muur, stond ik startklaar. Nono zou op die
plaats klaar staan mij de helpende hand te
bieden, zo nodig. Met een forse duw zette
ik me af. Mijn fiere blik verdween. Mijn
hoofd ook, onder water. Armen en benen
waren al lang vergeten. Ik bereikte, met
Nono's hulp, behouden het muurtje. Het
ging prachtig, volgens mijn zwemleraar. Ik
had maar twee keer „blub, blub" gezegd,
dus veel water kon ik toch onmogelijk naar
binnen hebben gehad!
Dat ge-,,blub blub," heeft zich de eerste
dag ettelijke keren herhaald. Met een flinke
waterbuik kwam ik thuis. Tot grote verba
zing van mijn tafelgenoten had ik die avond
geen eetlust, 's Nachts had ik last van spier
pijn. Maar ja, als je kampioen wil worden,
moet je er wat voor over hebben, dacht ik.
De dag kwam, dat ik de volle twaalf meter
lengte van de vijver zonder verdrinkings
dood overzwom. Ik was de koning te rijk.
Op allerlei mogelijke en onmogelijke manie
ren probeerde ik mijn armslag en beenwerk
te verbeteren. Jammer genoeg is mij dat
nooit gelukt.
Aan een ieder, die het maar horen wilde,
vertelde ik, dat ik nu heus zwom. Ik kon nu
weer met mijn andere vrienden mee als ze
het water ingingen en dat verhoogde mijn
eigenwaarde aanzienlijk.
Piet, zo mogelijk nog magerder dan ik, maar
een hoofd groter, weigerde pertinent te ge
loven, dat ik langer dan twee minuten in het
water kon liggen, zonder dat daarna kunst
matige ademhaling op mij zou moeten wor
den toegepast. Maar de dag kwam, dat hij
De heer Jacobus (Jaap) Smit in Den Haag
zou graag willen vernemen of iemand onder
de trouwe lezers van Tong-Tong hem iets
zou kunnen vertellen over zijn broers Dirk
en Uleke Smit die nu respectievelijk ca. 80
en 76 jaar oud moeten zijn. In 1914 zijn zij
naar Atjeh gegaan en het laatste contact
had hij met hen in 1934. Wie van U heeft
hen of hun eventuele kinderen gekend?
me geloven moest, want in zijn bijzijn dook
ik het water in. Piet werd nieuwsgierig.
Hoe ik hem dat gelapt had? Geleerd op de
zwemclub? Ach nee kerel, hoe kom je daar
nu bij. Ik vertelde hem, dat de contributie
daar zo hoog was en daarbij je er toch niets
leerde. Hoe kon dat ook met twee lesuren
per week? Waar en hoe ik het geleerd had
hield ik voor me. Piet's nieuwsgierigheid
werd al groter en groter, hetgeen ook mijn
bedoeling was. Mijn zakentalent werd daar
geboren. Voor vijftig centen zou ik het hem
leren. Gegarandeerd, dat hij binnen een
maand zijn leraar zou zijn voorbijgestreefd!
Wat Nono kon, kon ik toch ook? Les, drie
keer in de week van twee tot vijf. Dat Piet
daarvoor vijf kilometer van huis moest fiet
sen tot „onze" vijver en daarna weer terug,
was van geen belang. Als hij direct van
school bij ons thuis kwam, ging dat best.
En dat bordje rijst dat Piet dan bij ons at,
mocht ook geen naam hebben. Pa en ma
moesten maar wat voor zoonlief overheb
ben, vond ik.
Ik kiende het zo uit, dat de eerste les, op
zondag zou worden gegeven. Dat vond ik
het veiligst, want dan kon ik Nono en ande
ren ook van de partij laten zijn. Je kon im
mers nooit weten!
Piet gaf ik grondig theorie. Het stond im
mers zo zot, als je daar als naaktloper al
die rare bewegingen maakte!
Tot mijn grote opluchting vond Piet dat ook.
Het was inderdaad beter als hij maar direct
het water inging straks.
De grote dag brak aan. Daar stonden wij,
vijf stoere knapen, waarvan reeds twee
zwemleraar! Zelf gepromoveerd. In ons
poedeltje, maar zwemleraar waren wij! Hoe
je het water inging? „Kijk, zo", zei Nono,
mij het initiatief ontnemend en nam meteen
een duik in het water.
Piet wist niet beter of het hoorde zo en
nam eveneens een duik. Het heeft heel lang
geduurd eer wij een paarse Piet uit het
water haalden. Zijn benen hielden wij met
ons vieren in de lucht, om vrijheid te geven
aan zeker een vier liter modderwater.
Of Piet nu zwemmen kan? Natuurlijk niet.
Overigens mijn vijftig centen heb ik toch
ook niet gehad... WIILY EISELIN
Voor
Trouwringen
naar
Laan van Meerdervoort 520
Den Haag Telef. 336441
19