1 APRIL 1964 - DE FATALE DATUM
Wet op het buitengewoon pensioen
voor zeelieden-oorlogsslachtoffers
De Minister van Justitie stelt zich voor,
nieuwe aanvragen tot toelating van spijtop
tanten, welke na 31 maart j.l. zijn ingediend,
niet meer in behandeling te nemen.
1 april 1964, fatale datum, op welke dag
voor vele nog in Indonesië vertoevenden
van gemengde bloede een vonnis is uitge
sproken. Het lot van grote groepen achter
geblevenen is verre van benijdenswaardig,
zoals U ongetwijfeld met ons eens zult zijn
na kennisname van enkele uittreksels uit
brieven, die wij hierna opnemen.
Om de strekking volledig te kunnen begrij
pen vinden wij het nodig, U eerst bekend te
maken met de tegenwoordige prijzen van
enkele levensmiddelen, die ons in een re
cente brief werden gemeld:
RijstRp. 150 per kg.
Suiker700
Spek 600
Vlees 250
Zoute vis300
Dendeng550
Olie240 I.
Eieren24 st.
Ketimoen6
Zo zijn er honderden: Een Nederlandse met
5 kinderen van 14 tot 3 jaar, leven in een
kamer van 3 bij 3; de wand is van steen, de
vloer voor de helft gecementeerd, de rest
zand, door de inwoonster belegd met ste
nen, waarover planken. Vlak voor de kamer
een beerput met planken deksel, van welk
gemak ook buren gebruik maken (stank
dag en nacht). Als het regent, dringt het
water de kamer binnen, bovendien zijn er
lekkages overal en moeten de slaapgele
genheden meermalen worden verplaatst, zo
lekt het dak. Achter de kamer is de badge
legenheid in de open lucht.
Met het pensioentje van zegge Rp. 150
kan de moeder het gezin niet in leven hou
den; gelukkig is zij er in geslaagd bijver
dienste te krijgen door het verrichten van
naaiwerk in een stichting, waar ook de
oudste drie kinderen naar school kunnen
gaan.
Dat onder deze omstandigheden gebrek
wordt geleden is vanzelfsprekend. Moeilijk
heden met inheemsen zijn oorzaak, dat de
moeder de jongste kinderen niet alleen
thuis durft te laten en ze dus mede moet
nemen naar haar werk. Als de school uit
gaat, gaat het gezin naar huis. Is er een
vrije dag, dan worden de kinderen opge
sloten.
Vaak leest men van een min of meer ge
dwongen huwelijk met een Indonesiër en
het na korte tijd weer worden verstoten.
Brief van de dochter van een spijtoptant,
die tot op heden geen succes heeft gehad
bij zijn pogingen een visum voor Nederland
te verkrijgen:
Wij zijn wanhopig en overstuur en vragen
ons af, of wij nog succes zullen hebben.
Vader moet alles per fiets doen, want ander
transport is duur, zoals trouwens alles hier.
Als hij dan thuis komt ziet hij er ontzettend
vermoeid uit en wij zijn bang, dat hij ziek
zal worden. Ik kan hem niet helpen, ik werk
op een kantoor om wat bij te verdienen, al
is het weinig; ik ben er blij mede, al is het
alleen maar voldoende om tempe/tahoe te
kopen. Dat eten wij dagelijks, zo nu en dan
wat groente en zelden vlees. Het pensioen
van vader is onvoldoende. Het is eenvoudig
niet meer om uit te houden en om te huilen.
Wij zijn lichamelijk en geestelijk geknakt,
gaan nooit uit. Vrienden heb ik niet. Ik durf
niet uit te gaan, ben bang voor plagerijen
en handtastelijkheden op straat. Het beste is
dus maar thuis te blijven. Ik bid en smeek
Onze Lieve Heer, dat Hij ons, en met ons
honderden andere gezinnen veilig en wel
aan de overwal zal brengen.
Een noodkreet uit Soerabaja:
Na de bekendmaking van de Ambassade te
Djakarta zitten wij thans in het beslissende
stadium. Krijgen wij ons visum dan zijn wij
er bovenop, in het tegendeel dan gaan wij
ten onder, geestelijk en moreel.
Alleen de gedachte dat het resultaat ongun
stig kan zijn maakt mij kapot. Als het nu mis
loopt, dan is het voor goed mis. Weet je,
dat ik na de bekendmaking aan het kniezen
ben gegaan, dat ik er suf en bingoeng van
werd, beroerd eet en niet kan slapen? Het
is heus waar, hoor.
O, ik wou dat de Nederlandse Regering kan
en wil begrijpen, en inzien, wat het voor
ons betekent, NIET naar Nederland te kun
nen gaan en gedoemd zijn, hier in Indonesië
te moeten blijven. Ik wou, dat zij er zich
enig idee van kon vormen, wat het voor
ons betekent, mogelijk dat zij dan wat milder
in hun beslissingen zouden zijn. Ik ben be
reid, me zelf op te offeren op de een of
andere manier, als mijn kinderen een beter
en menswaardiger toekomst tegemoet gaan.
Roependen in de woestijn:
Nóg is de lange lijst, waarop de namen van
ettelijke duizenden spijtoptanten en maat
schappelijke Nederlanders genoteerd staan,
niet afgewerkt. Velen hebben op hun her
haalde verzoeken een afwijzing ontvangen,
doch met een onblusbare hoop bezield, heb
ben zij hun verzoeken wederom herhaald.
Maanden,... ja zelfs jaren wachten zij met
schier eindeloos geduld op het in vervulling
gaan van hun lang gekoesterde wens. Hoe
lang moeten zij nog wachten? Vele van deze
wachtenden waren uw wapenbroeders, die
De Stichting Prinses Margriet Fonds werd
in de Tweede Wereldoorlog opgericht in
Londen met het doel de oorlogsslachtoffers
der Nederlandse Handelsvloot en hun nage
laten betrekkingen bij te staan.
Er werd na de oorlog een wet in het leven
geroepen ter regeling van buitengewone
pensioenen voor die groep. Oorspronkelijk
werd vastgesteld, dat een aanvraag tot zulk
een pensioen vóór 1 juni 1958 moest wor
den ingediend.
Bovengenoemde wet heeft op 1 april een
wijziging ondergaan met dien verstande,
dat ook voor oorlogsslachtoffers, die vóór
1 juni 1959 nog geen buitengewoon pen
sioen hadden aangevraagd, de mogelijkheid
opnieuw werd opengesteld om in het bezit
te komen van dit pensioen.
Gebleken is, dat niet iedere belanghebben
de daarvan op de hoogte was.
in het geweld van de wereldoorlog, met
inzet van hun leven, aan dit ver verwijderd
Aziatisch front een verwoede strijd hebben
geleverd,... een strijd om recht en rechtvaar
digheid. Velen werden in krijgsgevangen
schap geworpen of hebben in internerings
kampen folteringen moeten doorstaan. Allen
hebben als loyale burgers hun leven lang
gewerkt om de Nederlandse zaak te dienen,
een zaak, die Nederlands eeuwenoude glo
rie in deze verwijderde gewesten hand
haafde. Onder hen bevinden zich ook de
nagelaten betrekkingen van diegenen, die
het leven lieten in de medogenloze strijd van
de afgelopen wereldoorlog.
Lezers van Tong-Tong, ook gij hebt de toe
standen in Indonesië gekend. Wellicht zult
U zich nog herinneren onder welke moeilij
ke omstandigheden velen hebben verkeerd.
Ook gij hebt de beklemming gekend van
angst en vrees omtrent de onzekerheid van
leven en toekomst.
Onze gedachten gaan uit naar de ongeluk-
kigen, die wederom een afwijzend antwoord
zullen ontvangen op hun aanvrage om toe
lating in Nederland. Wat moet met deze
mensen gebeuren?
Indonesië van vandaag is voor hen vreemd
geworden, immers zij hebben zich gedurende
hun hele bestaan de Nederlandse cultuur
eigen gemaakt en kunnen zich met geen
mogelijkheid aanpassen aan de radicaal
gewijzigde levensomstandigheden in het
nieuwe Indonesië, waar zij niet als volwaar
dige medeburgers worden aanvaard.
Rust op het volk van Nederland niet de taak
en tevens de morele plicht om deze duizen
den de helpende hand toe te steken?
We geloven niet, dat men zich van deze
brandende kwestie kan afmaken met de op
merking, dat de Indonesische Regering voor
haar staatsburgers moet zorgen en dat dit
een zaak is, waarmede Nederland niets te
maken heeft.
Wij hopen en vertrouwen, dat de Neder
landse Regering zich van haar verantwoor
delijkheid bewust zal zijn en wij wachten
dan ook met spanning af, welke regelingen
in deze zo pijnlijke zaak zullen worden
getroffen. J. G.
Het Prinses Margriet Fonds maakt erop
attent, dat zij, die als invalide uit de oorlog
terugkeerden (hieronder kan ook vallen de
invaliditeit overgehouden uit een kamp), be
nevens de nabestaanden van in de oorlog
omgekomen zeelieden voor een buitenge
woon pensioen in aanmerking kunnen ko
men. Voorwaarde hiertoe is echter, dat men
heeft voldaan aan de vaarplicht in dienst
van de Nederlandse Koopvaardij.
Inlichtingen dienaangaande worden gaarne
verstrekt door de Stichting Prinses Margriet
Fonds, Secretariaat: Koningin Emmaplein 12,
Rotterdam.
Deze Stichting heeft reeds vele personen,
die recht hadden op een buitengewoon
pensioen als hierboven bedoeld, geholpen
met het indienen van een aanvraag tot
onderzoek naar dit recht.
5