TONG TONG BOEKENCLUB
//T? f
De laatste Tempo Doeloe
Bestelbon Boekenclub Tong-Tong
HEIN BUITENWEG
ooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooog
g Adres:
o
oooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooo
En dan heb je weer wat foto's bijeen
gescharreld, kostelijk en zeldzaam geworden
tranches de vie uit de levensgemeenschap
waarvan je eenmaal deel uitmaakte, van
kotta's en kotta'tjes waar we gewoond heb
ben, van straattoneeltjes die we onmiddel
lijk herkennen, landschappen die ons heb
ben geboeid, van berghotels waar we gelo
geerd hebben. We buigen ons er overheen
met eenzelfde soort malle vertedering als
waarmee een sentimentele oma het bronzen
afgietsel van een eerste kinderschoentje in
haar oude handen neemt. En je vrouw moet
driemaal roepen dat de soep koud staat te
worden voor dit tot je door dringt... Leven
we in onze herinneringen, in onze dromen
dikwijls niet reëeler dan in werkelijkheid
om ons heen?"
Dit schrijft Hein Buitenweg ergens in 't zo
juist bij „Servire" te s-Gravenhage in fraai-
verzorgde uitgave verschenen boek, dat ons
met niet minder dan 230 foto's - de hartver
warmende afbeelding op 't omslag van dit
nummer is daar één van - terugvoert in wat
de schrijver „De laatste tempo doeloe"
noemde. Want, zo meent hij men mag van
mening verschillen over het antwoord op de
vraag, wélke periode uit ons Indisch verle
den in verband met bepaalde belangrijke
ontwikkelingen en daarmee gepaard gaande
ingrijpende veranderingen nu eigenlijk „de"
tempo doeloe moet worden genoemd, iedere
generatie heeft nu eenmaal de hare. Voor
de schrijver en zijn tijdgenoten en voor wie
op de grens van de volwassenheid van het
vroegere Indië afscheid namen ligt tempo
doeloe ergens tussen de eeuwwisseling en
de Japanse invasie. Wat daarna kwam, na
de capitulatie op 8 maart 1942, de bezet
tingsjaren, de ellende van de concentratie
kampen, de chaos na de bevrijding, de po
litiële acties, dat alles maakt van tempo
doeloe geen deel meer uit. Daarover zult U
in dit boek dan ook niets vinden.
In Buitenweg's vorige werk, „Wat wij in ons
hart sloten", geschreven in samenwerking
met Willem Krols, voerden de samenstellers
ons terug naar Java's onvergetelijk mooie
natuur, naar bergen en vlakten, rivieren en
watervallen, naar de in zijn woeste schoon
heid zo indrukwekkende zuidkust en naar
het gemoedelijke desaleven. „De laatste
tempo doeloe" geeft een beeld van onze
samenleving in de hierboven aangeduide
periode. Tussen de vele en vaak mooie
foto's treffen we er echter ook aan die in
feite nog vóór deze periode vallen, dus nog
dateren uit de vorige eeuw. Want hoeveel
herinnerde nog in onze laatste Indische
jaren niet aan die tijd, niet alleen in de klei
ne rustige kotta'tjes in Java's binnenland en
aan de kusten, maar ook in de grote steden,
waar de modernisering al zoveel verder was
voortgeschreden.
Voor wie terugkeerden van Europees verlof,
voor wie in Indië kind waren geweest en na
volbrachte studie in Nederland daarginds
hun werkkring gingen vinden, voor hen be
gon Indië weer zodra zij aan boord waren
gestapt. Voor hen was het schip de drempel
op de grens van de volwassenheid van net gestapt, voor nen w® nci
Stuur mij:
1) ex. „INDO", door Emily Hahn (in het Engels), ad. 17,10 incl. portokosten
2) ex. INDISCHE MENSEN IN HOLLAND", door Daum, ad. 1,75 plus
y f 0,20, totaal 1,95 per stuk.
O 3) ex. „VERHALEN VAN DE TWEELINGBROERS", door Tonke Dracht, ad
O 8,90, incl. portokosten.
•O 4) ex. nDE LAATSTE TEMPO DOELOE", door Hein Buitenweg, tegen de
O vóórintekenprijs van 25,incl. portokosten.
g 5) ex. „WAT WIJ IN ONS HART SLOTEN", door Hein Buitenweg, tegen de
O prijs van f 17,50, incl. portokosten.
O 6) stel 4) en 5) tesamen, tegen de speciale vóórintekenprijs van 37,50 per
9 stel, incl. portokosten.
O 7) ex. „DE KINDERKARAVAAN", van An van der Loeff, tegen de prijs van
O f 5,50 plus f 0,60 portokosten, totaal 6,10 per stuk.
O Het bedrag van f stort ik op jullie girorekening 6685.
Naam:
O Woonplaats:
(Handtekening)
waarover zij weer in het oude huis stapten.
Hun tehuis. Maar ook wie voor het eerst
naar Indië ging betrad met het blankge-
schrobde scheepsdek al een vreemde bo
dem, ook al lag het schip nog met stevige
trossen aan de vaderlandse wal gemeerd.
Buitenweg begint zijn boek daarom met een
reeks kostelijke foto's van het leven aan
boord. Met de „Dempo" varen we weer
oostwaarts en de opnamen van het prome
nadedek, het zwembad, de vorstelijke eet
zaal, het zonnige sportdek met de zonne
badende passagiers doen ons die heerlijke
vakantiereis want dat was het toch?
als het ware opnieuw genieten. Op een
ochtend zien we, over de verschansing han
gend, uit de schemering de eerste oosterse
havenstad naar ons toeglijden. Port Said,
met de nauwe morsige rommelige straatjes,
de lugubere kroegjes, de opdringerige
straatventers, de vingervlugge goochelaar
tjes. En het wereldvermaarde warenhuis van
Simon Artz.
Maar het échte Oosten openbaarde zich
eerst voor ons als we in Colombo voet aan
wal hadden gezet. Een andere wereld dan
die we nog maar zo kort geleden hadden
verlaten, uitbundiger van licht, bonter en
feller van kleur, weelderiger van vegetatie.
We laten ons weer naar Mount Lavinia
rijden en van het hotelterras af zien we
beneden ons het witgloeiende strand, om
zoomd door in de wind vliegende palmen
en we horen weer de branding tegen de
klippen bruisen.
Dan: Sabang, kleine voorpost aan de on
vergetelijk schone baai, schitterend tussen
groene heuvelruggen. We zitten weer op het
terras van het Koepeltje, Sabangs kleine
soosje; op dagen waarop uit- en thuis
varende mailboten gelijktijdig aan de kaden
lagen altijd zo'n gezellig trefpunt van men
sen, die elkaar daar soms na lange jaren
weer terugzagen, voor de Sanbangers con
tactpunt met de grote wereld buiten hun
kleine eiland.
En dan breekt de morgen aan waarop we
boven Java's lage kust ver weg en vaag de
massieven van Salak en Gedeh zien oprij
zen. Langs de lange Priokweg, waar de
flamboyants misschien bloeien, rijden we
een nieuwe wereld binnen. Nieuw voor wie
er voor de eerste maal waren heengevaren,
oud en innig vertrouwd voor wie haar terug
zagen.
In een reeks foto's zien we het vroegere
Batavia terug, zoals we dat gekend hebben.
Noordwijk en Rijswijk en de Rijswijkseweg,
gezellige winkelwijken, de bonte bedrijvig
heid van Pasar Baroe, het Harmonieplein
met de oude deftige sociëteit, hotel des
Galleries, Des Indes, het drukke Molenvliet,
Konings- en Waterlooplein met de statige
kathedraal en de onvergetelijke „Concor."
We zwerven door de oude stad, langs de
Kali Besar, waar moderne kantoorgebou
wen zich naast oude Chinese huisjes in het
bruine grachtwater spiegelen, we genieten
weer van de rumoerige drukte op Glodok
en bij de Pasar Ikan, om dan weer even
getroffen stil te blijven staan voor een oud
Chinees tempeltje. Was het niet dat won
derlijke samentreffen van het Oosten en het
Westen, het oude en het nieuwe, dat Bata-
(Lees verder pag. 7)
6